
Ik herinner me nog heel goed dat ik het nieuws hoorde dat de ‘broedervolken van het Warschau-Pact’ op deze datum, intussen 56 jaar geleden, met militair geweld een einde maakten aan de zgn. ‘Praagse Lente’. Daarmee moest een einde worden gemaakt aan de hervormingen die door de toenmalige Tsjechoslowaakse regering in Praag onder leiding van Alexander Dubcek werden doorgevoerd en de last voor het volk van al die communistische doctrine verlichtte.

Het Politbureau in Moskou, o.l.v. Breznjev zag dit allemaal half kokend van woede aan en besloot tot ingrijpen. Zoals men ook gewend was geweest te doen in Oost-Berlijn en Boedapest. De Sovjet-Unie zette samen met de buren van de Tsjechen, waaronder de Oost-Duitsers, Bulgaren, Polen en Hongaren een dikke 500.000 man aan troepen in en een overmacht aan wapentuig. Binnen de kortste keren reden de Russische tanks in Praag waar ze weliswaar haastig opgeworpen barricades tegen kwamen maar vooral zeer gemotiveerde inwoners die de Russische militaire aanspraken op hun wangedrag. De Tsjechische strijdmacht deed in opdracht van Praag niets.

Men had de invasiemacht wel zien opbouwen aan de grenzen maar wilde geen bloedige en nutteloze strijd leveren. Het voorbeeld van Hongarije waar in 1956 duizenden doden vielen door Russische agressie hielp bij het nemen van dat besluit. Desondanks vielen er in het bezette land dik 500 dodelijke slachtoffers, vaak door ongelukken omdat een Russische tank over een demonstrant heen reed of zo. De Tsjechische regering werd in zijn geheel opgepakt en naar Moskou overgebracht waar men met dwang te verstaan kreeg dat het over en uit moest zijn met die ‘lente’ en men weer zou terugkeren in de winterse schoot van Marx en Lenin. Onder zware druk gaven de Tsjechen toe.

Tijdelijk lag het bestuur in Praag bij de Russen, later zou de communist van de harde lijn, Husak, de boel daar overnemen en werd Tsjecho-Slowakije weer een trouw (..) lid van de Warschau-Pact coalitie. Voor de grenzen daarvan weer hermetisch werden afgesloten vluchtten heel wat vrijheidsgezinde Tsjechen en Slowaken naar het vrije Westen. Ze lieten veel zo niet alles achter en zouden tot en met 1990 niet meer kunnen terugkeren in hun oude thuisland. Opvallend was ook de rol van de VN. Daar vond men dat deze inval, net als die in Hongarije, een interne aangelegenheid was en er geen steun hoefde te worden gegeven aan de Tsjechoslowaken. Ook al een herhaling van zetten i v m Hongarije in 1956. Voor de tweede keer werden de Tsjechen kind van de rekening. Het Westen gedroeg zich laf en liet een heel volk in de steek. In 1980 zou de Sovjet-Unie op vergelijkbare wijzen Afghanistan binnenvallen en zoals we in de afgelopen jaren zagen ook andere ex-Sovjet-staten die zich onafhankelijk van Moskou verklaarden. Oekraine slechts een enkel voorbeeld van dit gedrag. De geschiedenis vertelt een verhaal. Kunnen we veel van leren. Ook over de Hongaren die zich de wet niet meer laten voorschrijven door wie ook. Die zelfde retoriek hoor je in de streken van de Tsjechen en Slowaken. Die weten wat overheersing in zich heeft. Maar dat willen sommigen in ons land niks van weten. Die dromen van een centraal geleid groot land dat Europa heet. En waar invasies worden gezien als onderdeel van de ontwikkeling. Nou….daar denken ze in Praag en Bratislava anders over. Net als in Warschau of Boedapest…(Beelden: Archief/Internet)


Het communisme was en is een totalitair systeem en hoewel de Tsjechische bevolking zich ooit in 1948 democratisch (..)had uitgesproken voor dat systeem, bleek het in de praktijk erg restrictief. Socialisme en communisme houden niet zo van individualisme, van persoonlijke vrijheden of de hier zo gekoesterde vrijheid van meningsuiting. In een aantal buurlanden had dit al geleid tot protesten, in de meeste gevallen werden die in de kiem gesmoord door een marionettenregering die precies deed wat men in Moskou had uitgedacht. De revolutie van 1956 in Hongarije lag nog vers in het geheugen van de naar vrijheden snakkende Tsjechen toen zij halverwege de jaren zestig werkten aan een versoepeling van de maatschappelijke en culturele regels om zo een iets plezieriger leven te kunnen leiden. Dit bracht zelfs een nieuwe regering aan de macht die de communistische doctrine verzachtte en zelfs sprak van onafhankelijke vakbonden en meerpartijenstelsels. Een politiek doodvonnis, want in Moskou en de omringende satellietstaten keek men met argusogen naar de zgn. ‘Praagse lente’.
Men was bang voor het domino-effect als de Tsjechen zich op het westen zouden oriënteren en niet meer op de moederpartij in het oosten. In augustus 1968 vielen troepen van het Warschaupact dan ook Tsjecho-Slowakije binnen. Daar riep men stakingen uit, belegde bijeenkomsten waarbij de Russische soldaten met woorden door de lokale bevolking te lijf werden gegaan. Het mocht niet baten. De Tsjechische regering werd naar Moskou afgevoerd, een nieuwe regering onder de hardliner Husak gevormd en het land teruggeworpen naar de ijzige periode van voor de Praagse Lente. Deze enorme dip zorgde ook voor een terugslag in de creativiteit bij de verschillende bedrijven die het land kende. Veel managers en arbeiders werden om politieke redenen gearresteerd en buiten de maatschappij geplaatst. Veel slimme en soms goed opgeleide Tsjechen waren hun land ook ontvlucht. Ook bij Skoda had men te maken met een flinke aderlating op dit gebied en men moest dus wel een pas op de plaats maken. Aan de productiebanden bij de fabriek en de toeleveranciers stond ofwel gedemotiveerde arbeiders, dan wel mensen die gedwongen werden dit werk te doen. Het hielp niet bij de kwaliteit van de op dat moment gebouwde wagens. En toch bleef het merk wonderwel goed verkopen. In 1970 werd de 1000MB opgevolgd door een model dat in feite niet meer was dan een faceliftmodel van die wagen, aangeduid als S100/110.
Nadelen van het concept waren niet echt weggenomen, maar de wagens oogden wel flink wat strakker en moderner. Door de prijzen laag te houden en de uitmonstering redelijk bij de tijd, wist men bepaalde doelgroepen van klanten, ook in het westen, wel aan zich te binden. Het gamma kende basis en luxe uitvoeringen en naar gelang je meer geld over had voor je vervoer, verschilde de bekleding en de motorisering wat van elkaar. In Nederland trachtte men de verkopen nog wat extra op te krikken door de vlot ogende TS-uitvoering, waarbij je een 110L kreeg met opvallende oranje lak en stevige breedstralers op de neus en wat fraaie striping voor een sportiever uiterlijk. Het hielp weinig omdat de wagens ondanks fraaie velgen en bredere banden, nog steeds niet veel sneller reden dan pakweg 135km/u. Dat deed men bij Simca met de bekende Rally-uitvoeringen in die jaren flink beter. Maar de ontwikkeling van de Skoda Coupe, officieel de S-110R, was weer wel een succes. Een erg aardige auto die een compleet ander interieur koppelde aan een vlot en gestroomlijnd uiterlijk, ook al stond ook daar nog steeds de relatief kleine 1100cc grote vierpitter achterin zijn 52 paarden te leveren. Toch een mooi gamma dat het zoals al eerder beschreven zou gaan uithouden tot en met 1976. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief)



