Vliegtuigherkenning…

Vliegtuigherkenning…

Al eerder beschreef ik mijn jeugdige liefde voor alles wat zich mechanisch door het luchtruim beweegt en hoe dat alles zo is gekomen. Schiphol verkocht zichzelf in mijn jeugd door regelmatig van die toenmalige zuigerkisten over onze straat en huis te laten trekken wat mij bijzonder intrigeerde. Al snel was ik een regelmatige gast op het v lak bij Amsterdam gelegen vliegveld, zoog de beelden op en nam een abonnement op het prachtige blad Cockpit van Hugo Hooftman, toen een grote naam op dit gebied.

Al snel ‘wist’ ik zoveel over al die vliegtuigen dat ik een uitnodiging om deel te nemen aan een Amsterdams vliegtuigherkenningskampioenschap niet kon vermijden. Samen met mijn jeugdvriend Fons togen wij op de fiets naar de locatie, een schoolgebouw in het chiquere deel van Amsterdam-Zuid, om de verdere aanwezigen te verbazen met onze kennis van al dat vliegende spul.

Al snel bleek dat wij behoorden tot de jongere generatie. De meeste deelnemers een paar tot een flink aantal jaren ouder dan wij. Dat werd afzien… Met dia’s werd in snel tempo een reeks van 100 vliegtuigen getoond in soms sterk afwijkende kleurenschema’s zodat je daaraan ook geen houvast kon ontlenen. Fons, duidelijk minder getraind dan ik, haakte al snel af. Verkeersvliegtuigen kon hij nog wel duiden, maar militaire kisten waren zijn ding niet zo. Met de zaken die ik zelf leerde uit dat blad van Hooftman, kwam ik een stuk verder.

Maar ik herinner me nog een Kawasaki uit WO2 in de kleuren van de USAF die ik totaal miste en aanduidde als P-47 van Republic. Wist ik veel dat die Japanse kisten vaak door de Amerikanen werden getest na de overgave van Japan in 1945. Maar ik bleek bepaald niet de enige te zijn. Toen de jury de uitslagen-formulieren innam en begon te beoordelen, namen wij maar een bakkie thee. Jeminee, dat viel best tegen, de conclusie. Met onze 15/16 jaren leeftijd bleek dit een heftige proeve van bekwaamheid. Zelfverzekerd als ik toen al vaak was, immers ik had me vanaf de vroegste jeugd het spotten eigen gemaakt, dacht ik dat het wel goed zou komen. Fons was er minder gerust op. En toen kwam de uitslag. En bleek ik bovengemiddeld gescoord te hebben en zelfs in de top-10 te staan overall. Kijk, daar kon je mee thuiskomen. Fons was onder de indruk. Mijn ouders niet. Die vonden dat maar onzin. ‘Moest je er mee..”.

Als Fons en ik elkaar nog wel eens zien, we wonen niet te ver van elkaar af, net als toen, haalt hij het nog wel eens aan. ‘Weet je nog dat…..!?’. Dat leeft het weer op. Ik zette meteen na die omschreven gebeurtenis een eigen bureau op. Bedoeld om kranten en bedrijven te helpen aan meer kennis over de luchtvaart. Hoe ambitieus ook, het werd niks. Al was het maar omdat er ook moest worden gewerkt en gestudeerd. En tja, ‘wat moest ik er mee’… Tot op de dag van vandaag is alles wat luchtvaart aangaat mijn wereld. Naast die automobiele. Lijkt vermoeiend, is het niet. Veel te leuk. Maar prijzen win ik er niet meer mee….(Foto’s”: Archief)

Even aandacht voor een vergeten journalist…

BvdK3‘Zou hij nog leven’ bedacht ik me onlangs. En dan bedoelde ik Bart van der Klaauw. Luchtvaartjournalist, redacteur en auteur van talloze boeken over het onderwerp luchtvaart. Toen ik nog een jong ventje was en mijn teksten dichtte voor de bladen en andere media waarvoor ik mijn passie op papier mocht zetten, leek hij een vaste waarde in de luchtvaartwereld. Maar ook een oude man in mijn ogen. Heel anders dan de veel te jong overleden concullega Hugo Hooftman. Van der Klaauw had een aardige staat van dienst. Hij werkte voor de KLM, Lockheed, en werd ooit hoofdredacteur voor het toen nog bestaande tijdschrift Avia van de KNVvL. Hij schreef meer dan vijftig boeken vol, waaronder de bekende reeks ‘Luchtvaart….’

BvdK2 En dan een jaartal voor het jaar waarover het boekje ging. Toen ik mijn eigen vraagstelling eens met wat antwoorden wilde aanvullen bleek dat de man al in 2005 was overleden. 85 jaar oud. Dat gaf toch wat schrik. Had ik niet gedacht. Best een icoon. Niet goed opgelet dus. Schande Meninggever!! En zo blijkt maar weer eens dat een grote naam ook weer geen garantie is voor eeuwige roem. Al menen we zelf dat wij daar als mens absoluut recht op hebben, je bent al snel vergeten. Of je moet Rembrandt heten of Willem van Oranje. Bart v.d. Klaauw was een plezierige bescheiden man. En zo schreef hij ook. Nooit op zoek naar de controverse zoals Hooftman dat deed. Meer een kabbelende schrijver dan een revolutionair. Maar wel een die wist waar het over ging. En dat is ook veel waard…