Puch …

Puch …

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: hmw-brommer.gif

Iedereen die wel eens terugkijkt in de tijd komt vanzelf zaken tegen die in het verleden een heel grote betekenis hadden voor je toenmalige leven maar met terugwerkende kracht wel iets aan belang hebben ingeboet. Zo zit dat bij mij qua beleving van het begrip ‘brommers’. Ik heb er als jong mens uiteraard een stel bezeten en bereden, maar toen de vierwielers in mijn leven kwamen was ik relatief snel klaar met dat gebrommer. Toch was het bij het bereiken van mijn 16e levensjaar een ultieme wens er een te bezitten. Ik was wel een beetje uitgefietst en wilde comfortabeler en sneller kunnen rijden. Gezien mijn toenmalige kennis van zaken, de financiele positie, maar ook het idee dat ik echt alles in het verkeer aan kon was een tweedehandsje mijn deel.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: locomotief_b15_1961z.jpg

Ik beschreef die eerste brommer (een HMW) hier heel lang geleden al eens. Daarna kwamen er twee Locomotieven (met Sachs motor) die naar ik later ontdekte, in Amsterdam waren geproduceerd. En via die best plezierige occasions kwam het moment om over te stappen op iets echt nieuws. Een witte Puch, uitgerust met een buddyseat en het nodige chroom. Tuurlijk ging het stuur volgens de toenmalige mode, omhoog naar de uiterste stand en was toenmalig jeugdvriend F. wel zo aardig om in de uitlaat twee beperkende schotjes te verwijderen waardoor de Oostenrijkse witte flitser 65 km/u haalde. Kijk, daarmee kon ik voor de dag komen. F. en andere jeugdvriend F. (toevallig zelfde initialen maar andere namen in het echte leven) reden ook op zo’n Puch en met zijn drietjes maakten we de vele wegen in en om de stad ‘onveilig’.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: puch-wit.jpg

De Puch bleek een fijn rijdend brommertje te zijn en samen met toenmalig verloofde, later vrouwlief, maakte ik er de nodige lange trips mee. Wat te denken van trips naar Nunspeet of Texel? Maar de meeste kilometers legde ik toch af naar Schiphol waar ik toen werkte. Soms midden in de nacht een vliegtuig afhandelen, en dan weer snel terug naar huis. IJskoud soms, dus met drie lagen kleding over elkaar om me nog wat te beschermen. Kwam ik dan in bed bij mijn partner schoof die een meter uit mijn buurt vanwege de koude knieen en voeten…. Slecht voor je relatie. Dus was ik blij dat er op enig moment een bedrijfsvervoermiddel beschikbaar kwam in de vorm van een VW Busje met opschriften. Comfortabel en natuurlijk ook handiger. De Puch werd een tijdlang aan de kant gezet in de garage onder ons huisadres van die tijd. Maar na een paar maanden stilstand toch verkocht. Ik schreef er financieel maar weinig op af. Onlangs zat ik met een van de genoemde F’s aan de koffie. Hij reed voor zijn plezier af en toe nog wel eens op zijn Puch. Totaal gereviseerd dat ding en hij was er zelfs mee naar Oostenrijk op en neer geweest. Ik boog deemoedig. De andere F (van die uitlaat) was uiteindelijk tot verkoop over gegaan. De drie Puch-Musketiers waren niet meer. Maar mij kostte dat minder emoties dan die andere twee. Het was anno jaren 60 wellicht nog leuk geweest, geweldig zelfs, maar om er nu nog steeds mee rond te rijden….? Er zijn grenzen.. (Beelden: archief)

Zangkunst…

Zangkunst…

Er zijn velen geroepen…weinigen uitverkoren.

Dat is zeker zo in het wereldje van zelfbenoemde sterren die digitaal of analoog tot ons komen om hun al dan niet grote talent voor de edele zangkunst met den volke te delen. De een slaagt dus beter dan de ander om te laten horen welk een talent leidt tot klanken die ons allen dan wel een deel van ons te bekoren. Zelf ben ik wel van de muziek. De hele dag staat de radio aan, en als er iets voorbij komt wat me niet bevalt, zoals die zaterdag waarop de VARA me weer bombardeert met urenlange propaganda voor linkse leugens, zet ik een CD-tje op. En zing naar gelang de muziek of uitvoerenden vaak lekker mee. Niet dat ik nu meteen een vorstelijke dan wel goddelijk stemgeluid ten gehore breng dan, maar voor mijzelf en de katten om me heen is het best acceptabel. Ik zing niet naast de noten, de ramen trillen niet en er ontstaat ook geen kortsluiting. Zingen is dus gewoon prettig en je voelt je er vrolijk door. Opvallend is wel dat sommige artiesten vooral riedelen.

Van hoog naar laag, ze bewegen als een cirkelzaag door de muziek heen en maken velen blij, mij toch wat minder. Ik geniet meer van hen die gewoon de toonsoort houden, waar het kan ingehouden zingen en waar het mag stevig uithalen. Vandaar dat ik veel heb met een band als Queen, met die geweldige Freddy Mercury, Glennis Grace een grote vind in ons land, maar Trijntje Oosterhuis verfoei om dat eeuwige geschreeuw. Mensen die prachtig klassiek vertolken, geholpen door een prachtige en gecontroleerde stemtechniek komen bij mij vaak meer binnen dan de moderne schreeuwers die menen dat hoe hoger ze gillen hoe beter de fans reageren. Dus op mijn lijstje geen lieden die alleen dat op hun agenda hebben staan. Als ik zie welke artiesten (..) of potentiele zangers of zangeressen worden uitgekozen tijdens de vele talentenshows die we op dit punt kennen, weet ik dat schreeuwen gelijk staat met goed zingen. Nou in mijn beleving niet. De artiesten die me echt raken zingen juist niet zo hoog. Als ik dat geluid wil horen zet ik wel een CD-tje op met straaljagergeluiden. Dan haal ik ook de 120dB bij vol volume, en weet ik ook nog welke melodie wordt gedraaid. Mocht ik iemand tekort hebben gedaan of beledigd, sorry daarvoor. Maar ik moest het even kwijt…. En zing mee met Bianca Castafiori met haar tekst ‘Ik lach bij het zien van jouw schoonheid in de spiegel…’. (beelden: archief)

De B van Bouwen

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In mijn woon- en leefomgeving betaal je voor een stukje grond om op te bouwen een dermate hoog bedrag dat het bijna onmogelijk is woningen neer te zetten die voor Jan Modaal nog betaalbaar zijn. De appartementen waarop met name de ‘grijze golf’ in dit land, maar ook de jonge garde die niet meteen in een huis met tuin wil terecht komen, node wachten, worden peperduur en zijn slechts weggelegd voor de grootverdieners. Het resultaat is dat er een transitie plaatsvindt tussen onze mooie stad en de directe omgeving. Steden als Hoofddorp, Amstelveen, Purmerend en uiteraard Almere doen goede zaken met het verzorgen van woongenot voor die groepen die door het bijna schandelijk woonbeleid in de hoofdstad al decennia lang de stad worden uitgejaagd. Waarmee de tweedeling in die stad tussen arm en rijk extra wordt aangewakkerd. Hoe verder je van de stad afreist, hoe lager de prijzen voor de huizen. Dan moet je uiteraard niet echt in die omgeving blijven hangen want ook de regio profiteert (..) mee van de schaarste aan betaalbare woningen aan de ene kant en de enorme vraag aan de andere.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Een appartementje in een souterrain ergens in een niet meer dan normale woonwijk ging onlangs voor E. 385.000,00 over de plank. Was helemaal 25m2 groot. Gekte van de bovenste plank. Huren in de wijk ‘De Pijp’ overschrijden vaak de 1000 Euro per maand en dan heb je echt niet veel meer dan een aardig huisje met gematigd wooncomfort. Kortom er is een soort gekte gaande. Niet in de laatste plaats doordat er gewoon niet voldoende gebouwd is en men ook niet heeft gekeken naar de doelgroepen. Men koos voor het grote geld, het rendement en plempte op die manier op elke open vierkante meter grond huizenblokken neer. Het hele havenfront van Amsterdam is op die manier verdwenen. Het uitzicht van de vroegere stadsgrens voor het IJ is verdwenen. Achter een enorme muur van appartementencomplexen die duur tot peperduur aan de man/vrouw zijn gebracht. De oude wijken bleven over voor de mensen die slechts met huursubsidie of steun van de Bijstand iets van een dak boven het hoofd konden krijgen. En de sociale onveiligheid in die buurten op de koop toe moesten nemen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ook al is er dan heel veel gedaan aan stadsvernieuwing en zo meer. Ere wie ere toekomt. Maar ik blijf bij de stelling dat wat we vroeger sociale woningbouw noemden nu peperduur is geworden dan wel niet beschikbaar is. Oorzaken liggen voor de hand, zeker in een stad als de onze die wordt overlopen door mensen die hier hun toekomst willen vinden. En gek genoeg blijken die aan boven- en onderkant van de markt even dol te zijn op onze stad. Miljoenen kostende appartementen verschijnen aan de Dam, langs de haven, maar ook op de Zuidas. En de middenklasse, zij die eigenlijk gek zijn op het leven in Amsterdam (maar hetzelfde geldt vaak ook voor de andere grote steden..) wijken uit naar elders. En zo verliest die stad haar eigen karakter, zijn taal, zijn humor. Als ik dan lees dat in Amsterdam een groot deel van de kiezers stemt op de PvdA, GroenLinks of D66 denk ik echt dat we hier iets gemist hebben. Want juist die partijen hebben hun eigen achterban op dit beschreven gebied compleet in de steek gelaten. Maar dat zal veel van de import-Mokummers een zorg zijn. Die kijken niet verder dan hun geldbundel dik is.