Kamfer

Kamfer

Niets menselijke is ons vreemd als individu, dus als we ons zelf een juk omhangen met zware geestelijke stenen en menen dat we in ons leven zonder van buiten komende aantrekkelijkheden of vleselijke lusten kunnen omdat het geloof of de daar op ingestelde sekten ons hiertoe aanzetten, valt of viel dat in de praktijk altijd erg zwaar. Een middel om die lichamelijke lusten te onderdrukken was een lichte toevoeging van kamfer aan het eten of drinken. Bij zowel mannen als vrouwen onderdrukte het een wellicht wat te sterk libido en zo kon je dan jarenlang in een klooster verblijven zonder dat je de Opperheer ontrouw werd en al dan niet de hand aan je zelf of de medebroeders of zusters sloeg. Kamfer is een wonderlijk goedje.

Het zit verwerkt in mottenballen, wordt gebruikt als desinfectiemiddel, men benut het bij het balsemen, zit in vuurwerk, het beschermt je tegen insecten, men verwerkt het in anti-jeukmiddelen en zo meer. Ook tegenwoordig is de stof in pillen, poeders en drankjes gewoon verkrijgbaar al zal dit vooral in de alternatieve winkels zijn. Het op zich best giftige spul kan bij teveel gebruik ook zorgen voor epilepsie-aanvallen, verwarring, irritaties, spierkrampen en zo meer. Tel dit nu eens op bij wat je vaak vanuit die oude geloofsverhalen naar buiten ziet komen en trek je eigen conclusies.

Veel zieners en profeten zaten wellicht aan dit spul?? Geen idee natuurlijk, maar ware het goedje ook aan pastoors, kapelaans, dominees en andere kerklieden gegeven zaten we nu wellicht niet met al die Metoo en kerkschandalen. Waarbij ik direct aanteken dat ik denk dat als je de katten niet op het spek bindt en gewoon goed te eten geeft dat hele kamferspul niet nodig zou zijn. Laat die zo gelovige lieden gewoon trouwen of tenminste van de vleselijke lust gebruik maken. Als er al een oppergod bestaat zal hij of zij zeker snappen dat wat je zelf in de schepping hebt ingebakken zeker ook bedoeld is geweest om te gebruiken. Zoals we (ook in kloosters) ook doen met andere zintuigen en kennelijke onderdelen van het menselijke lichaam. En de erfzonde van de christenen zat niet in het seksuele maar in het verbod van God om van een boom te eten. Adam en Eva, naakt op aarde gezet om van elkaar te genieten, maar die boom…daar moesten ze niet van eten. Hoe lastig kan het zijn zou je denken. Daarbij, vanuit mijn huidige blik op de wereld, een naakte Eva voor mijn stoel, bank of bed zou me niet eens aan fruit doen denken. Nee hoor, dan heb ik te druk met andere dingen. Maar ja, dat mag natuurlijk niet. Dus maar een kamferpilletje nemen dan? Of toegeven aan?? U mag het zeggen…. (beelden: internet)

Biecht…

Biecht…

Wat is het fijn om katholiek te zijn….. Mooie slogan, zeker in de tijd dat dit geloof nog echt inhoud voor me had. Want je kreeg, in tegenstelling tot veel anderen in de omgeving, nog echte normen en waarden meegeleverd bij dat geloof in een hogere macht die alles zag en daarop boos kon reageren als je niet snel genoeg spijt betoonde en om vergeving vroeg.

Dat kon vrij simpel bij de Roomse kerk, want het instituut biecht bestond daar. Daartoe moest je dan in de grote katholieke kerk om de hoek van onze woonstraat op gezette tijden naar een afgescheiden hoekje van het gebouw waar je dan zgn. biechtstoelen trof waarin een vertegenwoordiger van God en Paus achter een gordijntje wachtte op de bekenning der zonden. Nu was ik niet zo sterk van die zonden, dus die biecht was best een opgave. Hoe beken je iets wat je niet hebt gedaan. Maar het geloof ging niet uit van zondenvrij leven, achteraf snapte ik wel waarom. Wie vrij van zonden is werpe de eerste steen en die gelovigen bleken en blijken op een aantal punten niet geheel vrij van blaam t.a.v. de eigen Tien Geboden.

Voor een jong mens was het dus in dubbel opzicht een martelgang. Maar God zal dat best hebben geweten. Die vergaf me alles. Ook de leugentjes die ik maar ‘bekende’ en de koekjes uit de denkbeeldige trommel thuis die ik me zogenaamd ongevraagd had toegeeigend. Ik deed dat nooit, keek wel uit, banger voor de toorn der ouders dan die liefdevolle maar strenge God, want die had ik nooit gezien of gevoeld, de handen van mijn leasepa wel. Biechten dus. En dan als penitentie een paar oefeningen van berouw bidden. En klaar was de meninggever weer. Met een zucht van verlichting de kerk uit.

Tot de volgende keer. Zolang ik op school zat en onder het strakke regime viel van de kerk hield ik het vol, daarna nooit meer gedaan of geweest. Als God bestaat weet hij wel dat ik me min of meer aan zijn regels heb gehouden en ook dat ik soms rechter in de Leer was dan vele van die vertegenwoordigers die de katjes in het donker knepen. Zeker toen. Gelukkig deden ze ook veel dingen goed. De rest vergeef ik ze. Maar wel even 600 oefeningen van berouw bidden….op de stenen vloer van een koude kerk….(Beeld: Yellowbird beeldarchief)

Lekker maar duur; Ron’s Gastrobar!

wp_20161121_001We waren zeer benieuwd hoe het eten er zou zijn en zeker ook de vaak door andere bezoekers geroemde ambiance. Ron Gastrobar in Ouderkerk a.d. Amstel is een van de vestigingen van deze door meesterkok en prima ondernemer Ron Blauw opgezette keten. Befaamd om de goede keuken, in dit geval een Indonesische. Meester Ron Blauw zelf was tijdens ons bezoek aan deze vestiging niet te vinden in het restaurant. Het wordt gedreven door een team van zijn gespecialiseerde chefs. Deze zaak is te vinden aan de Amstelveense en zuidelijke kant van Ouderkerk, vlak bij het vermaarde Groot Paardenburg en Loetje. De entree doet niet vermoeden dat hier een redelijk ruim restaurant achter ligt. Dat is in een soort T-vorm opgezet, waarbij de bovenste streep van de T aan de achterkant te vinden is. Mooi ingericht dat restaurant, weinig mis mee. Dat geldt ook voor de menukaart, al is dat meer een folder dan een echte kaart. De gerechten zijn interessant, maar de prijzen ‘stijf’. De grote rijsttafel die wij bestelden was nog wel te doen, maar alles wat je extra bestelde kostte geld. Een fles water (zonder bubbels) zelfs 6 euro. De wijn, van behoorlijke kwaliteit, 22 Euro. Toetjes zijn allemaal 9 Euro. Dat zijn geen budgetprijzen.

Overigens was het eten verfijnd lekker. Je overeet je er overigens niet aan, ons van oudsher bekende Indische restaurant Djago in Amsterdam-Zuid biedt domweg grotere porties, maar de smaak was zeker op hoog niveau. Dat gold niet voor de bediening. Die was (gestoken in uniform van een of ander cateringbedrijf) netjes, efficient, maar weinig persoonlijk. En het geluidsniveau in het restaurant is domweg te hoog. We konden aan de toegewezen tafel met goed fatsoen niet met elkaar praten zonder de stem stevig te verheffen. Dat is in goed gezelschap best een nadeel. Er was door de vriendin uit ons gezelschap die ons had geintroduceerd in het restaurant vooraf bij reserveren aangegeven dat we een jarige in ons midden hadden. ‘Daar zou men iets leuks voor doen’. Nou? Niks! Gewoon niet geregeld. En als je dat dan bij elkaar optelt zie je dat het rapportcijfer niet hoger komt dan 7.5. En dat ligt echt niet aan het eten. Dat was top. Maar er is meer nodig om je een leuke avond in een goed restaurant te bezorgen. En helaas was dat  nu net de zwakke schakel hier.