
Aansluitend op wat ik op 13/11 jl beschreef kom ik nu terecht bij een verhaal wat ik jullie niet wil onthouden. Er zijn mensen die heilig geloven in de particuliere marktwerking in de zorg. Nu heeft die ons tot nu toe vooral giga-hoofdkantoren vol medewerkers van zorgverzekeraars opgeleverd, veel administratieve rompslomp en fikse stijgingen van de kosten per Nederlandse burger, maar ook een zorgsysteem dat ons doet uitstijgen boven het niveau in veel buurlanden of de Derde Wereld. Een van de zaken die de laatste jaren steeds meer op de schop zijn gegaan is die van de ouderenzorg. Men sloot verpleeghuizen, zorgklinieken en zo meer en ‘bespaarde’ zo op de zorgkosten voor die ouderengroepen. Niet erg als het jou zelf niet treft, maar als je dan met een mens op hoge leeftijd moet gaan leuren of zeuren om een plekje in een of ander oord waar nog wel zorg wordt verleend is er iets mis met het systeem.

Een van de familieleden op hoge leeftijd werd onlangs door omstandigheden zodanig onwel dat ze in het AMC (waar ik in die wachtkamer vertoefde..) op de Eerste Hulp terechtkwam. Na vele onderzoeken werd bedacht dat zij werd uitgeplaatst naar de niet te ver van het het grote ziekenhuis vallende wijkkliniek van de Stichting Cordaan. Een geweldig idee. In een door het AMC aangestuurde kliniek waar men volwaardige medische zorg kan verlenen die met name oudere patienten weer op de been kunnen helpen. Een eigen kamer, altijd mensen om je heen die je helpen, doktoren die er alles aan doen om je beter te maken dan wel niet verder te laten aftakelen. De aandacht en intenties van dit personeel is er buitengewoon professioneel, geen probleem te groot. Maar…. Om een of andere idiote reden die komt vanuit die zelfde zorgverzekeraars moet deze kliniek zeer binnenkort sluiten. Het personeel komt op straat te staan, de boel wordt omgebouwd en de oudere patienten geloosd. De paniek en chaos groot, de ontevredenheid ook.

Maar de aandeelhouders bij de verzekeraars kijken tevreden toe. Hun winstuitkering komt tenminste niet in gevaar. Het goede werk van deze vorm van zorgverlening telt kennelijk minder of niet. En direct gevolg, waar men nu vanuit ziekenhuizen in de omgeving mensen kan overdragen die extra zorg behoeven en anders een bed in de ziekenhuizen zouden bezetten, komen deze patienten na 1 december a.s. dus wel in die positie. En dat vind ik schandelijk. Voor ons familielid zoekt men nu een passende oplossing. Pleegzorg zal vermoedelijk de oplossing moeten bieden. Naar huis terug geen enkele optie meer. Daarvoor is de conditie te slecht. Maar telkens als we met haar bezig zijn zien we ook die arme mensen die hun uiterste best doen maar weten dat hun banen op de tocht staan. Een dikke schande! En bij toeval dat wij dit nu zelf meemaken. Anders ontgaat je dat volkomen. Tientallen mensen op straat gezet, het is vaak niet meer dan een nieuwsbericht. Ik heb al aangeboden dat als ze met spandoeken of borden de straat op gaan ik mee kom doen met de demonstratie. Want dit is een niet te begrijpen beslissing! (beelden: internet)

















Hoewel we intussen wel gewend zijn dat er wat automerken zijn verdwenen met een grote naam en faam, AMC behoorde daar weliswaar ooit zeker ook toe. Maar ik denk niet dat veel lezers van dit zondagse blogverhaal een lampje voelen branden in de grijze cellen bij de genoemde naam of afkorting. AMC dankte haar bestaan aan een fusie tussen het aloude merk Nash en Hudson die al jaren samenwerkten maar pas in 1966 besloten onder deze nieuwe fusienaam andere modellen uit te brengen. En zo werd het Amerikaanse spectrum aan automerken ineens uitgebreid door dit buitenbentje wat het vooral en net als vroeger, moest hebben van een bijzondere vormgeving of veel auto voor je geld.
Een bekend model was de Rambler die te koop werd aangeboden met een zes-in-lijn motor of een V8. De goedkoopste versie kostte anno 1964 het equivalent van 2000 Euro (in de VS) en dan had je een keurige auto met een top van 150km/u. Een jaar of wat later heette die Rambler ineens Ambassador maar was in wezen nog steeds dezelfde auto. Dat gold niet voor de Marlin. Een sportcoupe die het moest opnemen tegen de Mustang van Ford. Wie dat echt wilde bestelde een Marlin met V8 motor, maar gezien de verkoopaantallen (maximaal 17.500 exemplaren) deden niet zo veel mensen dat.
Toch leidde dat sportieve denken wel weer tot een andere benadering bij AMC en kreeg je de Rebel in de showroom die met een V8 aan boord de 200km/u kon aantikken. Een auto die we hier ook wel eens tegenkwamen was de Javelin. Geen echt opvallend type, maar wel Amerikaans groot genoeg om liefhebbers te imponeren. Heel apart was de Gremlin. Een auto die men doorontwikkelde vanuit de nog conservatief ogende Hornet maar een achterkant kreeg die bijna afschuwelijk lelijk was, maar sommige kopers imponeerde. De compacte Yank was bedoeld om kopers weg te lokken bij VW maar dat lukte maar met mate.
Toch zijn er 650.000 van gebouwd waarvan een deel zelfs een Audi-motor meegeleverd kreeg. Een nog opvallender maar niet meteen fraaiere auto was de Pacer. Een compacte maar ook brede auto met veel glasoppervlak die als gimmick ook nog eens een grotere rechterdeur had dan het exemplaar aan de linker kant. Die auto stamt uit 1975 en vond wonderlijk genoeg de nodige kopers in de VS. In ons land werden ze gekocht door mensen die e c h t op wilden vallen. Nou dat deed je in zo’n ding! Wie meer ruimte wilde kon er ook een in stationcar-uitvoering bestellen. Kostte niet de wereld meer en was toch net even aardiger. De allerlaatste auto van AMC werd de Eagle. Een vierwielaangedreven auto die ook in ons land te koop was. Veelal via de Renault-organisatie die intussen stevige banden met AMC had aangeknoopt. In 1983 was het over en uit voor AMC. Het bedrijf importeert vanaf dat moment alleen nog maar Renaults in de VS en bouwt nog even de Eagle door onder regie van de Regie. Intussen zijn al die AMC’s klassiekers geworden. Niet duur, wel opvallend vaak. Maar nooit zoals Chevrolet of Ford. Gewoon curieus. En dat paste ook wat bij dat tijdperk.