
Wie mij intussen al een jaartje of 20 volgt weet dat ik graag een paar maal per jaar afreis naar de Oosterburen. Niet alleen omdat de benzine daar fiks goedkoper is, ook de boodschappen zijn dat en een kofferbak vol lekkers en nuttigs bespaart je zo 50-150 euro t.o.v. onze vaderlandse winkels. Daarbij vind ik daar meer op mij gerichte artikelen zoals boeken die hier nergens te vinden zijn en ook tegen acceptabeler prijzen. Kortom, reden genoeg om af en toe even een 1,5 tot 2 uur te sturen (enkele reis uiteraard). Maar door die decennia heen dat ik deze ondernemingen doe valt mij nog iets anders op aan die Duitse mensen. Zij zijn over het algemeen gek op procedures en regels.

En pas er maar op dat je die moet naleven. Niet alleen in het verkeer, men controleert er op van alles (de boetes vallen echter zeer mee, zijn nog niet een derde van de achterlijke niveaus hier..) maar ook in winkels. Zo werden wij daar onlangs bij het passen van kleding in een warenhuis door een duidelijk oudere dame een paar maal gewezen op het feit dat we slechts 2 (Zwei!) stuks kleding mee mochten nemen in het pashokje. Nu is bij ons 2 x 2 = 4, maar dat zag de dame toch anders.

Daarbij…samen in een pashokje (dat had nooit gepast binnen 80x80cm..) was helemaal Verboten! Ik moest er wel om lachen, vrouwlief heeft dan net even minder humor in huis. Die was net bezig haar garderobe stevig aan te vullen met allerlei leuks en wilde na deze terechtwijzing bijna alles weer terughangen in het rek… Maar gelukkig, we lieten het maar zo. Kochten wat we wilden, rekenden af en vertrokken. In Duitse winkels en warenhuizen zijn oudere medewerk(st)ers overigens heel normaal. Het pensioen is er veel lager dan bij ons, dus doorwerken tot je er bij neervalt helemaal niet zo vreemd. Ooit, we waren nog regelmatig te gast in Essen (Ruhrgebied), bezochten we een groot en bekend warenhuis in die grote stad.

Als altijd sloegen we een mandje vol in en deden dat op elke er toe doende etage. In het souterrain, waar het vaak erg druk was, maar nu zo tegen de zomervakantie helemaal, stonden mensen dik in de rij voor de enige kassa die bemenst was. Er werd wat gezucht en gemopperd in de rij en we stonden als schapen in slagorde tot halverwege deze winkelafdeling. Ineens stond de dame achter de kassa op, gaf blijk van haar ongenoegen over al die mensen en gaf luidkeels min of meer aan dat zij het zat was (klinkt op zijn Duits toch heftiger dan in onze eigen taal..) en raadde dringend aan een kassa op te zoeken op een andere etage. Duidelijk boven haar theewater geraakt…Ik bleef gewoon staan, een paar keurig nette Duitsers zetten hun mandje neer en vertrokken. Het warenhuis bestaat niet meer, het zal van doen hebben met dit soort klantontvriendelijk gedrag…

En toen moest Corona nog komen. Want toen bij de Duitsers de maatregelen die met dat virus van doen hadden van kracht werden kwamen de oerkrachten van onze Duitse buren bij winkels en andere organisaties naar boven. Je werd afgeblaft vanwege een verkeerd mondkapje, slechts je QR-code gaf toegang tot ieder nietig winkeltje of koffiehuisje, men was strikt en streng. Het was even wennen. Maar in zijn algemeenheid kan ik die Duitsers goed velen hoor. En zij mij. Met mijn Rudy Carrell accent en mijn poging Amsterdamse humor om te zetten naar het Duits. Niet voor niets dat ik er graag kom. Gelukkig lopen er ook genoeg jonge mensen rond met wie het goed kakelen en lachen is…. Wellicht dat mijn instelling daarbij helpt? Geen idee. Nu zit ik mijn geld te tellen. Even zien hoever ik kom als ik weer die kant op rijd… (Beelden: Prive)










Waar ik het in het verleden in een blogje nog wel eens had over asociaal gedrag van wielrenners in het normale leven, tijdens de Coronacrisis werd duidelijk dat zij die op zo’n ranke en lichte tweewieler kruipen of een of andere wijze worden aangetast door een egovirus. Maling aan regels, niks te maken met afstand houden, gewoon Tour-de-Franceje spelen. Met alle gevolgen van dien. Men ragt en rost door het verkeer heen, zoeft op decimeters afstand langs voetgangers, dwars door winkelstraten, neemt rotondes linksom vanwege de snelheid en vindt niet dat rechts voorrang heeft maar de man of vrouw in de strakke pakjes met een sponsorlogo op borst(en)of rug zonder dat die meebetaalt aan de dure hobby. Want beste mensen, dat wielrennen is duur. Een beetje fiets brengt je 2,5-4 mille achteruit, het bijbehorende uitrustingsniveau vraagt 500-1000 Euro extra. En dan krijg je geen elektrische trapondersteuning. Gewoon zelf fietsen. Met die bedragen raak je al snel overtuigd dat een Dumolin of vrouwelijke kampioene in jouw ranke of forse lijf schuilt.
Trappen dus, en gillen dat mensen op zij moeten. Aan handen uitsteken bij het afslaan doen we uiteraard niet, bellen op de fiets of verlichting praat ik maar niet over, vertraagt de luchtweerstand zeker. De glimmende zonnebrillen zodanig spiegelend dat ze kennelijk uitzicht op anderen beperken. Normaal niet zo erg, maar tijdens die periode van gedwongen afstand houden bleek dat voor al die fietsende snelheidsmaniakken ondoenlijk. Men rijdt in groepen, kwekt onderweg de oren van elkaars hoofden, rijdt over wegen en straten die daar niet voor geëigend zijn en verpest het daardoor voor de (ze bestaan) goedwillende eenlingen die lange afstanden overbruggen zonder enige overlast voor derden. Het feit dat ze (samen met motorrijders) speciaal door de overheid ter verantwoording moesten worden geroepen geeft te denken.
Het is een maatschappelijk probleem. En daar waar wegen werden afgesloten, mede door verkeersregelaars of Boa’s bewaakt, omzeilde men zelfs die obstakels om toch maar die recordtijden neer te zetten in het eigen dagboekje. Thuis stond vast de lease-Tesla werkeloos op hen te wachten. Ik ga er maar vanuit dat zij die door de week zo hard kunnen fietsen tijdens kantooruren, dezelfden zijn die zo’n dure leasebak voor de deur hebben staan omdat ze nu eenmaal geen cruciale beroepen uitoefenen. Maar goed ook, want ook bij die lieden in hun batterijauto’s is het gedrag vaak vergelijkbaar. Het moet haast zo zijn dat ze dezelfde mensen trekken. En mijn voorkeur hebben die niet. Olienoten zijn het! Asocialen! Analfabeten. En wie het beter weet mag het zeker even melden…:)