Terwijl in veel landen door de daar actieve vliegtuigfabrikanten nog enthousiast werd gewerkt met hout en linnen als bouwmaterialen, bedacht o.a. Donald Douglas in de VS dat een vliegtuig ook van metaal zou moeten kunnen worden gebouwd. Was hij daarmee de eerste? Zeker niet. Want het Duitse Junkers werkte al met dat lichte en sterke materiaal, en ook de Sovjet-ontwerper Tupolev deed dat. Maar Douglas voegde op verzoek van de toenmalige grote luchtvaartmaatschappijen nog iets extra’s toe.
Zijn eerste ‘blikken’ passagiersvliegtuig (term komt van Albert Plesman, de grote man van de KLM in die jaren..) kon waar het moest op een van de twee motoren vliegen en was zodanig gestroomlijnd gebouwd dat hij relatief snel vooruit kwam, al was het maar omdat het onderstel kon worden ingetrokken. Wereldleider op luchtvaartgebied Fokker in die periode werkte liever niet met dat laatste systeem, immers je wist maar nooit of een van de motoren het liet afweten, indertijd een veel voorkomend euvel, en dan kon je met een vast onderstel altijd meteen landen.
Maar al die argumenten en bezwaren waren niet van toepassing op de DC-1 die op 1 juli 1933 (deze maand dus 90 jaar geleden) zijn eerste vlucht maakte. De machine kon 12 passagiers vervoeren en bezat alle eigenschappen om de potentiele clientele te bevredigen. Zoals het toen grote Trans World Airlines dat er wel een stel wilde kopen. Maar dan moest die DC-1 nog wat toegevoegde waarde krijgen. Dus kreeg hij krachtiger motoren, werden de opvallende steunen tussen de twee motoren en de romp verwijderd en kreeg de kist een iets langere romp. En veranderde de aanduiding in DC-2.
TWA bestelde er meteen 20 van, maar daarnaast werd de sensationele machine (in zijn tijd) ook besteld door andere klanten waaronder KLM. En die machines werden geleverd via de Europese Douglas-agent, Fokker! Want de slimme Nederlandse vliegtuigbouwer wilde KLM niet kwijt als klant en ondanks dat hij zelf niets zag in dat aluminium waarmee Douglas zijn vliegtuigen bouwde verdiende hij via een omweg alsnog aan die orders van KLM.
Een bekende DC-2 was natuurlijk de PH-AJU ‘Uiver’ die de sensationele luchtrace van Londen naar Melbourne wist te winnen in zijn klasse, en tweede werd in de snelheidsrace. Uit de DC-2 ontstond later de meer dan bekende DC-3. Eerst ontwikkeld als passagiersvliegtuig, flink groter dan de DC-2, zodat er onderweg ook in kon worden geslapen. De Douglas Sleeper Transport werd goed verkocht en kwam ook voor WO2 bij KLM in gebruik.
De Tweede Wereldoorlog maakte van de passagierskist DC-3 de transportmachine C47 Skytrain. Met versterkte vloer en grote vrachtdeuren werden er duizenden van gebouwd. En kreeg de kist bij de Britten de nu nog befaamde naam ‘Dakota’. Die naam zou hij nooit meer kwijtraken. Dakota’s werden na de oorlog veelvuldig doorverkocht aan civiele bedrijven die daarmee de nieuwe of oude luchtverbindingen konden opzetten, zo broodnodig in die jaren. Ook KLM kreeg er tientallen in gebruik.
Later vlogen ook Martinair en Schreiner Airways met Dakota’s en tot nu toe worden ze nog steeds gebruikt al neemt het aantal rap af. Naar verluid zijn er van die DC-3/C47 in totaal dik 11.000 exemplaren gebouwd. Naast Amerikaanse toestellen werd de machine ook in Rusland gebouwd (Li2) en zelfs in Japan. Het is een vliegtuigtype dat een enorme stempel zette op ons denken over vliegen of het vervoer van vracht. De visie van die Donald Douglas was dus achteraf bekeken geniaal en we mogen blij zijn met dat gegeven en koesteren die machines die al bijna een eeuw deel uitmaken van ons industrieel erfgoed. En ons als volk ooit zeer trots maakte op KLM en haar rol in de wereldluchtvaart. In deze periode waarin de negatieve types constant de luchtvaart bashen is het wel eens goed om daar nog eens op te wijzen. (beelden: Archief)