Humor!

Humor!

Nou beste mensen, deze oudere jongere kan nog steeds keihard lachen om humor die hem raakt.

Opgevoed met films van Laurel & Hardy (toen al klassiekers) ontdekte ik al snel dat subtiel en over-the-top me veelal over de drempel van de gulle lach heen trekken. Gekkigheid in woord en beeld. Sommigen hebben dit aan de kont hangen. Nu is niet alle Britse humor is per definitie leuk. Juist waar de teksten scherp zijn en de mimiek van topniveau komt het beter over dan als men leuk doet om de lach. De Schutters een voorbeeld, ik lachte me daar gek om, vooral omdat Britten soms zichzelf compleet bespottelijk kunnen maken met behoud van hun traditionele gevoel de wereld te beheersen. Fawly Towers, de eerste reeksen Are You Being Served, Tommy Cooper. Maar die reeks van ‘On the buses’ al snel vervelend, net als Benny Hill.

Het pakte me dan niet. In Nederland zie ik Andre van Duyn als een echte komiek, zoals dat ook gold voor Johnny Kraaikamp Sr. Cabaretiers alleen als ze ook echt leuk zijn en niet als ze anderen fel bespottelijk maken. Ik ben dus niet zo van Youp van ’t Hek, meer van Hans Teeuwen of Guido Wyers. Omdat ik geen onderscheid wil zien in het bashen van sommige lieden. Polcor-humor is geen humor. En wij Nederlanders zijn slecht in het spiegelen van wat fout zit bij ons zelf. Wie dat wel doet kan rekenen op groot publiek.

Maar wie doet dat nog?? Bang voor van alles en nog wat en vooral van kritiek uit (on)verwachte hoek. Humor is soms tijdloos, maar er waren ook vroeger al humoristen die ik niet kon waarderen. Chaplin was er zo een. Ik zag er niks in. Veel te serieus en te overtuigd van zijn eigen leukigheid. Dat was nu net de kracht van Laurel & Hardy. Altijd zelf uiteindelijk het slachtoffer. Sloebers soms en niet bang voor een emmer water of een zaag op de bol. Ook geweldig vond ik ‘Keeping up Appearances’ met die geweldige actrice die Mrs.Bucket speelde (Mrs Bouquet….in haar jargon) waar de stijl van de middenklasse t.o.v. de onderklasse zo goed werd weergegeven.

Humor is dus ook persoonlijk, laat ik daar duidelijk over zijn. Wat ik leuk vind zal voor een ander niets betekenen. Mensen kopen massaal kaartjes voor Freek de Jonge of Claudia de Breij of soortgelijke lieden. Moet toch wel iets zeggen. Wellicht over mij?? Kan zo maar. Want ik kan mijzelf nog in de spiegel aankijken en om dat koppie lachen dan. Wie kan dit ook. Schroom niet hoor…..ik lach je niet uit… (Beelden: Internet/archief)

Jarig…

Jarig…

Morgen is het weer zover. Verjaardag! Intussen toch een avontuur. Naarmate de leeftijd stijgt is elke verjaardag die je zonder al te veel gekreun en gekraak bereikt er een.

De onkwetsbaarheid is natuurlijk voorbij, het virus vanuit China maakte ook mij duidelijk dat als je eenmaal de zes kruisjes voorbij bent je ineens behoort tot de risicogroepen. Niet dat ik er nu echt elke dag mee bezig ben…maar toch. De meeste kerstfeesten zijn intussen wel gevierd, maar ja, wellicht worden we 100plus en dan mag ik nog wat liedjes zingen onder de intussen alweer afgetuigde boom. Maar die verjaardag had wel altijd wat. Zeker als kind. Want ik werd geboren aan het begin van die eerste maand na de decemberse feestdagen en die waren ook toen al vaak best duur geweest.

Je was al blij als er uberhaupt een feestje gevierd kon worden en er een cadeautje uit rolde. Nou, dat lukte op een of andere wijze altijd wel. Niet in luxe opgegroeid, integendeel zelfs, was wat ik op de verjaardag kreeg gelukkig nooit ‘praktisch’ zoals bij Sinterklaas, maar echt iets wat ik graag wilde hebben. De inkomensgrilligheid (leasepa had ook wel eens pech bij de verkoop van zijn handel) zorgde voor avontuurlijke verwachtingen. Veelal vroeg ik dan een Dinky Toy model waarvan ik zeker wist dat mijn vriendjes (90% in dezelfde omstandigheden opgegroeid) die nu net niet hadden. Dat maakte dan wel dat als je dan zo’n model kreeg je er (tot nu toe) zuinig op was. Immers, kostte veel geld en moest gewaardeerd.

Later werd de verjaardag meer een feestje. De omstandigheden en samenstelling van gezin en vriendenkring maakten dat mogelijk. Soms zat de hele kamer vol met bezoek en deed men zeer zijn of haar best om mij met lieve of mooie dingen te plezieren. Jarig zijn toch een feestje en ook een prima gelegenheid om de hele bups weer eens bij mekaar te halen. Later werd het aantal mensen dat er bij aanwezig was toch steeds minder. Sommige schepen voeren voorbij in de nacht, mensen verdwenen compleet uit beeld, gingen hemelen, of kwamen niet meer omdat de afstanden te groot waren geworden. In het huidige leeftijdsgebied zijn de feesten verdwenen en meer omgevormd naar gezellige samenzijns waarbij weer eens lekker wordt gelachen of gehuild om hen die niet meer bij ons zijn.

Leeftijd maakt kennelijk emotioneel, al ben ik daar dan zelf niet zo van. Je koestert wat is en hoeft geen gouden bergen meer te ontvangen om te weten dat mensen van je houden. Als ze dat al doen merk je dat vanzelf. Zelfs de oude Hork weet hoe dat werkt. Toch mooi geleerd door de jaren heen… Morgen dus…en anders dan in vroeger tijden, lig ik er niet meer wakker van. Een dag lang voel ik mij geconfronteerd door weer een nieuw getal op de leeftijdsladder die zo lang is geworden, daarna gaan we weer gewoon verder met wat zorgt voor bereiken volgende mijlpalen, leven! En vieren we gespreid de verjaardag. Heb ik dankzij Corona toch nog een paar extra feestjes te vieren. Een week lang zelfs…U wilt me wel vergeven hoop ik…(Beelden:Internet)

Manusje van alles…Hanomag!

Manusje van alles…Hanomag!

Ware liefhebbers van alles wat rijdt op weg, boerenland of rails kennen het merk vast, maar voor de leek is het een afgesloten hoofdstuk. Hanomag.

Duits merk uit Hannover (Hannoversche Maschinenfabrik AG) dat al halverwege de 19e eeuw actief was met de bouw van o.a. stoomlocomotieven. Daar kwamen in 1925 ook auto’s bij. De eerste een piepklein karretje dat als ‘Kommissbrot’ bekend raakte. Praktisch wellicht, niet mooi. Maar het ding verkocht letterlijk als broodjes. Later bouwde men grotere, modernere en ook duurdere auto’s met goede techniek. Onafhankelijke wielophanging was voor de Hanomag’s van toen gemeengoed.

Iets wat je bij andere merken maar weinig tegenkwam. In 1905 had men al de omslag gemaakt van railvervoer (wat nog jaren zou doorgaan overigens) naar wegvervoer met stoomaandrijving. Trucks trachtte men aan de man te brengen, wat matig lukte. Daarna werden dieselmotoren ingebouwd. En werd men een heel grote naam op dit gebied. Heel wat vooroorlogse transportondernemingen hadden Hanomag’s in gebruik. Tijdens de oorlog moest men aan de bak voor de Nazi-leiding en bouwde men veel voor het vervoer van de Wehrmacht.

Na de oorlog moest men weer even overeind zien te komen, maar dat lukte al snel goed en kwam men weer met een reeks trucks en bestelwagens waarmee men de groeiende markten kon bedienen. Het luxe wagen segment werd nog wel even benaderd, maar na wat mislukte pogingen ook weer verlaten. Goederenvervoer en busjes werden de hoofdmoot naast de traditionele tractorbouw die men ook al heel lang in het gamma had zitten. Ook in ons land waren Hanomag’s veel te zien. Maar ergens in 1969 ging het fout en moest het merk fuseren met een ook al zo grote naam in Duitsland, Henschel.

Onder beider namen ging de productie verder. De vrachtwagenproductie kwam uiteindelijk in andere handen terecht. De grondverzet/tractoren-productie verkocht aan het Japanse Komatsu dat in 2001 na verloop van tijd de traditionele naam Hanomag helemaal schrapte. Gelukkig zijn er musea en clubs van enthousiasten die overgebleven producten van de fabriek uit Hannover rijdend weten te houden. En daarmee deze naam nog een beetje glans weten te geven. Net als ik trachtte te doen met dit blogje…. (Beelden: Internet/Wiki)