
Soms denk je wel eens dat je door bepaalde elektronische handelingen af bent van mensen die maar een enkel doel in hun leven lijken te hebben, in discussie met jou trachten om jouw denkwijze af te schilderen als ‘rechtsextreem’ ‘klimaatontkenner’ of ’islamofoob’. Vanuit een ander perspectief bekeken is het vaak zo dat deze lieden afkomstig zijn uit de extreemlinkse kringen van Extinction Rebellion of erger. Omdat ik bij een daarvan het gezeur zat was, nog ben en inhoudelijke discussies met dez types zelden goed te voeren zijn, besluit ik dan meestal om een blokkade op te werpen en deze lieden nergens meer toegang te geven tot mijn blog of andere sociale media.

Overigens niks mis met een leuke discussie hoor, maar dan wel met wederzijds respect en ook toegeven dat die ander misschien best wel een punt kan hebben. Maar dat is deze veelal zeer linkse types niet gegeven. In hun bubbel bestaat slechts die ene waarheid, afkomstig van Marx en Lenin of recentelijk zelfs die van de Islam. Want extreemlinks heeft zich grootschalig gemeld als minnaar van alles wat uit die best agressieve cultuur over ons heen wordt gestort. En als je dan toch niks anders te doen hebt dan je vastplakken aan een snelweg, bedrijf of een vliegveld bestormen, moet een heel (joods)volk stigmatiseren een fluitje van een cent zijn.

En inderdaad, daarbij gedraagt deze groep zich als de Nazi’s voor WO2. Het schandalige wordt niet gezien bij dit gedrag. Het doel heiligt kennelijk de middelen…. Die echte pessimistische stalker weet zich trouwens uit frustratie via andere contacten in mijn blog alsnog naar voren te tijgeren om bij mensen die daar niet om vragen pessimistische verhalen neer te zetten die mij o.a. in een negatief daglicht moeten zetten en meteen een wereldbeeld te schetsen dat kommer en kwel uitstraalt en wederom doet vrezen voor diens eigen geestelijk welzijn. Een overstroming is nooit het gevolg van smeltende sneeuw in de bergen maar uiteraard direct toe te wijzen aan de klimaatverandering die ons allen zal overvallen en van de Aarde verdrijven.

De conflicten tussen Arabieren en Israel niet het gevolg van wantrouwen tussen culturen, religies of terrorisme van een enkele kant, maar wordt volgens de Marxisten als de man die ik als voorbeeld nam, direct veroorzaakt door de koloniale wapenindustrie die haar spullen wil blijven leveren om met name de islam van de aarde te vegen. Ik lees het met walging en ga uit respect voor degene bij wie deze drek wordt geuit niet in op de figuren die dit neerzetten. Pessimisme dat bij elke wolk die overdrijft meent dat het bewijs voor het einde der tijden is geleverd. Terwijl ik er naar kijk en denk, over een uurtje is het droog en zonnig en als we de terreur van deze aarde verdrijven het leven weer vredig en goed wordt. Moet je wel aan werken. Net als aan die bescherming tegen 1.5 mm verhoging van het zeeniveau in 10 toekomstige jaren of meer. Hogere dijken werken dan, net als niet bouwen in gebieden die ver onder waterniveau steken. Dat is onhandig. Maar dat is massale import van immigranten ook. Gezien de druk op de huisvesting, subsidieregelingen, zorg etc. Maar rara wie daar nu net wel voor is? Precies….die pessimist en zijn Marxistisch/Maoistische vrienden. Alleen daarom verdient dit volk al een ban voor het leven. Maar dat zal wel niet lukken. Of ben ik dan zelf te pessimistisch?? (Beelden:Archief)


In mijn laatste professionele jaren bij en voor importeur Pon, leerde ik nog sterker dan voorheen het fenomeen ‘klantvriendelijkheid’ kennen en zeker ook waarderen. Het zat in de diverse bedrijven binnen die mij toen bekende branches niet in de genen. De klant centraal stellen en jezelf ondergeschikt maken is niet des ondernemers, om het over verantwoordelijke managers maar niet eens te hebben. Vroeg vaak veel aandacht en overtuigingskracht mijnerzijds. In de jaren daarna deed ik mijn advieswerk vanuit het bureau dat ik daartoe had opgericht en kwam o.a. in contact met de wereld van het midden- en kleinbedrijf. Daar was die klant slechts een geldautomaat zo leek het. ‘Zo zijn de regels en zo wordt het spel gespeeld’. Klant was vaak lastig (..) en stelde de meest onmogelijke eisen. Maakte niet uit of ik nu mensen hoorde met winkels of stallen op de markt. Alsof ik dertig jaar terug ging in de tijd. Sindsdien is er wel iets veranderd. Ook mkb-ers beginnen iets te snappen van klantvriendelijk gedrag, al was het maar door de enorme concurrentie van nieuwe winkel(keten)s die het landschap op dit punt verbeterden.
Maar er blijven altijd diehards volharden in het denken vanuit de eigen normen en waarden. De klant als decor, ‘mijn eigen protocol’ van groter belang. Zo kreeg ik onlangs twee voorbeelden aangereikt vanuit een grote bankinstelling op verschillende plekken in de regio waar die instelling kantoren heeft zitten. Medewerkers die het niet de moeite waard vonden af te wijken van de eigen gedragslijn en het begrip klantvriendelijkheid toe te passen. Voorbeeld 1; vestiging in Midden-Nederland. Normaal zit daar erg aardig personeel. Nu was de bezetting anders. Een van de voor ons nieuwe medewerkers was druk met een man die kennelijk zijn hele financiele hebben en houden met hem wilde doornemen. Aan de open en centrale balie, wat ik toch een beetje vreemd vond. In een afgesloten kantoortje zat nog een bankman, maar die had kennelijk een andere rol want keek vooral voor zich uit. Toen bleek dat wij wel erg lang zouden moeten gaan wachten besloten we intussen even iets anders te gaan doen. Boodschappen bijvoorbeeld. Nadat we een minuut of 20 later terug kwamen was de situatie niet veranderd. Maar de medewerker achter de balie merkte ons wel op. ‘Kan ik u helpen?’ vroeg hij terwijl de klant met al zijn papieren nog steeds tegenover hem zat.
En terwijl het in het vorige blogje nog ging over Fokker en haar rol in de wereldluchtvaart, dit keer wil ik het hebben over een min of meer verwant onderwerp; reizen. Want uit een recent onderzoek van de ING-Bank onder 8000 Nederlanders bleek dat tijdens de afgelopen vakantie mensen die een vakantie boekten in eerste instantie in meerderheid eerst keken naar een bestemming, daartoe besloten onderweg te gaan en pas later keken of ze wel een toereikend budget hadden voor die trips. Pas veel later keek men ook hoe lang men eigenlijk weg wilde blijven. Dat houdt in dat veel mensen min of meer ‘als een kip zonder kop’ een reis boekten. ‘Maakt niet uit wat het kost, ik wil op vakantie en graag ver weg’. Kan niet schelen wat de prijs is voor dat tripje, gaan met die banaan.
Dit gedrag staat zover af van mijn eigen idee over vakantie, dat ik het opmerkelijk genoeg vond om er even een verhaaltje over te dichten. Immers, ik geef toch even meer aandacht aan het besteedbare budget dan aan wat ik eigenlijk zou willen. Nooit schulden maken voor grote uitgaven zit er nogal in gebeiteld bij me, en dat zorgt nog steeds voor grote terughoudendheid als het even niet uitkomt. Liever sparen en genieten dan lenen en lange tijd moeten bloeden voor iets wat je al snel vergeten bent. OK, lijkt ouderwets, maar zo zijn wij opgevoed. Met als voorbeeld ouders die vaak de eindjes bij elkaar moesten leggen om uiteindelijk van vakanties te kunnen genieten. Bij ons thuis ging dat zeker zo. Al waren het dan geen verre bestemmingen, dan nog. Een week volpension in Limburg was het ultieme dat de soms zo hardwerkende ouders voor mekaar konden brengen. Maar dan moest het geld er wel zijn. Want als we gingen dan bezuinigde men niet. Hapjes, drankjes, uitstapjes, het moest allemaal gedaan worden. En die tripjes zitten nog aardig in de bol.
Geldt ook voor de plekken waar ik zelf in de loop der jaren heen ging. Altijd comfortabel, beetje shoppen, cultuur, reizen per vliegtuig of een snelle trein, soms met de auto. Maar nooit op de bonnefooi of op basis van geleend kapitaal. Het past me niet, ik zou er kriebelig van worden. En als ik dit onderzoek dan lees weet ik zeker dat ik van een andere generatie begin te worden. We lenen weer wat af tegenwoordig en alles moet kunnen. Van de grootste auto (als die niet van de zaak is), tot het meest luxe huis, de nieuwste smartphone en/of computer, en natuurlijk een paar keer per jaar op vakantie. Logisch, want ‘we werken er hard voor’. Alsof ik dat ook niet deed. Maar goed, andere discussie. Ben wel benieuwd hoe jullie hier nu naar kijken. En o ja, die reisduur…..ik denk aan mijn drie vierpotige huisgenoten en vind direct twee dagen weg al lang. Dat mag je die beesten niet aan doen toch???
Ik kreeg de afdeling Kredieten toegewezen en kwam daar terecht als ‘jongste bediende’. Dat was behoorlijk hard werken. Administratief licht werk, afgewisseld met sjouwen van dossiers. Ook bijhouden van een index kaartsysteem. De computers van nu kwamen pas een paar jaar later in zwang. En waren toen net zo groot als die hele afdeling waar ik indertijd acteerde. Ik deed mijn werk samen met een stuk of zes recruten afkomstig van soortgelijke scholen als ik doorlopen had, die werden ingewerkt door lieden die al een jaartje langer op die baantjes hadden gezeten. Na een jaar werken schoof je dan zelf een stukje omhoog in de hiërarchie. In dat eerste jaar stelde je niet zo veel voor. Het was buffelen voor je geld en dat geld viel niet zo mee als je achteraf kijkt wat je dat eerste jaar in het loonzakje kreeg. Fl. 87,50 bruto! (omgerekend naar nu E. 40,00) Daar hield je dan iets van zeven tientjes aan over. Per maand! En daarvoor moest je echt nog pezen! Niks respect, niks aanzien, gewoon jongste bediende! Ik leerde er veel. Na een jaar buffelen schoof ik dus ook een plekje op. Andere administratieve handelingen, nieuwe taken, minder druk op de ketel. Ik begon me daar dan ook echt senang te voelen. Er verschenen ook nieuwe ‘’dames’ op de afdeling die me interesseerden. Want ook bij de (strikt gescheiden) vrouwenafdeling ging die opvolging zoals bij de jonge mannen. Elk jaar nieuwe aanvoer. Er vielen overigens ook mensen af die het niet vol hielden. Het was ook best zwaar.


