Bevrijding…

Bevrijding…

Vandaag precies 79 jaar geleden werd de bevrijding van ons land effectief. Al is er over het tekenen van de onvoorwaardelijke overgave door de Duitsers nog wel wat meningsverschil vwb de datum, het feest barstte op die 5e mei volop los. En voor we in de war raken door bepaalde linkse leerkrachten die hun leerlingen vertellen dat we zijn bevrijd door Marokkanen of Turken waren het met name de Canadezen en Polen die ons land bevrijdden in het westen. In het oosten deden de Britten en Amerikanen dat. Wat er aan vooraf ging was een heroische strijd tussen die oprukkende bevrijders en de taaie Duitse verdedigers.

Een deel daarvan was van een andere orde dan de lieden die op 10 mei vijf jaar er voor ons land binnenvielen. Een flink aantal van de Duitse troepen was al teruggehaald naar het thuisland dat van alle kanten werd aangevallen. Maar ook daar moest men de pijp aan Joe en Mac geven toen de leiding van de Nazi’s zichzelf van het leven had benomen. Laf, uiteraard, maar een logisch gevolg van de instorting van de Duitse verdediging.

Hoe dan ook, in ons land was de bezetting over. We kwamen terecht in een herstel van de samenleving zoals we die ook voor de oorlog hadden gekend. Ook al droomde Wilhelmina als vorstin samen met haar schoonzoon van een heel anderssoortige democratie waarbij de vorst het parlement buitenspel kon zetten en als het even ging ook de in haar ogen laffe regering. Maar dat lukte uiteindelijk niet.

Ons land had enorm geleden onder de Duitse bezetting. Economisch lagen we op onze kont, het land leeggeroofd (die altijd aangehaalde fietsen waren maar een klein stukje van de gestolen boedel..) deels onder water gezet, er was enorme bombardements- en oorlogschade, veel Nederlanders zaten in Duitsland onder dwang en een deel van de weggevoerden zou nooit meer terug komen. Trams waren gestolen, net als treinen en bussen, dus het OV op gang brengen was best een dingetje. Maar daar dacht het volk niet over na in mei 1945. Eerst feesten en daarna afrekenen met hen die al dan niet terecht werden verdacht van collaboreren met de vijand. De afrekening vond veelal op straat plaats. Van NSB-ers tot ‘moffenhoeren’. Het stof dwarrelde maar langzaam neer. Maar we waren wel verlost van die verrekte ‘Moffen’. En dat is nog steeds een plezierige gedachte. Vrijheid moet ons veel waard zijn, daar moet je voor willen vechten. Je dan weer onderwerpen aan wie of wat ook is op zijn zachtst geschreven niet verstandig. Dus laten we leren van het verleden en dat bewaken wat ons allen veel waard is. Onze vrijheid. Of dat nu gaat om die van meningsuiting, wat we willen eten, waar we heen willen reizen en hoe, op wie we willen stemmen en ook met wie we willen samenleven. Niemand mag ons dat meer afnemen. Pas dan heeft het zin om deze dag tot een soort feestdag te maken. Vol trots hang ik de Nederlandse vlag buiten vandaag. Met dank aan die dappere bevrijders! Thanks guys! (beelden: archief)

Relatief jong, wel enorm groot; VW. – deel 1

Relatief jong, wel enorm groot; VW. – deel 1

Was er geen Nazi-Duitsland geweest, had de VW Kever wellicht nooit bestaan. Zo simpel lijkt het, maar of het echt zo is? In de jaren dertig, toen de eerste ontwerpen voor de kleine Volkswagen werden getekend door Ferdinand Porsche, waren er meer fabrikanten die soortgelijke wagens bouwden. Denk aan Zundapp of zelfs Mercedes. De motor achterin was net trend geworden en om het simpel te houden maakte Porsche die motor luchtgekoeld en compact van vorm.

De vormgeving van zijn eerste ‘Kever’ nam hij met veel liefde (maar ook in stilte) over van o.a. Hans Ledwinka die in Tsjecho-Slowakije de befaamde Tatraplan had ontwikkeld en waarbij veel overeenkomsten terug te vinden zijn in die Kevers. De Nazi’s pikten het idee van een ‘Volkswagen’ graag op en zetten een spaarplan in elkaar waardoor Duitsers een zgn. Kraft-durch-freude auto konden verkrijgen. Daartoe werd ook een fabriek gesticht in Fallersleben, het huidige Wolfsburg.

Van de massa-productie van Kdf-Wagen kwam door de oorlog helaas weinig terecht. Veel aandacht ging daarentegen naar afgeleiden van die eerste VW’s, voor de Wehrmacht, de Kubelwagen of varend zusje Schwimmwagen. Die concepten bewezen een ding, de boxermotor was sterk, vroeg weinig onderhoud en was simpel te onderhouden. Toen de Britten na de oorlog in door hun bezet gebied van Duitsland die toen stil gevallen autofabriek aantroffen brachten zij eigenlijk de productie weer aan het rollen. Ze benoemden een ‘goede Duitser’ als directeur. Dat werd de conservatieve Heinrich Nordhoff. De juiste man op de goede plek. De eerste VW’s gingen in militair groen naar de Britten die er graag in rondreden. Later zou men ook zwarte exemplaren leveren waarvan een klein aantal ook naar Nederland werden gehaald door de toen al met een contract verbonden familie Pon.

Toen de productie een beetje op gang was gekomen en er ook wat meer lakkleuren verschenen werd de Kever een succes. Wie niet in een dwergauto wilde rondrijden of op een motorfiets koos graag voor een Kever. Dankzij importeur Ben Pon ontstond ook de eerste bestelwagen, nu als T1 Transporter bekend. Gewoon de bodemplaat van een Kever, voorzien van een busjesvormige opbouw. En ook dat vervoermiddel werd een instant succes.

Veel middenstanders waren er gek op. Luxe moest je niet verwachten, maar de VW vroeg minder inspanningen dan een paard en wagen of de toenmalige driewielers met tweetaktmotor die ook nog al populair waren. De Kever groeide intussen door. Men werkte aan het comfort, gaf de auto een andere achterruit (ovaaltje ipv twee door een spijltje gescheiden raampjes). Leverde men nu ook andere lakkleuren of betere stoffen op de stoelen. Bij een andere lakkleur paste men vaak de bekleding binnen ook aan. Volkswagen kwam op stoom. Versies met schuifdaken kwamen er, de boxermotor kreeg wat meer inhoud en vermogen.

Maar verder bleef alles bij het oude. De eerste echte revolutie betrof de komst van de Karmann-Ghia semi-sportwagen. De plannen voor zo’n lage en flink duurdere auto kwamen in eerste instantie niet voorbij het bureau van de managers onder grote baas Nordhoff. Maar uiteindelijk ging men akkoord en mocht Karmann de lage VW’s zelf bouwen. Ze zijn tot nu toe mateloos populair. Gold ook voor de echte Kever Cabriolet die ook bij en door Karmann zijn gemaakt. In de basis bleef verder alles bij het oude. De Kever kwam, zag en bleef. Maar de markten veranderden. Het publiek kreeg meer te besteden en koos steeds vaker voor wagens met meer vermogen, ruimte of gewoon aanzien. Opel de grote concurrent. VW reageerde daarop met de 1500 sedan. Die oogde als een totaal andere auto als een Kever, maar werd nog steeds net als zijn oervoorvader aangedreven door een luchtgekoeld boxer achterin. Je kon er wat meer bagage in meenemen, hij was iets sneller, maar het bleef een Keverkloon. Gold ook voor de 1600 die we nu een fastback zouden toedichten. Nog meer vermogen maar in feite niet meer dan een afgeleide van die 1500. Wel een elegante auto en de overgebleven exemplaren zijn nu gezochte klassiekers. Van de 1500/1600 kwam ook een stationcarversie op de markt en die werd nog best populair. In een volgend deel van dit verhaal ga ik verder bij een auto die duidelijk zou maken dat bij VW het roer drastisch om zou moeten wilde men de jaren zestig nog kunnen overleven. Daarover later mee. (beelden: Archief)

Bevrijding…

Bevrijding…

Ik weet nog goed dat mijn ouders altijd lyrisch werden over de feesten na de officiele Bevrijding van de Duitsers op 5 mei 1945. Het was een groot feest in ons land voor de gemiddelde inwoner die had geleden onder de knoet van de Duitse bezetter. Dit jaar alweer 78 jaar geleden. Voor de meesten van ons een geschiedenis die we niet zelf bewust hebben meegemaakt. Gelukkig maar. Want die Duitse bezetting liet het land achter in chaos en puin, tienduizenden mensen waren weggesleept naar vernietigingskampen, gedwongen werkverschaffing of waren alles van waarde kwijt geraakt. Er waren stadswijken weggevaagd door bombardementen en andere oorlogshandelingen en de economie lag in stukken. Voor het westen van Nederland kwam die bevrijding ook niet echt op tijd, want de honger had tijdens de voorafgaande winter danig huis gehouden onder de daar levende bevolking.

De Duitsers hadden alle toegangswegen voor voedsel afgegrendeld toen zij zijn min of meer geisoleerd raakten door de bevrijders die het zuiden in handen hadden gekregen en na zware gevechten vanuit het oosten van Nederland rechtsaf sloegen richting Nazi-thuisland. En voor de goede gang der dingen, het waren de Canadezen en Britten die ons bevrijdden en geen andere landsaarden, ook al wil men dat tegenwoordig op de moderne multiculturele scholen doen geloven. Veel van die jonge jongens die aan de bevrijding deel namen verloren daarbij het leven of raakte gewond. Zij die het overleefden vonden vaak bij naar liefde snakkende jonge dames enige warmte. De gevolgen daarvan waren iets minder bevrijdend dan men in 1945 geloofde, maar dat is een ander verhaal.

Net als dat van de meiden die via aanwijzing of verraad werden gezien als ‘moffenhoeren’ en door ‘helden’ van de BS werden behandeld zoals dat tegenwoordig tot huiveren zou leiden. De trauma’s door al die zaken opgelopen waren diep en zwart. Hoe dan ook, Nederland maakte vijf jaar lang een oorlog mee. En dan niet eens een vernietigingsoorlog zoals we dat nu zien in Oekraine. Waar burgers slachtoffer zijn van terreur. Niets ontziende bombardementen, wreedheden, verkrachtingen (wordt vaak gezien als een wapen om moreel tegenstanders te breken) en moordpartijen. Elke dag 600-1000 mensen die gaan hemelen. Tegen elke Oekrainer staan 6 Russen die het leven laten. Maar ja, moeten ze maar niet beginnen.. is de ook bij ons levende gedachtegang. Oorlog is iets vreselijks. Bedenk je maar eens in wat het voor ons allen individueel zou betekenen als we ineens alles moesten achterlaten en vluchten. Wat of wie neem je wel mee en wie niet? En waar moet je dan heen? Bij Tante Annie in Brabant is het wellicht ook heftig en in Groningen is de vijand ook actief…. Best een lastige. En de schepen die ons land ontvluchten zijn vast vaak al bezet door de elites en hun familieleden. Nee, zo simpeltjes is dat allemaal niet. Kortom, vrede en overleg is het beste middel om dit te voorkomen. Ook al moet je dan praten met abjecte regimes of doctrines. Maar de totale vernietiging als alternatief lijkt mij ook niks. Hoe dan ook, ik hoop dat een ieder het besef heeft dat we dankzij jonge knullen die voor ons vochten die vrijheden mogen koesteren die we nu nog bezitten. En dat we die niet moeten laten afnemen door hen die menen namens ons te moeten denken of handelen. En pas op, dat zijn er genoeg. Wordt elke dag weer bewezen…. (Beelden: Archief)

Schotse liefde; Edinburgh!

Het was echt liefde op het eerste gezicht toen we daar ergens aan het begin van de jaren negentig voor het eerst een bezoek brachten; Edinburgh. Schotse hoofdstad, prachtige geschiedenis, dito gebouwen en wat een aardige mensen die Schotten. Wij kenden het Verenigd Koninkrijk van onze bezoeken van een jaar of twintig regelmatige bezoeken en diverse plekken aardig, maar dit was toch de overtreffende trap. Vanaf het vliegveld met een rechtstreekse buslijn aan komen rijden en dan rechts van je dat echt ontroerend mooie kasteel op een hoge heuvel zien. Princess Street, met dat wonderlijke beeld van aan de ene kant pand na pand winkels met hotels en aan de andere kant diepe dalen waar parken te vinden zijn maar ook het befaamde Waverley Station.

Je ziet de Salisbury Craig, een half groene hoge heuvel die de stad mede domineert, de standbeelden, de drukte. Bij wandelingen die we maakten in deze fraaie stad en omgeving werd wel duidelijk dat dit een heerlijke plek is om te vertoeven. We troffen het soms met het weer, maar hebben er ook midden in de zomer constant in de mist gezeten. Het kan allemaal. Want Edinburgh heeft ‘last’ van het klimaat in haar omgeving, zeewater, maar ook de heuvels van Schotland, die je niet moet onderschatten. Ruig landschap daar. Maar tijdens die mistige dagen was er genoeg te doen. We bezochten diverse malen het Royal Museum of Scotland, je gaat eens kijken in Holyrood Castle waar de Engelse familie af en toe komt kijken.

Je klimt naar en ziet het kasteel en kijkt van daaruit over de hele stad en omgeving uit. Over strategische ligging gesproken. Ook aardig, koop een sandwich (altijd te vinden in welke winkel ook en vaak heerlijk belegd..) en ga op een (gesponsorde) bank zitten in een van de parken langs Princess Street. Je ziet er de eekhoorns voorbij rennen en ook de meest wonderlijke types, want cultuur zit deze stad in de genen gebakken. Een beetje Schot vertelt je meteen waarom het land eigenlijk niks van doen heeft met die wonderlijke Britten. Men voert zelfs een eigen munteenheid, het Schotse Pond, waarmee je daar wel, maar in Engeland niet welkom bent.

In veel opzichten lijkt Edinburgh op veel Britse steden, maar wel met die Schotse saus er over heen. En om het daarover even te hebben, wij hebben er vrijwel altijd lekker gegeten, zonder ons te laten verleiden tot een wonderlijk gerecht als Haggish. Schapendarmen gevuld met vlees.

Je moet de liefde niet overdrijven natuurlijk. Stap in een van de toeristenbussen voor een rondrit door de stad en omgeving en je weet meteen waarom dit de hoofdstad is van het Schotse land. De stad is flink groot, en kent vele wijken die bij toeristen nauwelijks bekend zijn. Bezoek ook eens de botanische tuinen. Prachtig. En je ziet ook daar eekhoorns zo groot als katten. Heb je een dagje over? Stap in een trein naar Glasgow en combineer die twee plaatsen met elkaar. Ook een echte verrassing. Omdat het aan de andere kant van het land ligt (uurtje treinen) vaak ook ander weer. Leuk shoppen daar en de meest fantastische boekenwinkels. Kortom, Edinburgh is geweldig. En ik denk nog steeds met weemoed aan alle trips die we daarheen maakten. En die fantastische wandeling die we ooit deden om die knoest te beklimmen aan de Zuidwestelijke kant van de stad. Ruig, kaal en geen enkele afrastering langs de rulle paadjes omhoog. Maar wat een uitzicht is dan je deel. We daalden af langs de glooiende achterkant en dat was net een landschap van Tolkien. Alleen daarvoor al moet je de wandelschoenen (ik liep omhoog met soort van kantoorschoenen)even aantrekken. Edinburgh is een parel. Een stad die me nog altijd een brok in de keel bezorgd. Top-3 notering! (Beelden: Yellowbird archief)

Ultralang vliegen

In de tijden dat vliegtuigen nog van hout waren en de piloten van gesmeed staal leken, waren vluchten over lange afstanden bijna science-fiction. Maatschappijen als Imperial Airways, KLM of Lufthansa zetten toestellen in die we nu zouden omschrijven als wonderlijke samenstellingen van hout en linnen, goed voor het vervoer van wat postzakken en pakweg vijf passagiers. Onderweg naar een verre bestemming, vaak in een of andere kolonie, was het zaak een keer of 15-20 te landen om zo voldoende brandstof te kunnen tanken dan wel de motoren van deze kwetsbare toestellen te reviseren. Vliegvelden waren niet veel meer dan grasvelden en als je verkeerd landde kon je dat je leven bedreigen. Toch deden die pioniers hun werk en verkortten (..) ze de reistijd naar bijvoorbeeld Australie of Indie met enkele weken ten opzichte van schepen. Wie als passagier meevloog betaalde niet alleen de hoofdprijs, maar mocht ook meehelpen met sjouwen of tanken onderweg. Later werd het allemaal meer gestroomlijnd. De Britten geloofden in verbindingen die met vliegboten werden onderhouden, de andere maatschappijen zagen meer in het landvliegtuig en kregen uiteindelijk gelijk.

Vanaf de jaren dat de eerste straalvliegtuigen in dienst kwamen ging het snel. Deze toestellen konden zo’n lange afstand afleggen met 2, 3 of wellicht vier tussenstops, maar binnen een etmaal zat je toch vaak wel ergens in de tropen. Met de latere jumbojet-vliegtuigen als de Boeing 747 werd luchtvaart ook geliberaliseerd. Mensen die vroeger geen ticket konden kopen stapten nu vrolijk in zo’n toestel en gingen backpacken in Australie. Of shoppen in New York. Blijft wel een heel gedoe dat vliegen op die lange afstanden, want je moet dat wel willen, 8-15 uur stil zitten op je stoel. Ik schreef al eerder dat mijn langste vlucht 8u 3 kwartier duurde (AMS-NYC). De aansluitende vlucht was ook nog eens 2,5 uur, maar toen hadden we tenminste nog even kunnen rondlopen in de terminal van J.F.Kennedy Airport. Vrouwlief was onlangs even naar Hong Kong en moest heen 12 en terug 13 uur doorbrengen in zo’n grote vlieger. Ze was aardig gaar van die vluchten.

Maar het kan allemaal nog langer. 17 uur en 20 minuten duurde de rechtstreekse vlucht tussen Perth en Londen die onlangs werd gedaan door Qantas uit Australie. En sommige vluchten gaan nog langer duren. Men hoeft niet meer te landen, de nieuwe generatie straalverkeersvliegtuigen kan deze afstanden aan en houdt nog brandstof over ook. Je moet het maar willen. Maar fysiek kunnen we het wel aan. Onderzoek door de maatschappij Singapore Airlines die al enkele jaren non-stop-vluchten aanbied van maar liefst 19 uur lang, zijn er nooit echte problemen ontstaan aan boord door deze enorm lange vluchten. Hoewel het risico op een aandoening groter blijft dan bij korte vluchten. Waar zit hem het verschil met die oudere jets dan in. Wel simpel, de nieuwe generatie tweemotorige breedrompvliegtuigen als de Boeing 787 en Airbus A350 hebben een andere rompconstructie waardoor men de luchtdruk anders kan regelen.

Dat voelt veel prettiger voor passagiers en is minder vermoeiend. Die verschillen zijn weliswaar niet zo groot als men het doet voorkomen, maar alle beetjes helpen zullen we maar denken. Wat wel nodig is en blijft…bewegen! De kans op een of andere vorm van bloedstolsels door te lang stil zitten blijft aanwezig. Opstaan en rondlopen waar mogelijk is dus noodzaak. En flink drinken. Geen alcohol, want dat werkt weer tegen het beoogde doel. Voorkomen van uitdrogen. Zorg dus voor voldoende water. En verder…ik wens iedereen veel plezier en geluk. Ik houd het maar op die kortere vluchten. En dat heeft niets van doen met een afkeer van vliegen of zo. Integendeel. Maar het idee van dat lange vliegen is me echt gaan tegenstaan….Sorry hoor…. (Beelden: KLM/Yellowbird)