Bedacht merk; Mercury!

Bedacht merk; Mercury!

Zoals Toyota ooit Lexus bedacht en er wel meer voorbeelden zijn in autoland van door grotere moeders bedachte automerken, deden de grote drie in de VS die al ver voor de Tweede Wereldoorlog. Men bedacht een merk en vulde daarmee dan weer stukjes van de markt met wagens die in feite gewoon uit de moederfabriek kwamen maar met een wat afwijkende vormgeving of uitvoering. Dat deed dus ook Ford met Mercury. Dat in 1938 opgezette merk moest het opnemen tegen Buick, Oldsmobile en Pontiac van GM of DeSoto en Dodge bij Chrysler. Men voegde de nodige zaken toe bij Mercury waardoor kopers van dat merk altijd net even beter in de luxe en prestaties zaten dan de oer-Fords uit eigen huize.

Zo kreeg je na de oorlog bij een Mercury al een V8 motor waar Ford nog werkte met 6-cilinders in lijn. Mercury bouwde al tijdens de oorlog haar wagens en wist er ook nog klanten voor de vinden. Een van die oorlogsmodellen bouwde men nog een paar jaar door na 1945 en dat deed men vooral omdat vernieuwing van de modellen door de economische gevolgen van de oorlog in die jaren er na financieel onhaalbaar was. De ronde rug van de Mercury tussen 1946-48 was 1 op 1 afkomstig van Ford. Een revolutionaire verandering was bij Mercury zichtbaar toen men in 1949 kwam met een schitterende lage auto (Step-down) die meteen onafhankelijke wielophanging voor kreeg en de V8-motor gelijk meer vermogen leverde.

Die wagen kwam er als sedan, coach en cabriolet. Geliefde wagens, en later vaak benut voor ombouw tot zeer sportieve Custom-cars. Deze Mercury bleef drie jaar in productie. Toen verscheen de Monterey die al wat oogde als de later zo bekende ‘Amerikaanse sleeen’. Een voorruit uit een stuk, panoramische achterruit en meteen 25 pk meer uit dat bekende V8-blok. De potentiele snelheden gingen gestaag omhoog. De Mercury-rijder werd voor vol aangezien. De wagens van volgende bouwjaren deden daartoe nog wat schepjes metaal en vermogen bij het al bestaande en het aantal modellen groeide ook. Een prachtige Coupe uit de jaren zestig was de Marquis die standaard een vinyl dak kende en een bruut vermogen bood van 330 pk’s. 190km/u was nu in zicht voor eigenaren en die genoten vooral van de er bij behorende luxe.

Een tegenhanger voor de van Ford afkomstige Mustang werd de wat uitbundiger vorm gegeven Cougar die sportieve lieden de 200km.u deed aanraken. Bij de Cougar altijd een V8, een Mustangrijder kon nog een 6-in-lijn kiezen. Gek genoeg besloten de Mercury-voormannen om de volgende Cougar’s ook als sedan en zelfs stationcar uit te brengen. Prachtige, ruime en luxe wagens met een berg vermogen, maar geen Mustang-achtige sportieve auto meer natuurlijk. Een mastodont was ook de Marquis uit bouwjaar 1975. Over de tweeduizend kilo zwaar en bijna 6 meter lang, en ook leverbaar als stationcar was dit echt een wagen voor de verwende koper. Er tegenover zette Mercury later de Bobcat neer, een compacte auto op basis van de Ford Pinto met nu ineens een zuinige 4 cilinder of 6-in-lijn. Alles bedoeld om klanten weg te trekken bij vooral de Europese concurrentie. Wie de geschiedenis kent van de Pinto weet dat de Bobcat niet bepaald populair geworden is. In drie jaar tijd werden er net 80.000 van gebouwd en verkocht. Intussen is Mercury verdwenen. Rationalisering bij de grote Amerikaanse merken deed hen besluiten afscheid te nemen van veel van die submerken en zich te concentreren op de basis-modellen uit eigen huize. Mercury’s worden nu vooral gewaardeerd als klassiekers of youngtimers. Een deel echt gekoesterd. Maar je moet je wel een stevige brandstofrekening kunnen veroorloven om er nu nog mee rond te rijden. Want ze stammen veelal uit de tijd dat benzine nog 35 oude centen de liter kostte. En dat is heel lang geleden…(Beelden: Archief)

Stel dat…

Stel dat…

Ik weet soms wel hoe het de gemiddelde lezer van mijn schrijfselen vergaan is tot nu toe, maar ik realiseerde me onlangs weer eens dat veel wat mijn leven of carriere bepaald afhing van het toeval. Al zullen gelovigen er meteen een hogere en sturende macht bij willen halen, naar mijn idee is alles ontstaan door al dan niet gestuurd toeval. Maar dan op menselijk niveau. Het leven is er door gelopen zoals het deed. Het mijne zeker. Zo bedenk ik me dan wel eens (ik mijmer wel eens vaker heel diepgaand..) dat ik op school indertijd eigenlijk geen benul had van wat ik later wilde worden, behalve dan dat ik iets in de luchtvaart wilde doen. Het waarom zat hem in het feit dat ons huis bij toeval vaak werd overvlogen door die oude kisten van/naar het Schiphol van toen.

Daarbij speelde ook een rol dat onze straat in de jeugdjaren een bepaald levendige was en ik er in de praktijk van alle dag ook mijn eerste kennis van het automobiele wereldje opdeed. Opgeteld moest het dus wel iets worden in die hoek, maar hoe daar te komen? Wist je veel als jong mens. Het lot bepaalde anders. Op die school uit de jeugd dus werd ik net als een stuk of wat klasgenoten gewoon geronseld voor een baan op een grote bankinstelling. Inclusief bijbehorende studies en interne opleidingen. Het hield in dat ik op mijn 14e aan de slag ging in de financiele wereld. En op die bank ontmoette ik niet alleen een van mijn nu nog oudste vrienden, maar ook mijn aanstaande echtgenote. Ware ik niet geronseld was dat allemaal niet gebeurd.

Zo ging het ook later. Na de bank kwam de luchtvaart, ik berichtte er al eerder over in mijn verhalen over die wonderlijke carriere. Daarna weer zo’n toevalligheid…. Ergens halverwege moest er een andere auto komen en mijn merktrouw deed me dus zoeken naar een alternatief voor de dealer die me die eerste nieuwe Skoda had verkocht maar nu ineens in Toyota’s deed. Op die zoektocht stonden we niet alleen voor een gesloten deur bij een van die uit een lijstje gehaalde andere verkopers, maar vonden we dat daar ook een echte vieze troep binnen. Door naar de volgende dus. En dat klikte. Het resultaat was dat met die vent de relatie zodanig werd dat ik voor ik er uiteindelijk zelf zou gaan werken de nodige auto’s verkocht aan vrienden en collega’s op Schiphol en ook het bedrijf waar ik toen nog zat voorzag van nieuwe bestelwagens.

Dat leidde weer tot de overstap naar de autowereld waar ik dan opnieuw door toeval iemand leerde kennen die me later naar importeur Pon zou halen. Alles toeval, was ik in het begin een andere kant op gegaan hadden al deze zaken niet plaatsgevonden. Van sommige moet ik nu toch even niet willen bedenken dat ik ze/hen niet had ontmoet of het leven verder mee gedeeld. Van anderen kan ik me voorstellen dat het leven een stuk simpeler was geweest als het toeval me net even anders had gestuurd. Je zou er een filmscenario van kunnen maken. Toeval bestaat wel, zeker! Na die jaren in dienst van anderen kreeg ik opnieuw door toeval opdrachten in de publicitaire en trainingswereld. Ook dat was weer erg aardig en dat deed ik tot ik besloot om na dik 55 jaar hard werken iets anders te gaan doen. Maar ik weet ook zeker dat de gemiddelde lezer(es) soortgelijke ervaringen kan vertellen. Over keuzes onderweg die leidden tot wat men nu meemaakt in het heden en wellicht in de toekomst. Een woonkeuze, werk, liefde, van alles. Kom maar door…. Delen is leuk!! En mijn voorbeelden maar heel beperkt, want er is nog veel meer…..(Beelden: Archief)

Oma…

Oma…

Zag ik onlangs iemand die ik al jaren niet had gezien. ‘Jeminee, die is best flink ouder geworden’ was mijn eerste reactie achteraf. Vrouwlief, nooit wars van enige kritiek op wat ik zoal oreer, gaf meteen aan dat ik maar eens in de spiegel moest gaan kijken. Sinds ik de 60 kruisjes passeerde is ook mijn uiterlijk vertoon toch meer grootvaderachtig dan puberaal geworden. Confronterend. Sinds dat moment kijk ik ineens heel anders naar oude beelden van prachtige meiden uit het verleden. Pronkend met hun boezems en billen, lange benen en spiegelgladde huidjes waren het in mijn ogen toen seksbommen. Daartoe ook uitgekozen vaak om op de foto te worden gezet. Maar ja, ook voor hen zal de tijd niet hebben stil gestaan, net als voor mij of voor de lezer die intussen ook 40/50 jaar opschoof in de tijd.

Dus die fraaie dame van toen, zal ze geweest zijn, 20/25?, is intussen ook 70/75, en dus allang moeder geworden en/of oma. ‘Jeminee, die is ook oud geworden zeg…’. Oud worden is een natuurlijk proces bij leven en welzijn uiteraard. En het ene leven is het andere niet, en je krijgt ook het nodig mee in de genen. Zat daar een perkamenten huid in de familie krijg je die hoogstwaarschijnlijk ook, net als de dikke buiken van opa en oma, ooms en tantes en zeker je ouders. Het wordt allemaal gratis en voor niks doorgegeven. Niet gratis is het werk dat sommigen doen om er jong uit te blijven zien. Strak laten trekken wat volgens de normen strak moet zijn, wanhopig de borsten of billen blijven oppompen en waar nodig de sportschool bezoeken om de stramme leden nog een beetje soepel te houden. Ik heb er zelf voorbeelden van gezien waarbij je meteen wist dat de plasticindustrie zich voorlopig geen zorgen hoefde te maken over de omzet in de toekomst.

Spuiten dat spul. De uitdrukking volledig uit het gezicht of de hals verdwenen en om het af te maken natuurlijk een boezem die niet eens meer trilt als je er tegen aan zou tikken. Strak en stijf, niet slap en hangend. Oud is voor de dommen. Of zij die de spiegel zelden benutten om er in te bekijken hoe oud men geworden is of welke rimpels nu weer waar zijn verschenen. Toch blijft het confronterend. De strakke lijven van toen nu te zien lubberen. De fraaiheid van uiterlijk en glimlach te zien uitblussen bij mensen die je toch vroeger hoog achtte en vooral ook bewonderde. Er zijn heel wat vroegere sterren die dat niet aankonden of kunnen en op zekere leeftijd gewoon in de anonimiteit duiken. Die het haar niet meer verven, de make-upkoffer bij de kringloop neerzetten en genieten van incognito. Blijft jammer. Beetje styling kan wonderen doen. Goede kleding en wat verzorging door een kapper of visagist(e) ook. Lekker ‘luggie’ er op en hup. Klaar voor de confrontatie. ‘Mooi oud geworden, charmant gebleven’ is dan veelal mijn mening. En natuurlijk ben ik zelf het goede voorbeeld. Nou ja, op mannelijk vlak dan…. Toegeven dat we oud zijn geworden is niet mijn ding. Dus kijk en wijs ik liever naar anderen. ‘Oud geworden zeg…’ en weet ik al wat vrouwlief daarop te zeggen heeft. Blijft confronterend….. (Beelden: Archief)