Isolatie…

Isolatie…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p9160189_edited.jpg

Soms vraag ik me af wie nu wie in de maling neemt bij al die metingen op gebied van klimaat of milieu en al helemaal als een of andere overheidsinstantie ineens ongevraagd in onze buurt foto’s maakt van de panden waarin wij wonen. Dit doet men om zogenaamd een beeld te kunnen krijgen van wat bij wie aan warmte of andere zaken verloren gaat en dan daarmee een actie aan te bieden om ons huis ‘extra te isoleren met een korting van maar liefst 1000 euro per adres’.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p9160191_edited.jpg

Men maakte warmtescanbeelden van alle huizen, ook van het onze en gaf via een officieel uitziend rapport aan wat er allemaal mis was met dat bescheiden stukje thuis waarin wij al ruim 30 jaar wonen. Als ik die scan zie viel dat kennelijk allemaal niet mee. En de organisatie die hier achter steekt was het hier gaarne mee eens. Er moest meteen worden ingegrepen wilde ik dat klimaat redden. Maar nu even over de feiten. Precies op de plekken waar dit rapport over rept als ‘onvoldoende’, hebben wij in het recente verleden voor een kapitaal nieuwe isolerende kozijnen, ramen, deuren en zo meer laten monteren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p9160190_edited.jpg

Alle glas is HR++ en wij weten inmiddels al een paar jaar dat dit veel scheelt t.o.v. de vorige items die daar al wat jaren zaten. Daarnaast gingen we over op elektrische koken, we lieten onder de vloer de boel isoleren en hebben door eerdere verbouwingen ook een aardig inzicht over isolatie op de bovenste verdiepingen. Dat het rapport ook rept over verlies van warmte via de ventilatieroosters snap ik nog wel, sterker nog, wij hebben vaak een raam op de kiepstand overdag, want we houden van frisse lucht in huis.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: januari-2007-003.jpg

En met vier katten als familie is dat soms geen overbodige luxe. Kortom, we hebben er aardig voor geinvesteerd en maakten het huis tot een goed functionerend onderkomen qua warmte en koelte. De CV-ketel is onlangs vervangen door een hyperzuinig apparaat en het rapport komt me dus niet gelegen. Ik vertrouw het niet en zie meteen dat er organisaties en bedrijven aan willen verdienen. Een aantal jaren terug was er ook al zo’n actie, toen nog zonder foto’s, maar wel om onze huizen hier totaal te laten omvormen tot geisoleerde bunkers. Bleek dat hetzelfde Energieloket haar eigen bevriende bedrijven had die men graag langs de deuren stuurde om ons van alles en nog wat aan te smeren. Bleek dat een deel van de huizen (ook het onze) allang bepaalde maatregelen in zich droeg en en bewoners geen behoefte hadden aan nog meer. Mensen zijn geen slaven, we zijn eigenaars, we maken zelf uit wat we wel en niet doen, en als….dan vooral omdat het comfortabeler is. Daarbij, geld groeit bij de meesten niet op de rug, het moet ergens vandaan komen. En de wereld redden staat minder prominent beschreven in de eigen doelstellingen dan het overeind houden van een beetje leven na (in mijn geval) 55 jaar hard werken. Kortom, de aangeboden energiecoach laat ik maar even op zijn lauweren rusten. Doe ik zelf ook. En geniet intussen van de rust en het feit dat die fraaie ramen en deuren me zomer en winter meer dan bevallen. Die 1000 euro is een fooitje in vergelijking met wat me dat eerdere ver/gebouw allemaal kostte…. (Beelden: archief)

Amsterdamse drieassers..

Amsterdamse drieassers..

De Tweede Wereldoorlog hakte er wat betreft het rijdend materieel van de Amsterdamse GVB stevig in. De bezetter nam een deel van de tramvloot mee naar huis als souveniers nadat het duidelijk werd dat Nazi-Duitsland op haar retour was. Dus moest men na de bevrijding roeien (rijden) met de riemen die men had. En die riemen waren schaars en ook min of meer uitgewoond. Toch kreeg men al snel een soort van rijschema overeind en konden de Amsterdammers weer naar school of kantoor met het openbaar vervoer. Men leende intussen trams uit andere steden, verbouwde oudere trams op zodanige wijze dat die wat meer comfort boden dan voorheen. Maar men snapte ook dat er nieuwe trams bij moesten komen die dat comfort nog eens extra zouden verhogen.

En na lang wikken, wegen, bekijken, onderzoeken en experimenteren besloot men een order te plaatsen in eigen huis. Een ontwerp van het GVB zelf kreeg de voorkeur boven allerlei andere trams vanuit fabrikanten die ook wel aan de slag wilden voor de Amsterdammers. De drie-assige trams waren geboren. Wagens met een erg aardig en toen modern uiterlijk. Vouwdeuren voor in- en uitstappen, een aparte zitplek voor de bestuurder en ook de conducteurs. Het signaal voor stoppen bij een halte werd voortaan visueel gegeven via verlichte glaasjes in de wagens en door een afgesloten cabine met verwarming waren deze trams een grote stap vooruit ivm de oudere blauwe twee-assers.

Een ding was wel jammer, want de beste aandrijving voor deze trams zou moeten komen uit Duitsland en dat was natuurlijk in die tijdsperiode ondenkbaar. Dus besloot men motoren te gebruiken uit oudere tramtypes die waren of werden gesloopt. Omdat de nieuwe trams nogal lang en zwaar bleken waren die motoren voor de moderne trams aan de zwakke kant. Daarbij moesten ze vaak over de hogere bruggen van de stad heen met volle last en dat ging niet van een leien dakje. De drieassers waren met hun aanhangers ook zodanig lang dat men sprak van ‘treinen’ en die konden op de lijnen die bijvoorbeeld door de smalle Leidsestraat heen moesten elkaar op de passeervlakken boven op de diverse bruggen niet passeren. Kortom er moest veel gesleuteld worden om de trams volledig inzetbaar te maken.

Toen in 1956 de eerste gelede en nog moderner trams in de stad arriveerden werden de drieassers vaak gezien als backup voor dat toen moderne materiaal. Vaak liet men dan alleen motorwagens op reservediensten rijden. Een deel aangepast met o.a. een nieuw lijnbord boven het voorraam, zoals bij die gelede trams die hen eigenlijk moesten aflossen. En feitelijk werden de eerste drieassers al sneller gesloopt dan normaal in Amsterdam bij trams het geval was. Toch bleven ze in allerlei vormen maar afnemende aantallen nog wel actief tot en met 1985. Toen pas gingen de laatste exemplaren naar sloop of musea die er eentje wilden hebben. Een enkel exemplaar verdween naar vrijplaatsen aan de rand van de stad waar ze zelfs als woningen werden ingericht. Al met al was het een opvallend tramtype dat ook een norm zette voor alle volgende opvolgers. Comfort, snelheid, bedieningsgemak en ook simpel onderhoud. Ik bewaar goede herinneringen aan die trams die altijd op de wat chiquere lijnen van het GVB reden. Want de passagiers in sommige wat duurdere wijken van de stad wilden niet meer in de oude half open blauwen worden vervoerd maar in comfortabele omstandigheden. En dat kon in die drieassers. (beelden: Archief/internet)

Schuiven….

Als alles volgens plan gaat krijgen we aan het einde van deze maand een ploeg professionals in huis die de bestaande ramen en deuren zullen verwijderen en vervangen door milieuvriendelijk en isolerende kunststof met HR++ glas. Rib uit het lijf zo’n operatie, maar goed daar krijgen we dan best iets voor terug. Als de leveranciers hun werk goed doen betalen wij de rekening. Maar voordien moet er veel gebeuren. Wij zijn lieden met een geschiedenis. Een bibliotheek zou zich niet schamen voor onze verzameling boeken op velerlei terreinen en verder zijn we goed voor hobby’s en huisdieren. Dus dat moet allemaal van de kant. Minstens een meter volgens opgave van de installateurs. En dat dagen lang. Men begint aan de achterkant, de tuinkant bij ons, dus wat daar in die kamers staat (en de keuken) moet opgeschoven naar de kern van het huis. Maar wel op zodanige wijze dat we nog wel kunnen leven in dat huis van ons. Andere zaken moeten afgedekt. Logeerbed naar zolder, stel je voor dat er een gast komt slapen moet die ook ergens heen. We moeten een schema maken voor de drie katten. Razend nieuwsgierig en ook zeer geinteresseerd in het verboden buitengebied. Daar moet dus in huis een safe-room voor gevonden worden waar in- en uitlopende werklieden ze niet uit kunnen laten ontsnappen. Kortom, het wordt spannend in de komende weken.

Mocht je af en toe merken dat we even minder actief zijn op dit blog of de sociale media, het is niet anders, maar heeft geen andere reden dan deze. Zo’n 10 jaar geleden hadden we een soortgelijke situatie. De grote verbouwing van keuken en tweede etage zorgde voor het nodige geimproviseer. We maakten een kleine tijdelijke keuken in de huiskamer zodat we nog wel iets konden eten. De reguliere keuken bestond niet meer, helemaal kaal gesloopt door de aannemer. Dat gold ook voor de meterkast en de gang. Was best confronterend. Op de tweede etage werd de boel een paar maanden later helemaal gesloopt en aangepast aan de gewenste nieuwe situatie.

Mijn toenmalige werkkamer werd opslagruimte en ik kon toen mijn bureaustoel niet meer draaien of achteruit schuiven. Het boren en zagen, vreselijke geluiden, die me noopten om een voor straalvliegtuiggeluiden afschermende set oordoppen te dragen. Arme huisdieren van toen. Ook voor hen was het vast stressvol. Maar het werd wel mooi allemaal en daar genieten we nu nog van. En zo moet het dus ook gaan na de verbouwing van over een paar weken. Opdat we er weer netjes bij zitten en wat minder stookkosten maar vooral onderhoud bereiken. Want al dat best kostbare geschilder door de jaren heen moet dan wel echt over zijn. Daar doen we het voor. Voorlopig….Want er zijn nog meer plannen……Ik houd jullie wel op de hoogte van al dat onzaligs……En ik hoop dat jullie helpen met duimen….:)

Van grijs naar blauw

WP_20150729_002Toen we aan het einde van 2012 besloten dat het wat ons betreft schluss was met het (relatief dure) diesel rijden en we bij ons eigen merk goed terecht konden voor een compacte zuinigheidskoning met alles er op en aan besloten we nog maar eens voor een nieuwe auto te gaan. De aanbieding waar we voor vielen was echt compleet, bedenk het en het zat op de kleine zilvergrijs metallic gekleurde flitser en de inruilprijs voor de Turbodiesel die we terug brachten als deelbetaling was meer dan mooi. Ik schreef er indertijd al het e.e.a. over. Begin 2013 stapten we dus in de nieuwe flitser en genoten van het comfort en de luxe. Maar ook van de relatief mooie verbruikscijfers. Een ding bleek echter wel een nadeel, de wagen was driedeurs en dat hield in dat zij die mee wilden (of moesten) rijden achterin plaats moesten nemen via een soort slangenbeweging langs de naar voren geklapte voorstoelen. Maar ja, wie betaalt mag het zeggen, dus graag geen gezeur…. De kleine zilveren auto met het bekende logo van de vliegende pijl op zijn neus en achterklep deed alles vanaf de eerste rit zonder een moment van gezeur.

WP_000442Hij bracht ons naar Duitse en Nederlandse bestemmingen, kon meer dan goed mee op de snelwegen, had door zijn verlaagde onderstel wel veel last van al te hoge verkeersdrempels en hield niet zo van de stad. Opmerkelijk als je bedenkt dat het concept juist uitgaat van dat soort gebruik. Hoe dan ook, al snel reed er in de vriendenkring om ons heen een tweede en daarna derde exemplaar in de rondte. Goed voorbeeld doet volgen en zo. Intussen zijn er van dit drielingmodel (niet meteen het zelfde merk) vijf in onze brede kring in omloop. Onze zilveren vriend was op enig moment de 50.000 km’s voorbij. In ruim 2 jaar best veel. Dat was ook indertijd de bedoeling niet. De garantietermijn was intussen verlengd, daar zat het hem niet, maar al dat gerij komt de (voor)banden niet ten goede. En die stonden op de nominatie vernieuwd te moeten worden. Omdat ook bevriende merkrijders (wel loyaal aan ons merk…) na een flinke kilometrage overstapten van een driedeurs op een vijfdeurs-versie kwam die gedachte ook bij ons boven.

I will survive!!!

De zilveren flitser in zwaar weer….

Drie deuren bleek(f) toch een beperking, vijf deuren waren we al die jaren daarvoor gewend geweest. En toen kwam die aanbieding van de dealer in Rouveen. ‘Kom langs en geniet van meer dan hoge inruilwaarde’’ etc. Het bezoek wat wij brachten aan die actieve dealer vlakbij Zwolle was vruchtbaar. Zo scherp als zij zelf schreven te zullen zijn konden ze met ons niet door de bocht. Logisch, immers, er was meer met de compacte Tsjech gereden dan zij hadden ingeschat. Maar de prijs die uiteindelijk op tafel moest voor een vergelijkbaar luxe en erg fraaie zuinigheidskoning met vijf deurtjes was zodanig aantrekkelijk dat we overstag gingen. Onlangs opgehaald. Nieuw, zuinig, ruim en met een andere kleur. Blauw metallic. Wennen, ik geef het toe. Maar dat is bij alles zo wat je nieuw haalt. Voorlopig kunnen we er weer even tegen. Nieuw is leuk, het ruikt lekker en heeft weer wat aangepaste zaken die net weer slimmer zijn dan bij de vorige nog het geval was. Maar missen doen we die wel. Want een heerlijke auto met een hoop mee. Maar dat schrijf ik vast over een jaar of wat ook over deze blauwe…..