Soesterberg…

Soesterberg…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: northam-f100-en-b25-in-nmm-260324-img_4047.jpg

Hoewel ik in mijn hart meer op heb met de civiele luchtvaart zoals die bijvoorbeeld op Schiphol plaatsvindt kan en kon ik af en toe best genieten van het vaak wat grovere geweld van militaire toestellen. En dus was ik in vroeger jaren als jong ventje nog wel eens te vinden op of rond de vliegbasis Soesterberg. Naast wat squadrons van de Koninklijke Luchtmacht opereerde daar een speciaal squadron van de Amerikaanse Luchtmacht (Het 32e Fighter Interceptor Squadron) en die lui hielpen toen nog ons luchtruim vrij houden van eventuele Russische indringers.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 216520-mdc-f4-lw-3587-1978-scan10183.jpg

Daartoe zetten die Yanks dan heel bijzondere toestellen in die ik graag observeerde. Zo hadden zij in die periode de Convair F-102 Delta Dagger in gebruik, een driehoekig toestel met prachtige beschilderingen die met een naverbrander was uitgerust wat n a een doffe klap op de startbaan meteen ook een vlam uit de uitlaat deed komen en de machine liet versnellen op een wijze die je bij die relatief ‘bedaagde’ Hunters van onze luchtmacht niet zag.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 217914-ehgh-290887-mdc-f-15a-usaf-79065-demo-scan10558.jpg

Later kwamen er ook McDonnell-Douglass F4 Phantoms in gebruik bij die Yanks en ook die mochten er qua indruk maken best wezen. De laatste vliegtuigen die ik op Soesterberg ooit zag in dienst van de USAF waren de McDonnell-Douglas F15 Eagles. Geweldige jachtvliegtuigen die bijna verticaal de lucht in stoven als men oefende of voor een of ander alarm even moesten bijspringen. Dat Amerikaanse contingent had trouwens veel invloed op de omgeving van de vliegbasis. Hele gezinnen woonden in deze buurt en die lui waren toch wat afgezonderd van de meer normale bevolking hier.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: fri-1107-f-102-pb030651_edited.jpg

Omdat de overheid niet wilde weten (of laten zien) wat de bewapening van die Amerikaanse toestellen zoal inhield werd alles aardig afgeschermd door zowel eigen Amerikaanse MP’s als de Nederlandse Koninklijke Marechaussee. Die basis op komen was dus best een dingetje. Toch ben ik er wel eens geweest. Ik werkte toen nog op Schiphol en wij benutten dan vaak een Amerikaanse vrachtmaatschappij die met haar grote toestellen van alles en nog wat vervoerde dat ook haar weg vond richting het 32e FIS. De baas van dat spul op Schiphol was een Amerikaan en die nam me eens mee naar Soesterberg voor een bezoekje.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: hawker-hunter-en-thunderstreak-in-nmm-260324-img_4039.jpg

Zijn pasje (geen idee waar hij voor werkte, maar men sprong in de houding aan de toegangspoort) deed wonderen en al snel zaten we ergens in de kantine een lekkere steak te eten. Zelfs al door de wol geverfde jong volwassen manager van een Schiphols bedrijf was ik daar best van onder de indruk. En keek de ogen uit. Al die Top-Gun achtige piloten en hun technische staf liepen er rond en dat waren toch andere figuren dan die civiele piloten van pakweg KLM of zo. Soesterberg is tegenwoordig definitief gesloten als militaire basis. Het prachtige Militair Museum wat er sinds een paar jaar staat laat nog wat zien van dat rijke verleden, toen de Amerikanen ook bij ons de vliegende kastanjes uit het eventuele dreigingsvuur kwamen halen. Wat is het dan toch jammer dat we nu een politiek van afstand nemen en Europa negeren zien vanuit Washington. Verdienden we dat? Volgens mij niet. Aan de andere kant, laten we nooit vergeten dat heel wat Amerikaanse jongens in de afgelopen Tweede W.O. het leven lieten om ons weer eens te bevrijden van een dictator. Een deel van hen ligt nog begraven op prachtig onderhouden begraafplaatsen. En wie de machines wil zien waarmee ze ons decennia lang hielpen om de vijand buiten de deur te houden moet dat museum maar eens gaan bezoeken. Meer dan de moeite waard. En je kunt ook in de omgeving wandelen langs vroegere opslagplaatsen en bunkers die volledig in het groen verborgen te vinden zijn hier. Het laat zien hoe we vroeger naar de wereld keken, en ook hoe dat nu gaat. De ogen zijn weer open….Vraag is voor hoe lang…(Beelden: archief willekeurig)

Alleskunner…..

Alleskunner…..

Terwijl ik dit blog schrijf faseert de Nederlandse Luchtmacht haar laatste F-16’s uit. Een vliegtuig dat het langer vol heeft gehouden dan vooraf wellicht bedacht en meteen ook een groot compliment voor de ontwerpers. Niet zoals tegenwoordig door sommigen gedacht Lockheed-Martin, maar General Dynamics, het vroegere Convair.

De F16 werd al in de jaren 70 ontworpen en vloog voor het eerst in 1973. Het was een toestel voor alle taken die normaal door diverse militaire toestellen moesten worden uitgevoerd. En de kist werd uitgebreid getest tegen o.a. de tweemotorige Northrop YF-17 waarvan de eenmotorige F-16 het uiteindelijk won.

Zo kwamen er flinke orders binnen van de USAF maar ook van de meeste Europese landen. Een deel van die productie liep via Fokker wat zorgde voor de nodige compensatie voor de bedragen die ook Nederland ging besteden om die F16 in de luchtvloot te krijgen. In 1978 begon de productie, en het toestel bleek wereldwijd een enorme hit. De piloot zat niet rechtop in zijn cockpit onder de grote glazen kap, maar leunde iets achterover. Daarbij had hij geen stuurknuppel meer in zijn hand maar een joystick wat zorgde dat de machine veel nauwkeuriger te vliegen viel.

Bochten nemen met 9g was nu mogelijk en door de half liggende positie van de piloot hield die dat ook nog even vol. De prestaties van de F16 waren zodanig dat de machine ruim 2000km/u snel kon zijn, 1250km ver vloog op een enkele brandstoflading en ruim 15km hoog opereerde. Daarmee was hij op dat moment elke vijandelijke machine de baas. De opwaardering van een krijgsmacht met de super inzetbare machine als deze maakte de slagkracht ook zodanig dat de ‘vijand’ zich wel even bedacht voor deze iets akeligs zou bedenken.

De F16 kon ook als jachtbommenwerper worden benut, als verkenner en was er ook als leskist aangeduid als F16B. Nederland was erg tevreden over de F16 en deed diverse tussentijdse updates om de vloot bij de tijd te houden. Maar door de jaren heen moesten deze straaljagers ook optreden in conflicten en op plekken waar ze extra leden onder de omstandigheden. F16’s deden dus in dienst van de gebruikers ook echte oorlogstaken. Zo vlogen ze boven voormalig Joegoslavie, maar ook op andere plekken waar ze niet voor de gein aanwezig waren maar voor het eggie. Intussen zijn er ruim 10 verschillende uitvoeringen bekend van de F16 en worden ze nog steeds nieuw gebouwd. Tweedehands kisten gaan grif van hand tot hand. Een deel van de Nederlandse vloot vond elders een weg en de route via de Balkan naar Oekraine zal daarbij het meest bekend zijn. Voor dat land is die F16, tweedehands of niet, een enorme stap vooruit bij de bestrijding van de Russische Luchtmacht. Niet voor niets is Poetin boos over de levering. Intussen is bij ons de F35 Joint Strike Fighter de vervanger geworden voor de F16’s. Nog geavanceerder wellicht, krachtiger en tot nog meer in staat. Maar die F16’s gaan we nog missen…. Gelukkig staan er links en rechts wat in musea. En vliegen er nog zoveel in de wereld (bijna 10.000 stuks geleverd) dat ze nog wel wat decennia zichtbaar zullen zijn. (Beelden: archief)

Tussenpaus…..

Tussenpaus…..

Terwijl de Starfighter (zie blog 1404 jl) de snelle jongen werd in onze luchtmacht was er ook behoefte aan de vervanging van oudere toestellen als de F84F Thunderstreak en de Lockheed T33 trainer. Men keek hiervoor naar lichtere en wendbaarder typen dan die Starfighter, maar uiteraard ook naar goedkopere alternatieven. Daarbij werden Amerikaanse voorstellen gesteld tegenover die uit Frankrijk. Omdat we samen met de Belgen onze militaire piloten trainden en die zuiderburen kozen voor de Mirage van hun eigen zuiderburen was de overweging niet zo gek. Maar uiteindelijk kozen de specialisten van de Koninklijke Luchtmacht voor de tweemotorige Northrop F5A Freedom Fighter. Een sterk toestel dat veel taken aan kon en waarvan en een paar duizend werden verkocht en gebruikt door naties in heel de wereld.

In Oktober 1966 koos Nederland er voor om de aangepaste NF-5A te kopen voor het takenpakket dat men voor ogen had bij deze toestellen en daarnaast nog eens een serie van 30 stuks NF-5B tweezitters voor het betere trainingswerk. Bij de NF-5A paste men constructies toe die ook op de doorontwikkelde F5E van Northrop waren te zien. Zo kon de machine veel scherper draaien dan de standaard-versie. De bouw zou plaatsvinden in Canada, maar grote stukken van de romp kwamen van Fokker in Nederland. Eind jaren zestig startte men de opwaardering van de vliegbases waar de NF-5A zou worden ingezet en in 1970 startten de leveringen aan operationale squadrons. De uitvoering van de Nederlandse ‘Freedom Fighters’ zoals de Amerikanen ze noemden was zodanig dat piloten er heel enthousiast over werden en de machine een goede naam opbouwde in onze militaire dienst.

Waren de NF-5’s eerst gecamoufleerd uitgevoerd, in de jaren tachtig kregen de vliegtuigen een grijze beschildering en werden alle kentekens sterk verkleind om zo de zichtbaarheid in de lucht voor de evt. vijand te verkleinen. Een enkel exemplaar werd ingezet als demovliegtuig en kreeg dan juist weer een zeer opvallende rood/wit/blauwe uitmonstering. De NF-5A bleek een goed vliegtuig en werd veelvuldig ingezet bij oefeningen en taken die een Starfighter niet zo goed aankon. Met zijn twee motoren was het ook een veilig toestel en hij kon veel hebben. Uiteindelijk werd de machine afgelost door de General Dynamics F-16 die als opvolger voor zowel de Starfighter als deze lichtgewicht jager zou aantreden. Maar dat duurde nog even… (Beelden: archief/Internet )

Lawaai? Nee, prachtig geluid…

Lawaai? Nee, prachtig geluid…

In deze tijd van beroepsklagers, linksextremisten en namaakomwonenden is het geluid van vliegtuigen alleen al een reden om de hele dag te roepen dat de hele sector maar moet verdwijnen. Dat geldt ook voor de militaire luchtvaart. Ook al zijn we bang voor Rusland of Hamas, die luchtverdediging moet geen lawaai maken natuurlijk en de frustro-klagers (Leeuwarden heeft er ook last van) zagen het liefst dat alles wordt geregeld met zweefkisten en luchtballons. Maar dat zal niet snel gaan gebeuren. Het vliegtuigtype waarover ik het nu ga hebben was in die zin bepaald geen stille jongen.

De typische huil van de J79 straalmotor en de zwarte streep uitlaatgassen die de machine achterliet als niet vol gas werd gevlogen, maakte de Lockheed F-104G Starfighter tot een opvallend toestel. En dat niet alleen. De bouw van de kist was zodanig dat je kon spreken van een vliegende motor met piloot er in waaraan men twee messcherpe vleugels van korte spanwijdte had gemonteerd en een T-vormig kielvlak dat de Starfighter een heel bijzonder uiterlijk gaf.

Na een lange aanloop voor de beslissing en wat smeerolie via een bekende Prins van Oranje (zo ging het verhaal) kocht onze Luchtmacht (en die der Belgen) in navolging van de Duitsers deze superkist waarbij o.a. Fokker weer een behoorlijk deel van de productie voor haar rekening zou nemen. Trainingsvliegtuigen (in feite operationele machines met twee zitplekken in de cockpit) werden als een soort steunprogramma geleverd door de V.S. Onze Starfighters sloten naadloos aan qua uitvoering bij die van de Duitsers.

De G in de type-aanduiding had daar ook mee van doen. (G=German Initiative). Omdat ook elders in Europa die Starfighter de standaard jager zou worden werden diverse productielijnen geopend. Ook in Italie en Duitsland. Later kwamen er ook Starfighters uit Canada en Japan. Gek genoeg heeft Amerika zelf maar relatief weinig van deze toestellen gekocht of ingezet. De VS kozen in plaats daarvan voor de F106 Delta Dart van Convair in relatie tot haar eigen luchtverdediging. Onze vliegers (en met name ook de Duitse piloten) moesten wel erg wennen aan die Starfighter. Het was bepaald geen zweefvliegtuig en als je landde moest dat dus met ‘gas er op’ waardoor de snelheid bij die landing al rap 300km/u bleek te zijn. Remparachutes soms nodig om de snelheid op de baan kwijt te raken en in latere situaties monteerde men een haak onder de staart die dan speciaal gespannen remkabels moest pakken in geval van nood.

En nood kenden vele vliegers van de Starfighters. Er gingen er in Duitsland heel wat onbedoeld naar beneden door allerlei oorzaken. Een straalkist die dik Mach 2 kon vliegen en best gecompliceerd in elkaar stak was weinig vergevingsgezind. Bij de Duitsers werd de machine vrij snel de ‘weduwmaker’ genoemd. In ons land kenden we ook de nodige crashes en incidenten, maar eenmaal goed getraind als piloten en gewend aan zijn eigenaardigheden bleek de Starfighter een goed vliegtuig. En geschikt voor vele taken. Hij kon hoog komen, snel bij zijn beoogde doel zijn en ook een aardig last aan wapens meenemen. Meest opvallende feit in zijn Nederlandse geschiedenis was wel de aanval op een trein bij De Punt om daar een einde te maken aan een gijzeling van vele dagen door Molukse kapers.

Alleen al door met vol gas en naverbrander aan over die trein heen te vliegen was een formatie Starfighters goed voor enorme verwarring bij die kapers die daarna door grondtroepen werden geneutraliseerd. Toen de General Dynamics F16 werd gekozen als opvolger van de Starfighter ging de Luchtmacht over tot een zoektocht naar landen waar men bij uitfasering van die kisten kopers kon vinden.

De meeste exemplaren gingen toen naar Turkije en Griekenland. Van de in totaal 138 Starfighters die Nederland ooit had zijn er nu nog maar een handjevol over die veelal te zien zijn in of bij musea. Elders in de wereld zijn er nog enkele als demo-vliegtuig in gebruik. Waarmee men die vele fans van het toestel tot ontroering kan brengen door dat specifieke geluid en die gevlogen bochten met de naverbrander aan. Voor de bekende klagers natuurlijk een ramp. Maar die tellen voor mij uberhaupt niet meer mee want die klagen al over een flapperende huismus. Het verhaal van de Starfighter is terug te lezen in het boekje van A. vd Zeeuw dat uitkwam in de reeks Vliegend in Nederland. Ik kocht dat in 2010 bij een Kringloopwinkel en las het onlangs helemaal uit. En genoot. (ISBN 9071553035) (Beelden: Yellowbird archief)

Bijster fraai; Hawker Hunter…

Bijster fraai; Hawker Hunter…

Als opvolger voor o.a. de Gloster Meteors (zie blog 10 maart jl) kocht de Nederlandse regering de bijster fraai gevormde Hawker Hunter. Een straaljager die voor het eerst vloog in 1951 en in staat bleek net op de rand van de geluidsbarriere te opereren. Aangedreven door een Rolls Royce Avon straalmotor werd de machine al snel besteld door de Royal Air Force maar ook buitenlandse luchtmachten zoals de onze deden een bestelling voor deze potente straalkist. De Hunter was niet alleen een goed en geducht luchtwapen, maar ook een fraai ontwerp. En een oude wet in de luchtvaart is dat als een vliegtuig fraai oogt het ook als zodanig vliegt.

Door de jaren heen werden de Hunters ook verbeterd. Daardoor konden ze meer taken aan en werden ook sneller, namen meer lading mee en werden daarnaast zeer geliefd bij hun vliegers. De Hunter was een betrouwbaar vliegtuig. Voor de opleiding van piloten werd een tweezitter ontwikkeld die ook in onze luchtmachtkringen werd gebruikt. Heel wat Hunters bleven ook relatief lang in gebruik. Dat gold ook voor de KLu exemplaren. Hunters deden zelfs nog dienst toen de F104 Starfighter al was geintroduceerd. Nederland had de Mk4 en 6 in gebruik naast de TMk7 trainers.

Als je in de jaren zestig naar Soesterberg afreisde zag je ze daar volop opereren. Maar uiteraard ook op andere bases was die Hunter een bekende verschijning. Bij andere landen vlogen die Hunters soms ook in conflicten. Zoals in het Midden-Oosten, maar ook in de oorlog tussen Pakistan en India. En waren ze soms een lastige prooi voor de tegenstander als de vlieger in de Hunter de nodige ervaring had. Tegenwoordig is het een gewaardeerd museumstuk, maar zijn er ook nog wat vliegend bewaarde exemplaren te bewonderen. Een elegante machine die natuurlijk niet alleen om zijn schoonheid werd gewaardeerd maar meer voor zijn praktische bruikbaarheid. En o ja, die Hunter werd net als die Meteor ook gewoon gebouwd (licentie) bij Fokker op Schiphol. Dik 190 van deze vliegtuigen verlieten daar de fabriekshallen. Best iets om trots op te zijn en een bewijs dat wij met dat Fokker een prachtig stukje industrie in huis hadden… (Beelden: Archief)

De eerste….

De eerste….

..straaljager van onze Koninklijke Luchtmacht kwam uit Engeland. Hij heette de Meteor en was gebouwd door het toen nog bestaande bedrijf Gloster. Dat bouwde deze tweemotorige machine al tijdens WO2 en dankte haar ontwerp aan de ontwikkeling van de straalmotor die de Britten nog steeds toeschrijven aan Sir Frank Whittle. In Duitsland had men overigens intussen ook al een stel straaljagers in gebruik en die werden met wisselend succes gebruikt in de strijd tegen geallieerde bommenwerpers.

Dat toestel van Messerschmitt had ook twee motoren maar was anders van ontwerp dan het Britse toestel. De Meteor had rechte vleugels en de motorgondels maakten onderdeel uit van dat ontwerp. De piloot zet redelijk ver naar voren in de cockpit onder een plexiglazen kap, de bewapening van de machine voorin de neus.

De RAF was eerst nog wat terughoudend bij de eventuele bestelling van deze machines, maar toen Engeland door de Duitsers werd bestookt met V1 raketten die min of meer lukraak op een doel werden afgeschoten maar pas neerploften als de brandstof op was, had men voor de luchtverdediging vliegtuigen nodig die deze raketten qua snelheid konden aanpakken. Dat bleek de Meteor te kunnen.

De eerste Meteors hadden nog wat experimentele motoren, latere versies kregen de Rolls Royce Derwent in de vleugels die zorgden dat de best traditioneel ogende machines toch al tegen de 1000km/u snel konden vliegen. Opmerkelijk was ook dat de Britten exemplaren van de Meteor schonken aan de Amerikanen ‘voor studie-doeleinden’, iets waar ze later best spijt van kregen omdat de Amerikaanse vliegtuigindustrie daar best mee werd bediend. Hoe dan ook, de V1’s werden door de Meteor redelijk effectief bestreden en de steeds verbeterde versies kregen een aardige naam en faam bij de Britten.

Maar ook buiten het Engeland van toen was men onder de indruk en zo kon het gebeuren dat zowel Nederland als Belgie Meteor’s bestelden voor hun luchtverdediging. Een deel daarvan bij Fokker gebouwd en ingevlogen. Dat was voor veel militaire vliegers in onze landen best wennen. Omscholingscursussen waren dringend nodig, ondanks alles kregen beide luchtmachten te maken met aardig was crashes en incidenten. Toch kreeg men met deze straaljager een aardige strijdmacht op orde die paste bij de eerste jaren van de Koude Oorlog. In dat kader kreeg de Meteor ook een stevige tegenstander aan de Russische Mig’s 15 tijdens de Koreaanse Oorlog. Die Migs waren niet alleen sneller ( met dank aan door de Britten geleverde straalmotoren die de Russen snel kloonden..), ze hadden ook kanonnen aan boord waarmee ze de Meteor het leven goed zuur maakten. De ervaringen waren zodanig dat werd besloten om de Britse straaljagers voortaan alleen nog maar te benutten als jachtbommenwerpers en niet meer als echte straaljagers.

Die taken werden voortaan verricht door Amerikaanse jagers die wel waren opgewassen tegen de Migs. Hoe dan ook, de Meteor diende jarenlang bij onze Luchtmacht. Werd vervangen door de elegante en veel potentere Hawker Hunter. Enkele exemplaren bleven bewaard. De diverse musea in ons land hebben er vaak wel eentje staan ter bewondering of verbazing. Feit is dat deze machines onze defensie een hele stap vooruit deden zetten in slechts een paar jaar tijd. Ging men in 1940 de Duitsers nog te lijf in tweedekkers of vliegtuigen met vaste landingsgestellen, na dat conflict deden we mee met de grote landen. Omdat we nooit meer wilden worden overrompeld door een vijand. Gek genoeg is dat denken anno nu vrijwel weer helemaal verdwenen. Maar dat is een andere discussie…… (beelden: archief Yellowbird/internet)

Geheimhouding en spionnen….

F-16 Airfield attack Scan10004Mijn leeftijd geeft aan dat ik nog stam uit de tijd van de koude oorlog. Het oosten was de vijand en wij in het westen deden alles goed. Simpele wereld. In stand gehouden met allerlei middelen die de eventuele geheimen van ons land of continent niet zouden overhevelen naar de vijand. Die luisterde immers mee. En naar later bleek, inventiever dan wij zelf maar konden vermoeden. Spionnen overal en vaak tot na de Wende actief. Laster bleek dat ook bij bedrijven spionnen rondlopen die o.a. in staat bleken geheime atoomonderzoeken weg te sluizen uit ons land richting Pakistan. Men dankt daar de ontwikkeling van hun atoomwapens deels aan onze onderzoekingen op dit punt. Concurrenten kunnen er ook wat van en ook ik kreeg ooit geleerd dat je soms even moet rondneuzen op plekken waar informatie lag die voor bijvoorbeeld een af te spreken inkoopprijs van belang kon zijn. Allemaal voor het hogere doel, een betere marge of succesvoller verkoopstrategie. Intussen zijn we 25 jaar na de Wende en is de wereld totaal veranderd. Moslim-extremisten domineren het nieuws, of ze nu hier actief zijn of elders in de wereld.

Cutlass resizer-nl2877c3cd733d9d7 Een oorlog wordt uitgevochten tussen verschillende bloedgroepen van dat geloof (voor zover je daar van mag spreken) en dat strijdtoneel is gesitueerd aan de grenzen van onze Europese beschaving. Als er dan een coalitie wordt gevormd om de meest barbaarse groepen onder die strijdende partijen buiten de deur te houden is daar op zich niets mis mee. Maar, deze groepen trekken weer mensen aan uit onze landen, die menen dat daar waar zij wonen geen recht doet aan hun oprechte geloof in het eeuwige gelijk. Extremisme en terrorisme zijn het gevolg. Al dan niet onder het tapijt geveegd door al te naïeve Europeanen en Nederlanders die alles afdoen als incidenten en niet zien als een structureel gevaar voor onze ontwikkelde samenleving. In de media wordt de Nederlandse bijdrage aan de coalitie in Irak en Syrië breed uitgemeten.

type039song01large19df2jz9Als een F-16 piloot zijn laarzen aantrekt is dat bij wijze van spreken al nieuws. Als dan een F16 een stel bandieten uitschakelt wordt het voorpaginawerk. ‘Onze dappere piloten’ etc. Maar juist die nieuwtjes zijn droog hout op het vuur dat brandt in de lijven van hen die menen dat er een heilige oorlog moet worden uitgevochten tegen dat vreselijke westen waar ze zelf vrijwillig zijn komen wonen. Enige terughoudendheid lijkt mij dan ook op zijn plek. Geheimhouding over de operaties die het westen en met name Nederland uitvoert in die landen zeker ook. Spionnen zijn er altijd geweest. Alleen nu koesteren wij ze als medelanders en nemen aan dat alles wel goed komt. Mij interesseert het niets of die F-16’s van ons deelnemen aan de strijd tegen die lui of niet. Ik ben al blij voor de piloten dat die kisten na al die jaren nog vliegen. Maar waakzaamheid t.a.v. uitgezonden informatie is geboden. De vijand luistert mee, en soms wel van heel dichtbij….