
Voor jullie als lezers nu denken dat ik een geweldig wervend verhaal ga schrijven over de Parijse hoofdstad kom ik met een teleurstelling. Parijs en ik lagen mekaar door de jaren heen niet zo. Ook al heb ik redelijk vaak best veel van de stad gezien, de Eifeltoren beklommen, Versailles bezocht en op leuke terrassen zitten eten. Maar echt in het hart kwam die Franse hoofdstad nooit te zitten. Zelf denk ik dat dit vooral zat in die bewoners daar. Ik vond ze over het algemeen niet zo aardig en dat zal zeker vooral ook aan mij of mijn verwachtingen hebben gelegen. De eerste keer dat ik er op bezoek was vloog ik er heen op uitnodiging van Air France dat haar faciliteiten daar wilde tonen aan de mensen (zoals ik) die konden beslissen over waar lading heen ging en met welke luchtvaartmaatschappij.

We schreven 1972 en de machine waarmee we vlogen was een toen splinternieuwe Boeing 727-200 die de aloude Caravelles moest vervangen. Dat lukte goed, alleen niet op die bewuste reisdag, want een bommelding (ja die had je toen met dank aan de Palestijnen uit die periode nog regelmatig) hield ons een paar uur aan de grond. Zonde van de tijd. Maar goed een spoedcursus ‘wat valt er te zien in Parijs’ maakte eenmaal daar wel iets goed.

De meeste keren dat ik er daarna op bezoek ging was dat omdat op het vliegveld Le Bourget tweejaarlijks een gigantische luchtvaartshow werd georganiseerd en wij daar als liefhebbers en toenmalige professionals perskaarten voor kregen om alles eens goed te bekijken. Dat combineerden we dan vaak met een paar dagen vertoeven in Parijs. In gezelschap was dat best aardig. Je keek eens hier, je at eens daar en je zocht naar winkels die niet of nauwelijks te vinden waren. Ja, die hele dure in het centrum waar wij nooit slaagden.

Hoe dan ook, ik was altijd weer blij als ik de stad achter me kon laten. En ja, ik weet dat er grote liefhebbers van de stad zijn die ik nu vast bijna beledig. Maar ik genoot tien keer meer in Londen of Berlijn. Om het over Praag maar niet te hebben. Dat Parijs bekoorde me minder al heeft het best veel te bieden hoor. En kijk ik vaak naar de laatste etappe van de Tour de France om dan steeds vrouwlief te vervelen met opmerkingen over waar we toen en toen liepen tijdens dat en dat bezoek. Wellicht maakte de stad onbewust eigenlijk best indruk op me, zonder dat ik het wil toegeven. Ik ging veelal met de auto die kant op. Het rijden in die stad een groot avontuur. En als je met een paar man in colonne op weg naar of van het hotel bezig bent om je weg te vinden is het extra opletten geblazen. En bedenk maar dat we indertijd nog geen navigatieapparatuur of zo kenden.

Het ging allemaal nog met de kaart op schoot en met geschat bestek. De heftigste ervaring heb ik hier al eens eerder verteld. Toen ik op weg naar de door vele honderdduizenden mensen bezochte luchtvaartsalon vrouwlief in Parijs kwijt raakte. Het was juni 1973, deze maand precies 51 jaar geleden. We vlogen naar Parijs maar kwamen per huurauto terug. En hoe dat toen ging zit me nu nog pijnlijk in de vezels. Wil je nooit meer meemaken. En zo doofde de eventuele prille liefde voor de Franse hoofdstad. Ik kwam er daarna nog wel regelmatig, maar altijd hielden we mekaar als stel in de jaren die volgden extra goed in de smiezen. Want eenmaal spoorloos in Parijs betekende echt heel lang moeten werken om dat spoor terug te vinden. Bij toeval keek ik onlangs mijn vlieglogboek weer eens na en zag die ene bewuste vlucht en datum en bedacht me hoe anders onze wereld er toen uitzag. Leek onbekommerd, was het niet. En naar Parijs reizen we al decennia lang niet meer….Je snapt nu wel waarom…. (Beelden: persoonlijk archief en ik sta nog in beeld ook)


Als ik terugkijk in de tijd en even de vluchten terughaal die ik vanaf pakweg de jaren zestig van de vorige eeuw maakte bedenk ik me ineens weer dat met het dalen van de ticketprijzen ook de service aan boord door de jaren heen sterk onderuit ging. Want beste lezers, wie vroeger vloog wist dat hij naast een avontuur ook lekkere service ging meemaken. Eten en drinken, gratis, geserveerd door geselecteerde jonge dames in een geweldig zittend uniform dat slechts in de luchtvaart gedragen kon worden. Vloog je in de ochtend was er een ontbijt, ’s-Middags een lunch, en in de avonduren een diner. Soms bescheidener dan anders, maar dat hing ook van de maatschappij af waarmee je vloog. Ook of je extra betaalde voor Business-class of zo. Want dan had je soms op een korte vlucht geen tijd genoeg om alles wat lekker was weg te werken.
Op andere vluchten ging de service zo snel, dat als je niet vlot genoeg je voorgezette hapjes en drankjes naar binnen werkte de collega van de service verlenende schoonheid aan boord de ‘lege trays’ alweer kwam ophalen. Het ging lang zo door. Maar op enig moment kwam onder druk van de prijs de klad in dat ‘gratis’ verhaal. Ik dacht dat ik het ergste al had meegemaakt toen ik aan boord van een avondvlucht (rond dinertijd..)van Lufthansa tussen Frankfurt en Amsterdam werd getrakteerd op een mini-Chocoprins en thee. Men had voor die pakweg 25 minuten durende vlucht kennelijk bedacht dat alles wat men meer zou bieden zou leiden tot tijdsdruk voor de bemanning. Dus rits-rats-roetsj. Maar met de prijsvechters als Easy-Jet, Ryanair en anderen kon het altijd nog erger. Wilt u Thee? Kan hoor, kost 2 euro! Koekje er bij?
1 Euro extra alstublieft. En dan denk je dat ik overdrijf? Straks moet je nog betalen voor het uniform van de bemanning ook. Anders komen ze in jeans en t-shirt langs. Goed in de gedachten blijft de service van het niet meer bestaande Trans World Airlines naar/van New York. Service was niet met een hoofdletter geschreven aan boord van die kisten. De dames waren allemaal wat aan de (in mijn toenmalige ogen) seniorenkant en de keuze van menu’s was zeer beperkt. ‘We hebben de keuze uit kip, vlees of vis…’. ‘Doet u mij de kip maar’ ‘O sorry, die is uitverkocht’….. En het eten kon er maar net mee door. Op een vlucht van 8u en 3 kwartier best een dingetje. Ook leuk was de vlucht met DanAir naar Berlijn op en neer. In een tweemotorige turbopropper waarvan de crew militaire truien droeg en de stewardess van de struise Duitse soort bleek. Wie niet snel genoeg besloot wat te eten of drinken werd overgeslagen en de (joodse) passagier die klaagde over gebrek aan kosjher voedsel toch wat werd afgeblaft. Geweldig was de service van KLM in het verleden, ik vond de Tsjechische CSA altijd positief uitspringen boven de rest, maar ook in de gouden tijden van Martinair en Finnair was er weinig te klagen. Mooie tijden. Lang geleden alweer. Vliegen is vervoeren geworden, de passagier moet niet zeuren, maar gaan zitten en van te voren bedenken wat hij straks extra wil bijbestellen. En het liefst zijn eigen broodje kaas meenemen. Want hoe minder gedoe, hoe beter….(Beelden: Yellowbird caerchief)

