
Ik had even, een kort moment maar, niet door wat men bedoelde met het begrip ‘dickpick’ en hoorde ‘Dik’s pics’ toen dit een paar dagen terug ineens een affaire bloot legde (..) bij Ajax. Het bleek dat een voetbalmanager bij die club meiden op kantoor met appjes en foto’s van zijn eigen geslacht opjoeg richting een kennelijk door hem gewenst mogelijke soort opwinding die zou kunnen leiden tot….. Ja wat eigenlijk? Zijn vrouwen gevoelig voor de al dan niet errecte toestand van een mannelijk lid en daardoor bereid tot verkeringsvormen of meer? Ik kan het me niet voorstellen.

Bij navraag in de vrienden/familiekring bleken weinig dames overtuigd van nut en noodzaak van die beelden. Omgekeerd vonden mannen blote borsten en meer afkomstig van dames nog wel erg interessant(..). Vrouwen hechten weinig waarde aan de essentie van plastische seksualiteit, zeker als die hen wordt opgedrongen door mannen die hun golflengte van denken en verlangen niet snappen. Vrouwen willen prinsen op het witte paard voor hun kamers zien komen. Mannen met armen vol geschenken. ‘Rozen, rumbonen en rode wijn, dat moet voor vrouwen toch voldoende zijn’ zo luidde ooit een zinsnede uit een liedje van Koot en Bie.

Vrouwen willen kennelijk veroverd worden op fraaie eilanden, waar de champagne rijkelijk vloeit, hun leven in luxe en welvaart kan verlopen, en de liefde van hun leven de harten verovert met constante aandacht en zorg. Niet met beelden van hun eigen fysiek dus. Uit onderzoek van medio vorig jaar bleek ook dat vrouwen die al in een relatie verkeren bij de keuze tussen een dagje stomende seks of een middagje shoppen met de creditkaart van hun lovers, in meerderheid kozen voor dat laatste. Seks hoort er voor hen bij, ze krijgen daar hun kinderen door, maar om er nu de hele dag mee bezig te zijn, nee! Voor mannen ligt dat toch anders. Wij zijn jagers en blijven van jong tot oud als zodanig (in gedachten) actief. We zien overal ‘prooidieren’ en beoordelen die vooral op uiterlijk en pas later op hun karakter. Voor mannen is dat laatste minder interessant.

Met een biefstuk ga je ook geen relatie aan, daar geniet je van als je die consumeert. Veganisten doen hetzelfde maar dan met een bak salade. Kortom, een wereld van verschil in denken en doen. Het verklaart wellicht waarom de reacties zo verschillen bij mannen en vrouwen. Vrouwen vinden die aandacht van mannen die niet te paard maar in hun Fiat Panda voorbij komen niet interessant. Mannen zouden titpicks zien als compliment. En zo verklaarde ik even waarom het soms zo mis gaat in de omgang tussen de geslachten dezer aarde. En waarom men in sommige culturen kiest voor huwelijken van een man met tot 7 vrouwen. Elke dag een andere….Hoeft Dik geen pics te sturen ook. Heeft toch wel iets. Maar ja waar vind ik die vrouwen die willen aansluiten? Toch maar eens wat foto’s schieten dan….. (Foto’s: Archief)






‘Ach, als je dan toch graag reist en vliegt en je wilt ook nog iets bijverdienen zal ik je aanbevelen bij dat bedrijf waar ze o.a. AJAX-reizen verzorgen’ was de stelling van Ruud Breems. Hij had net daarvoor gesproken met de baas van dat spul die hem had gevraagd of hij er zelf iets voor voelde. Meer dan ik zelf, was mijn chef een AJAX-fan en probeerde elke wedstrijd van de club te volgen. Voor mij was het iets wat hoorde bij Amsterdam. Meer niet. Toch meldde ik me aan voor die trips. Best leuk leek me. Al moest ik dan wel snipperdagen opnemen om er van te mogen genieten. In maart 1973 was het zover. AJAX ging spelen in Munchen en er werd een vlucht georganiseerd door dat bedrijf en ik samen met twee anderen uit andere branches geselecteerd om de vlucht te begeleiden. Ik had geen enkel idee wat te verwachten. Maar stond in de vroege ochtend van maart 1973 met een passagierslijst in de handen en een reeks tickets om de te verwachten reizigers in te checken en uit te leggen hoe die reis zou gaan verlopen. We zouden vliegen met een uit Denemarken ingehuurde Boeing 720, kon een man of 120 in en die kwamen uit alle windstreken, maar deels ook (gek genoeg) uit de Haagse Schildersbuurt.
Dat inchecken was geen punt, verliep prima. Net als de vlucht naar de Beierse hoofdstad. In de trip zat een bezoek aan het Technisch Museum in Munchen, wat zeer interessant bleek, net als het Olympisch dorp dat een jaar eerder zo heftig getroffen was door Palestijnse terreur. ‘s-avonds met de hele meute naar het Olympische Stadion om AJAX te zien spelen. Wat een bak was dat, zo groot, en allemaal brullende Duitsers. Het werd 2-1 en daarmee konden de fans en ik zelf best leven. Terug met de bus naar het hotel en slapen. Volgende dag een busexcursie (onderweg in het vliegtuig verkocht) naar Schloss Neuschwanstein, Oberammergau en de Alpen.
Prachtig uitje. Maar een deel van de passagiers was in Munchen achtergebleven en was daar aan het scharrelen geweest. Men liep er vermoedelijk van kroeg tot kroeg. Toen wij terug waren met de bus uit het excursiegebied hadden we nog maar kort de tijd om alle koppen te tellen. En duidelijk te maken dat de bus om 7 uur in de avond van het hotel af vertrok omdat het vliegtuig op tijd moest starten vanaf Munchen Airport i.v.m. de sluiting van het vliegveld na een bepaalde tijd. In die jaren had je ook al van doen met milieuregels.. Toen we als reisleiders in de bussen zaten en bij het hotel wachtten op de nog steeds missende passagiers die in Munchen uit waren geweest, liep de klok verder en verder. De chauffeurs werden nerveus, wij ook. Een kwartier extra gewacht en toen besloot ik dat het genoeg was en we zouden gaan rijden. ‘Het vliegtuig wacht niet’ was mijn credo. Wie alsnog mee wilde moest maar met de taxi komen.
Eenmaal ingecheckt voor de vlucht bleken we drie passagiers te missen. Die heb ik niet meer gezien. Wellicht met de trein naar huis gegaan of ze zitten daar nu nog. Wij vertrokken op tijd en de overige passagiers vonden het geweldig dat we zo strak op het schema hadden gelet. Later bleek dat evenementenbedrijf precies zo te denken. Men zag in mij een geboren reisleider. Maar ik zelf had er even tabak van. Overigens bleek ik daar later, diverse trips gemaakt met autodealers, persvertegenwoordigers etc,(Zie: Leven met de Vliegende Pijl – 2018/9) veel baat bij te hebben gehad. Je pikt toch iets op van die vroegere ervaringen. Of ik een echte reisleider was? Geen idee. Feit was dat ik volgens de organisatie ook flink had bijgedragen aan de winst op die trip met de verkoop van de uitjes, maar ja die vond ik zelf ook leuk natuurlijk….(Beelden: Yellowbird archief)
Er was een tijdperk dat zelfs ik iets had met voetballen. Niet omdat ik die sport nu zo goed kon beoefenen, als we het ‘putten’ in de straat even vergeten voor het gemak. Als ik in clubverband speelde was dat vaak als keeper of als halfspeler. Niks in de voorhoede. Maar wel effectief. Zeker als een tegenstander me voorbij wilde en ik dan de van Co Prins overgenomen ‘schoffel’ toepaste was ik lastig te passeren. Co Prins zegt ie? Wie? Nou, van de vele fenomenen die het Amsterdamse voetbal ooit kenmerkten was dit een grote. Geboren in 1938 en gevoetbald voor god en de duivel was hij als gevolg daarvan voor niemand bang. Zeker niet voor scheidsrechters of spelers van de tegenpartij. Het onderuit halen van een tegenstander deed hij effectief. Hij speelde jarenlang bij Ajax, Oranje, maar ook in Duitsland en Amerika. In België werkte hij jarenlang als trainer. Man van een grote mond en ik denk een klein hartje. Typische Amsterdammer. Minder begaafd als de alom betreurde maar ook bejubelde Johan uit Betondorp.
Zijn karakter was een ding om rekening mee te houden. Ik maakte hem eens mee in een kroeg aan de Amsterdamse Amstelstraat waar mijn lease pa regelmatig zat voor de ‘autohandel’ in die jaren. Cootje Prins zat daar ook regelmatig. En dat was goed te merken. Een jaar later zag ik hem spelen in het Olympisch Stadion. Hij speelde zoals hij sprak. Zoals later Hazes zong of zoals die volkszanger in Vinkeveen in diens stamkroeg lachte. Amsterdammers van toen waar je nu met een lampje naar moet zoeken in de hoofdstad. Co Prins’ manier van spelen sprak mij als jeugdig talent (..) op het voetbalveld zeer aan. Het maakte me overigens ook niet geliefd als speelgenoot op de velden. Men voetbalde het liefst aan de andere kant van het veld als ik was opgesteld. De Prinstechniek leidde niet tot veel applaus.
Het gestrekte been en zo. Gelukkig kreeg je toen nog geen gele kaarten. Co Prins intussen verhuisde na zijn Amerikaanse avontuur naar clubs als MVV, Vitesse en Helmond Sport. Effectief, maar ook niet geliefd. Zijn carrière kreeg nog een extra impuls toen hij meespeelde in de film Escape to Victory die ging over een voetbalelftal in WO2. Hij was te zien op tv bij de NCRV en speelde fanatiek zaalvoetbal. Een man met een karakter, zoveel was wel duidelijk. Hij overleed plotseling aan hartfalen tijdens een partijtje voetballen in Antwerpen. Werd maar 49 jaar oud. En is bij veel mensen allang vergeten. Maar niet bij mij. Te lang als voorbeeld gediend. Maar of dat nu zo’n goed voorbeeld was achteraf bezien? Ach, ik ben nooit een echt talent geweest in dat voetbalwereldje. Hij wel! Onbegrepen vaak, maar toch! (Beelden: Internet)