Naar Frans Hals…

Naar Frans Hals…

Ja kijk, als je het schopt tot een schilder naar wiens naam een straat is benoemd in onze op zich zo fraaie stad moet je wel iets betekend hebben. Daarnaast is er een eigen museum voor de man in een andere stad te vinden en ziet men hem in kringen van kunstkenners als een schilder met een ‘stevige touch’. Nou dat klopt.

Maar eerst moesten we nog even naar binnen voor die aparte expositie binnen het in het vorige blogje beschreven Rijksmuseum. En dat was nog wel een dingetje want men had ons bij de reservering voor toegang tot die gastexpositie een tijdframe toebedeeld van pakweg een kwartier om ons op tijd te melden. Gek genoeg hadden wij zelf dat frame vertaald als zijnde geldig voor dat Rijksmuseum als geheel. Dus deden we eerst de in het vorige blog beschreven zalen en meldden ons toen met de aparte toegangsticket bij de ingang van die Frans Hals-expositie. Nou dat werd een reprimande. Niet te streng maar we waren wel te laat. Na wat uitleg en excuses mochten we alsnog naar binnen.

Niet dat het daarna veel uitmaakte want die speciale expositie was weliswaar heel interessant en fraai, er waren ook zoveel bezoekers binnen dat je vrijwel geen enkel schilderij voor jezelf had om nou eens lekker te bekijken. Met name bejaard uitziende bezoekers (wat zijn wij dan nog jong…) deden hun best om zo lang mogelijk voor elk kunstwerk van de vrolijke Frans te blijven staan en elke kwaststreek uitgebreid te bewonderen en door te spreken met andere mensen uit de groep waartoe men behoorde. Dat er nog vier of vijf rijen dik mensen achter ze stonden…? Jammer dan… Dus liepen wij toch in een wat hoger tempo dan van te voren bedacht langs al die Halskunst.

Op enig moment was het zelfs zo druk dat mensen als haringen in een ton half verdwaasd in een ruimte stonden met kennelijk nog interessantere kunstwerken van de man met de straat en het museum op zijn naam. Wij vluchtten. In dit soort groepen wil je niet verkeren. Althans ik niet…Tegen de stroom in liepen we naar de uitgang van de expositie. Eigenlijk jammer, want deze expositie was nu net waarvoor we eigenlijk kwamen. Vrolijke lieden op het doek, mensen die je bijna levensecht aankijken vanuit het verre verleden, groepen, duo’s, mannen en vrouwen. Soms met botte koppen, dan weer verfijnd. Frans Hals was een groot kunstenaar. Buiten kijf. Maar ik ga nog eens terug om alles wat meer op het gemak te kunnen bekijken. Heel vroeg wellicht….Want dit was toch best een beetje teleurstellend. Zeker als je nog een reprimande krijgt ook….:) (Beelden: Prive)

Na 60+ jaren…

Na 60+ jaren…

Als geboren en getogen hoofdstedeling erken ik meteen dat ik een paar van de door buitenlanders en mensen uit de provincie regelmatig bezochte aantrekkelijkheden van onze stad graag mijd als de pest. Reden, de enorme drukte in en rond die vaak cultureel vol gepakte plekken. Zo ben ik nog nooit in het Achterhuis geweest waar ooit Anne Frank ondergedoken zat en meed ik het Rijksmuseum alleen al omwille van de vele files van mensen voor de ingangen. Maar een aantal weken terug waren we er alsnog te gast.

Aanleiding, een expositie over Frans Hals. Daarover later meer in deel 2 van mijn bloemlezing over de kunst en die schilder. Het Rijks is een paar jaar terug enorm verbouwd. Dat verbeterde de lichtval was het nieuwe verhaal en ook de in/uitgangen waren aangepast aan de veranderde situatie waar bezoekers dagelijks bij de duizenden passeren. Wij hadden gereserveerd, de museumkaart in de knuisten, maar mochten alsnog toch in een rij plaatsnemen die zich schuifelend naar de ingang begaf.

Eenmaal daar binnen moet je door een veiligheidscontrole (logisch in de huidige tijden met dat extreemlinkse nulmensenvolk dat kunst beklad..) en kunt dan je jas en tassen kwijt in de ruime maar drukke garderobe. Ook daar weer een rij mensen voor ons. Ik was al bijna weggelopen als al die mensen van het Rijks niet zo aardig waren en behulpzaam. Daarna gingen we met een soort landkaartje van het museum aan de slag om e.e.a. te verkennen. Dat we daarbij een belangrijke spelregel over het hoofd zagen vermeld ik later nog een keer. In ieder geval zagen we de kunstwerken die het Rijksmuseum maken tot wat het is. De schatkamer van onze kunstzinnige geschiedenis.

Meteen ook de plek waar je de vaderlandse geschiedenis voorbij ziet komen. Vastgelegd door schilders, beeldhouwers en meubelmakers uit afgelopen eeuwen die soms een wel erg hoog innovatief en kunstzinnig karakter bezaten. Rembrandt natuurlijk een favoriet en dat was ook te zien. Het ziet er zwart van de mensen bij de Nachtwacht. Helaas is die om dezelfde veiligheidsredenen omringd met plastic schermen (gevolg reflectie van achterliggende ramen bij foto’s maken) en staan er zoveel mensen voor dat je op enige afstand moet constateren dat dit in feite een aardig schilderij is, maar dat de heer van Rijn wel betere dingen heeft geschilderd tijdens zijn carriere.

Je ziet onze zeehelden in dat museum, maar ook oude bestuurders als de Gebroeders de Witt. Ga je van de ene periode naar de andere moet je vooral trappen gebruiken want liften zijn niet te vinden of buiten gebruik. Daar hadden wij geen last van hoor, maar voor hen die lastig ter been zijn best een dingetje. Opvallend is ook als je al die kunst bekijkt dat de afgebeelde mensen vaak heel vrolijk in beeld zijn gebracht. Vertrutting kwam pas later aan de orde en men hield wel van een blote borst of meer. Zet ik dat anno nu op mijn blog en andere sociale media krijg ik meteen de zedenpolitie van die organisaties achter me aan, ik heb me dus maar ingehouden. Na een paar uur lopen langs al dat fraais (kijk ook naar de werkelijk schitterende architectuur van het museum zelf en de gebrandschilderde ramen..) gingen we op weg naar de uitgang. Jassen en tassen opgehaald, en dan zoeken. Bordjes Exit zijn niet te vinden. Wel een informatiebalie, waar een aardige dame ons de weg wees.

Daarbij constateerden we dat we wederom trappen op moesten. Nogmaals voor ons geen probleem, maar toch… Na dik 60 jaar was ik er dus weer eens. En dat viel niet tegen. Ik blijf het een erg drukke toestand vinden. Maar eenmaal aan het genieten van al dat fraais vergeet je snel de nadelen. Wie geen museumjaarkaart heeft betaalt 23 euro p.p. voor de entree. Dat is best geld, maar in vergelijking met andere musea met bepaald minder te bieden valt het nog wel mee. In een volgend verhaal ga ik even in op de expositie van Frans Hals…

(Beelden: Prive)

Expositie met een toeslag…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Wij hebben een Museumjaarkaart. Al een reeks van jaren! En dat op zich bevalt goed hoor.  Al wordt die kaart met het jaar duurder, een gevolg van het grote succes in ons land. Je betaalt een vast bedrag en kunt in principe 70% van de landelijke musea verder gratis naar binnen. Bij sommige musea hanteert men zelfs een voorkeursbehandeling ten aanzien van mensen met zo’n kaartje. Je hoeft dan niet in de wachtrijen te gaan staan. Musea, sommige althans, zijn zeer in trek geraakt en dat zorgt soms voor enorm lange rijen. Ook de Hermitage in de hoofdstad bezoeken we graag, ik deed daar al wat keren verslag van. Nu lopen er op dit moment maar liefst drie losse exposities, een met Hollandse, de andere met Spaanse meesters. En er is nog iets met buitenkunst. Omdat die exposities met die meesters in mei afloopt was het onlangs weer eens nodig het gebouw aan de Amstel te bezoeken. Samen met hele groepen binnen- en buitenlandse bezoekers zo bleek al snel bij de ingang.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Was het voorheen een kwestie van je kaartje bij een automaat houden en dan een geprint toegangsbewijs ontvangen waarvan de barcode zorgt voor openen van de glazen toegangsdeuren, in dit geval was dat niet mogelijk. Nee, we moesten aansluiten in de rijen. Dat duurde even, tot vrouwlief, altijd goed in het ontdekken van een kassa met minder aanbod van klungelende mensen, bij de kassa stond. Wat zij niet, ik wel had gelezen, voor die exposities die men nu hield was een toeslag vereist van 2,50E p.p. p.e. Kijk, en dat is wel wat erg duur als je ook al rekent wat die MJK al kost. We besloten de expositie te laten voor wat het was. Het moet niet te gek worden natuurlijk. Minder service, meer betalen? Nee, dat bevalt ons niet. Gaat ook om het principe. Maar dat kan ook aan ons liggen natuurlijk.

Philips Brand store

WP_20150508_026Als we dan toch bezig zijn met de culturele uitstapjes die we onlangs deden als onderdeel van een paar dagen met lieve vrienden weg, bezochten we ook Eindhoven. Nu is dat om verschillende redenen een stad om vooral aan voorbij te rijden, al was het maar om het verschrikkelijke centrum waar je uren kunt rond dwalen zonder de juiste weg te kunnen vinden. Maar men heeft ook een tweetal op het eerste gezicht aardige musea in huis waarvan de oorsprong te vinden is in de geïndustrialiseerde positie van de stad. Men had en heeft er de DAF-fabrieken en natuurlijk Philips. Bedrijven die diep in de genen van de stad zijn terug te vinden. Ooit, lang geleden al weer bezochten we eens het Evoluon, een geweldig leuk doe/en kijkfestijn. Een presentatie van de toen nieuwe Philips Cd-spelers zorgde er voor dat wij ook zo’n ding kochten en er heel veel plezier aan beleefden.

WP_20150508_012Maar dat opvallende gebouw heeft een andere rol gekregen en de geschiedenis van Philips verpakte men sindsdien in een eigen Philips Museum dat echt in het hart van de stad te vinden is. Dat maakte ook dat rondrijden zo ‘aardig’, je kunt het met de auto eigenlijk niet goed benaderen. Slechts gele omleidingsborden (er wordt overal gebouwd en herbouwd) verwijzen naar het museum, maar dat is dan weer niet voor het parkeren bedoeld. Tamelijk verwarrend. Hert museum zelf is in een modern gebouw gevestigd, kent geen Museumjaarkaartklanten, althans die kaart werkt hier niet, dus de entree is 8 euro p.p. en 4 euro voor kinderen. Eenmaal binnen moet je echt zoeken naar de juiste route. Of dat nu komt door het nieuwe van de expositie of dat men er gewoon niet aan heeft gedacht, geen idee.

WP_20150508_014In ieder geval is wat je te zien krijgt aardig, redelijk informatief, maar ook wel een beetje aan de magere kant voor wat je betaalt. Veel reclame, medische artikelen, weinig tot geen werkende apparaten van vroeger en nu. In mijn tempo van kijken, ik scan eerder dan dat ik alles bestudeer, was ik in 20 minuten rond. Mijn gezelschap deed er 5 minuten langer over. Nee, dit is geen lekker museum waar je nu eens echt de toch niet geringe prestaties van het Philips-concern voorgeschoteld krijgt. Dat moet toch beter kunnen. Daarbij was het personeel niet zo van de vriendelijke, men controleerde meer dan dat men informeerde en dat hielp niet mee om het geheel een betere dan de huidige lage positie mee te geven op onze bezoeklijst. Het Philipsmuseum moet echt meer gaan doen aan museale taken en wat minder als Brandstore werken. Want betalen voor reclame is zelfs mij een gruwel. Zeker voor deze prijs.