Onderscheidend geluid…

Onderscheidend geluid…

Wie zoals ik altijd bezig is geweest met de logistieke wereld van alles wat vliegt of rijdt krijgt vanzelf een soort extra sensor voor niet alleen beeld maar ook geluid. Ik schreef daar in het verleden al eens over. Met die sensor kan ik ook de geluiden van vliegtuigen of auto’s onderscheiden en ik weet nog goed hoe de oude NBM-bussen klonken die in de hoofdstedelijke Wibautstraat warm stonden te draaien voordat hun dienst aanving richting het Het Gooi.

Anders dan je wel eens tegenkomt bij de soms erg wonderlijk redenerende grachtengordelgeneraties die menen dat alles wat momenteel vliegt of rijdt geen enkel geluid mag maken (dit in tegenstelling tot hun eigen door en door verwende kroost..) ben ik van mening dat elk voer/vlieg/vaartuig een eigen soort geluid moet doorgeven aan de omliggende wereld.

Al was het maar omdat ik die geluiden fraai vind. Zo zijn daar de vliegende toestellen van dat land dat zichzelf zo in de nesten werkte door onder vrijwel dictatoriaal regiem een buurland binnen te vallen en daar dood en verderf te saaien; Rusland. Dat land kende ooit een geweldige en ook omvangrijke vliegtuigindustrie die naast een reeks militaire toestellen ook de nodige civiele machines de lucht in stuurde. Bedenk maar eens dat hun ooit door de Sovjet-staat bestierde maatschappij Aeroflot een dikke 11.000 toestellen in gebruik had. Gemaakt door grote namen als Antonov, Beriev, Mil, Ilyushin of Tupolev. En over dat laatste ontwerpbureau schreef ik onlangs (15-9) al een heel verhaal.

De toestellen van Tupolev waren allemaal bijzonder en maakten ook een geheel eigen geluid. Juist die toon van de straalmotoren maakte dat je meteen wist dat er een Rus onderweg was. Ik vloog er zelf wel eens een paar maal in en dat vond ik een waar genoegen. Al waren dat dan machines in Tsjechische dienst en wist ik dat die net een tikkie beter werden onderhouden. De typerende krijs van de Tu-134A was een waar genoegen voor een enthousiasteling als ik ben. De grotere Tu-154-reeks had ook haar eigen geluid.

De eerste reeks gaf een soort gil af als de startmotoren de turbofans aan de slag hielpen, latere versies kregen een meer conventioneel soort startcyclus. (https://www.youtube.com/watch?v=Uejeh7T2VM4). Bij de Britten had je de BAC111 met zijn typerende huilgeluid voor de Rolls Royce motoren wanneer die aan de slag gingen en bij de DC-8-63 van o.a. KLM was elke motor goed voor een heel specifiek bijgeluid voor de start van de krachtige straalmotoren. Toestellen als deze boden je ook in de start een geluidsniveau van 120dB wat tegenwoordig ondenkbaar is geworden. Voor de Russen maakt dit niks uit. Die kennen Timmermans niet en denken vooral aan het eigen belang en vervoer. En niemand die daar klaagt. Soms kent zo’n dictatuur zo haar eigen pluspunten….. Maar nu ben ik niet helemaal serieus uiteraard….(beelden: Archief)

De geneugten van de rode Tsjech….

Ik maakte jullie als lezers in juli jl al eens bekend met het feit dat wij in een redelijke opwelling hadden besloten om onze trouwe blauwe compacte Tsjech in te ruilen voor een kek ogende rode van zeer recente datum. Wel aan, het rijden met de rode tornado bevalt tot nu toe meer dan goed. Al was het maar omdat de auto allerlei zaken heeft toegevoegd gekregen die we van de blauwe niet kenden. Die was ook al aardig van de luxe soort, maar deze rode lijkt alles mee te hebben gekregen wat men in de VW-Groep nog ergens op de plank had liggen. Zo springen ‘s-avonds de lichten even aan als ik de auto openmaak met de sleutel. Op afstand, dat spreekt. Hij maakt dus even duidelijk waar hij staat, maar geeft ook aan waar eventuele stoepranden of andere obstakels te vinden zijn. Dat licht gaat ook vanzelf aan in een tunnel of als het ineens donker wordt. Dat zelfde geldt voor de ruitenwissers. Druppels op het raam en hup, wissen…..Hoe harder het regent hoe sneller die bladen op en neer gaan.

Pure luxe en verwennerij. Mooi is ook de bekleding. En dan die opbergbak onder de voorstoelen. Handig. Ik word helemaal vrolijk van die fraaie velgen en bijbehorende Continental-banden. De grotere afmetingen maken dat ik veel eenvoudiger over verkeersdrempels heen kan rijden dan voorheen. Slakkengang maakte plaats voor die van een beetje hongerige rups. Maar ook het veercomfort is verbeterd. Ook opvallend, de meeste ritten gaan tegen een nog wat lager brandstofverbruik. Het aanwijzen als Euro6b voor de motor zorgt ook voor een betere verbranding en uitstoot, maar zeker ook voor zuiniger ritten. Op en neer naar Duitsland is de 1:22 al gehaald. Dat kon ik in die blauwe alleen bereiken als ik echt slechts 80km/u bleef rijden in de vijfde versnelling. Het audiosysteem is verbonden met het stuurwiel.

Wat is dat handig in de praktijk. Zenders wisselen of hard en zacht zetten van het volume is een genoegen. Ik word er vrolijk van. Iets minder vrolijk werd ik door de brief van het CJIB. Want de rode is ontmaagd. Eerste bekeuring binnen. In Leiden, toch net even te snel gereden en hup, op de flits. 49 euro meneer! Dat was even jammer, maar ja, kan de rode Tsjech niks aan doen. Die doet wat de baas wil. En die is derhalve meer dan tevreden. En voor hen die het interessant vinden, intussen zijn we 5.500 kilometer verder qua ervaring met deze zuinige vierwieler….(Beelden: Yellowbird archief)

In memoriam; oude digitale camera!

WP_20151010_002Onlangs probeerde ik het nog eens. Ik was de afgelopen zomermaanden weliswaar actief met fotograferen, maar nam daarvoor de smartphone mee of de compacte Japanner die me intussen al weer enige tijd vergezelt. Voor het Schipholwerk heb ik een grote Japanner met wissellenzen. Kortom, de Amerikaanse HP-Camera die ik nu een jaar of tien in mijn bezit heb deed vooral dienst als binnencamera. Voor de collecties en zo. Prima ding dat ik indertijd kreeg als alternatief voor een goedkopere HP die het na een sessie al liet afweten. De HP850 was een fijne compact camera, met nog slechts 4,5 MP, wat indertijd een enorme stap vooruit was vanuit de eerdere 1,5 camera’s die ik toen benutte. De HP had vier batterijen die redelijk lang meegingen, maar vooral een goede lens, een snelle processor en dat leverde goede kwaliteit op aan digitale foto’s. Ik liep er nog wel eens de stad mee rond om als een toerist overal plaatjes te schieten. Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan en al snel waren die 4,5 MP’s toch wat beperkt en wilde ik meer. De Olympus camera’s die ik kocht als opvolgers hadden resp. 8,5 en 14 MP, de huidige smartphone passeert de 20MP al en heeft een geweldige lens om alles op te nemen.

WP_20151009_010De HP ging naar de secundaire fotosessies. Op een statief en dan maar foto’s maken. In totaal ruim 10.000 of meer. Lekker was dat je met een simpele druk op een knopje scherp kon stellen op 30cm afstand. Bij modelfotografie van groot belang. Maar juist daar ging het op enig moment verkeerd. Dat schakelaartje deed het op een bepaald moment meer niet dan wel. Ook raakte hij soms de datum kwijt in zijn geheugen. Maar het einde kwam sneller dan gedacht toen ook nog het dekseltje van de batterijhouder plotseling uit elkaar barstte. Het grendeltje compleet afgebroken. Natuurlijk nog even door geklooid met plakband en een elastiekje, maar alles bij mekaar opgeteld werd het toch een manier van werken die niet langer zo kon doorgaan. Afgelopen week was het afgelopen. Elke keer als ik een foto wilde maken schoot hij in een modus dat hij alles opnieuw wilde opstarten. Daar wordt je echt mesjogge van. Dus einde oefening. De HP gaat naar het grof vuil, onherstelbaar versleten. Ik doe hem met enig verdriet weg. Maar gelukkig lag er nog een Olympus met 8,5 MP, klein en handzaam en volledig van metaal. Nu eens zien of ik daarmee net zulke lekkere foto’s kan schieten als met de HP. Want een ding is zeker, kwalitatief kon die HP er wat van. Vandaar dit in Memoriam.