
Toen ik onlangs langs een zwaar christelijke kerk in onze buurt liep en daar een lijkwagen voor de deur zag staan omringd door in het zwart geklede lieden die kennelijk betrokken waren bij een uitvaart waarbij psalmen en verhalen uit de Bijbel hun werk zouden doen, kreeg ik toch een wat ondeugende ingeving. Hoe zou het die overledene zijn vergaan. Gewoon licht uit en weg? Of toch scheiding van geest en lichaam en dan ontdekken dat er niet zoiets is als een Hemel waardoor je ‘boven’ voor een dichte deur komt te staan? Of zou dat licht er echt zijn geweest en keek die ziel nu gelukkig terug naar zijn/haar stoffelijke resten die zo trouw te kerke waren gegaan en met volle overgave de wereld der voorgangers had aangehoord en naar de kern van het geloof teruggekeerd?

Ik heb ooit wat documentaires bekeken over mensen die in de bloei van hun leven vol in het geloof stonden en ‘zeker wisten dat..’ maar op oudere leeftijd en voor de deur van het eeuwige ineens ernstig twijfelden. Sommigen vonden daarbij dat ze bij leven hun tijd hadden verspild aan al die regels en voorschriften van hun kerkgenootschap, anderen accepteerden lijdzaam en bedachten zich dat het in de Bijbel levend van hen een beter mens had gemaakt.

Toch lijkt het me aardig confronterend als blijkt dat al die informatie die je een leven lang tot je nam of neemt eigenlijk berusten op een grote leugen. Dat er niks is! Geen Hemel, geen maagden die op die mannen wachten, vrouwen komen er uberhaupt bekaaid af, of dat blijkt dat die Hemel eigenlijk gewoon de Hel is en dat het leven zoals tot de dood geleid min of meer die Hemel moest voorstellen. Ik hou wel van het gesprek hierover. Stellig zijn sommige standpunten van de ware gelovigen.

Twijfel toch vooral bij hen te vinden die hun geloof gedag zwaaiden en verder leefden in de waan van de dag. Veel in alle haarvaten slechte mensen trekken zich van het hierna…weinig aan. Die leven als God in Frankrijk en zien wel wat er zal gebeuren als ze n u of straks aan hun eindje komen. Ik zelf geef er geen echte mening over hoor. Simpelweg omdat we niets weten over dat fenomeen. We zijn vaak abstract in acceptatie of afwijzing, maar geen van beide stromingen heeft bewijzen voor het een of ander. We volgen de voorgangers die er mooie verhalen over vertellen, of we lopen in een grote boog om alles heen wat met godsdienst van doen heeft. Hoe dan ook, je ziet dat je met een simpele observatie zo kunt komen tot een aardig blogverhaal. In de hoop dat jullie in je reactie ook mee willen praten over hoe je zelf naar deze materie kijkt…Dank daarvoor! (Beelden: Archief)


Het net nieuwe jaar was slechts een paar dagen oud of we stonden al bij een druk bezochte begrafenis en namen afscheid van een man die we vooral hadden leerden kennen als hard werkend en vol humor. Een vent die ooit in de bloei van zijn leven een bedrijf had overgenomen van zijn oom en uitbouwde tot een onderneming van internationale allure. Hij werkte als een buffel, maar bleef intussen wel in de omgang normaal en plezierig. Dat hebben veel van die ‘succesvollen’ niet. Hij wel. En hij leidde ook de volgende generatie binnen het gezin op. Tot geweldige managers die toen hij uiteindelijk besloot om te stoppen en meer te genieten, zijn intussen behoorlijk grote onderneming op juist wijze zouden kunnen leiden. Hij zelf werd kort daarna ineens ziekelijk. Hobbelde van de ene kwaal naar de andere en als hij dan van de ene was genezen meldde de volgende ellende zich weer. Moest ook nog eens ondergaan dat zijn partner ernstig ziek werd en zo bleken ze als paar tamelijk kwetsbaar. De aftakeling kwam veel te snel. En onlangs kwam het einde. Veel te vroeg.
Samen met honderden genodigden en gasten die kwamen uit respect of omdat ze de betrokkene goed kenden uit prive- of zakenleven, keken we terug naar dat verleden, de onderneming, maar ook de kracht die hij uitstraalde ondanks alle ellende. Een paar maanden eerder zaten we nog samen aan een gezellig diner. En lachten als vroeger om allerlei gekkigheid. Hij was met al zijn tegenwoordige gebreken zijn humor nog niet kwijt. Het werd een gekoesterde avond. En dan ineens is de man weg. Hemelen! Weer een die je als jong mens hebt leren kennen. In de bloei van het leven. Onkwetsbaarheid natuurlijk als jeugdige zekerheid en toen wilden we niet horen over mogelijkheden van te vroeg doodgaan of ernstig ziek worden. Dat was iets voor ouderen. Maar ja, wat is oud tegenwoordig. Ik schreef al eens over die dik 100-jarige die nog volop in het leven staat.
Een beetje gezonde geest in een fit lichaam zorgt nog steeds voor dat idee dat wij gewoon door kunnen blijven gaan met leven. Niets kan ons stoppen. Maar in de praktijk is dat toch anders. Hele verpleeg- en ziekenhuizen liggen vol met mensen die dat ook dachten. Het is soms goed te beseffen dat niet alles automatisch is te regelen zoals we dat als mens graag willen. We beschermen onze dierbaren, dieren, bezittingen, maar bij uitval van een simpel orgaan zijn we zo kwetsbaar als de eerste de beste goudvis in een niet bijgehouden kom zonder vers water of voedsel. Dan wordt het knokken, afzien en overleven. En wordt alles relatief. Dan rest de bijschrijving in de geschiedenis. Al dan niet digitaal. Al vrees ik dat het laatste niet voor altijd zal gelden. Al doen we nog zo ons best totaal op ons zelf ingesteld te zijn, eenmaal weg ben je snel vergeten. Mits je een grote familie hebt die jaarlijks aan je terugdenkt. Maar wie is dat gegeven?? Alles is relatief. En deze serieuze noot moest ik toch even kwijt…
Als een eik wordt geveld valt hij met veel gekraak. En dat geldt ook voor mensen die een onvergetelijke indruk maakten tijdens hun expressieve leven. Zo’n vent was Victor. Ik leerde hem via vrouwlief en haar collega/vriendin bij de Gemeente Amsterdam kennen. In 1968. Een stoere en voor vrouwen zeker aantrekkelijke vent met een snor en lang haar. Vrijbuiter, verhalenverteller, warm, half Oekrains en met een jeugd die niet meteen bol had gestaan van liefde. Die liefde zocht en vond hij bij het andere geslacht en daar was hij succesvoller dan tien mannen zoals ik bij elkaar opgeteld. Hij had dan ook veel mee. Als vriend was hij trouwens ook noest en sterk. Je wist over het algemeen wat je aan hem had en we beleefden ook heel wat avonturen samen. Vlogen overal in en heen, hij introduceerde me in de wereld van het fotograferen met een SLR-camera. Ik hem in de wereld van de luchtvrachtlogistiek. Hij was daarin een typische olieman. Je kon hem wegsturen naar bestemmingen in het Verre Oosten of Afrika. Altijd regelde hij onze bedrijfszaken prima maar had hij daarbij meestal ook meteen weer nieuwe relaties opgedaan of andere uitgediept. Hij reed in het begin vooral op de motor. Talloos zijn de verhalen die daarover te vertellen zijn. Van onwillige Russische merken tot fraaie BMW’s. Hij verkaste en verhuisde op enig moment.
Naar Nieuw Vennep. Bouwde daar direct weer een nieuwe kring vrienden en relaties op. Zijn brede inborst zorgde voor veel genoegens. Die vrienden werden deels ook weer vrienden van ons. En opnieuw werd er gevlogen en genoten. Samen in een stichting actief die de luchtvaart wilde redden tegen het toen al veel te heftige geblaat van Groenlinkse milieurakkers. Samen een luchtvaartblad maken. Met nog meer mensen, maar Victor was van de relaties. Dat kon hij als de beste. En fotograferen. Of luchtvaartavonden organiseren waarbij hij half Schiphol thuis uitnodigde en die mensen dan zijn zelfgemaakte films liet zien. En als het even kon ook zijn collectie Laurel & Hardy films. Want ook dat was een passie. Hij bleef in die luchtvaartsector actief, ik koos voor de auto’s. Onze levens bleven verbonden via de passie voor de luchtvaart maar de carrieres volgden een ander pad. Deden nog wel wat leuk was. Tentoonstellingen, bladen maken, vliegen.
Op het tripje dat we onlangs maakten met onze vriendjes uit de polder kwamen we ook dit keer traditiegetrouw bij elkaar op voor beiden een uurtje rijden van de resp. woonomgeving. Die ontmoetingsplek ergens in het noorden van Brabant. Dat doen we al een paar jaar zo en het werkt prima. Lekker een bakkie doen met een taartje bij de lokale banketbakker en daarna naar een daar gelegen super-discount-store waar we altijd met iets naar buiten komen wat we voorheen nooit zelfs maar zouden hebben overwogen te kopen. Geweldige winkel met een enorm breed aanbod. Daarna gaan we dan door naar de bestemming van onze trip. Dit keer ging dat iets anders dan gepland. De auto zetten wij bij die ontmoetingen altijd neer voor de grote katholieke kerk van dat Brabantse plaatsje. Gemakkelijk te vinden en de auto veilig onder de ogen van de lokale parochie. Deze maal werden we bij terugkeer verrast. Tientallen leden van een landelijk bekende motorclub hadden zich verzameld rond een lijkwagen.
Bij aankomst daarvan werden de vele Harley’s even op volle toeren hoorbaar gemaakt. Indrukwekkend.
En de parkeerplaats kende maar een enkele uitgang. Op enig moment beende een van de stevige motormannen op ons af. Dat voelde niet goed. Angst is een slechte raadgever, maar ook ik lees de kranten… Het viel mee. De man sprak ons keurig netjes aan. Of we ook bij de familie behoorden. Dan konden we nu evt. naar binnen. Wij vertelden dat we met onze auto’s vast stonden op de parkeerplaats en er graag uit wilden. Geen probleem, hij regelde dat even. Twee tellen later was er een uitgang van de parkeerplaats vrijgemaakt en reden we langs de opgestelde mannen. Dankjewel! Een stille zucht van verlichting verliet mijn keel…. Ach een beetje kwekken met zo’n man is prima, maar dit waren er wel erg veel……