
Onze stad dankt haar naam uiteraard aan die waterloop die lang geleden ontsprong uit de vereniging van de Drecht en Kromme Mijdrecht ten zuidwesten van de huidige stad Amsterdam. De stroom ging meanderend richting het laagste punt in de omgeving, wat we nu het IJ noemen. Onderwijl werden zijstromen voorzien van stromend water en zo kreeg het landschap in het veengebied rond Amsterdam haar huidige contouren.

Wie nu de Amstel volgt zal ontdekken dat die al langere tijd gekanaliseerd is en tegenwoordig aansluit op de Oude Rijn bij Alphen a.d. Rijn. De oude rivier is nu een keurig kanaal geworden dat op weg naar Amsterdam een lange route aflegt via karakteristieke plaatsen als Vrouwenakker, Uithoorn en Ouderkerk/Amstelveen.

Vele eeuwen terug werden er diverse van dit soort plaatsen gesticht die weer het centrum werden voor de agrarische ondernemers die zich langs de oever dan de oude rivier hadden gevestigd en door het graven van gangen en sloten water benutten om dat eigen terrein vruchtbaar te helpen maken. Lieden uit o.a. Ouder-Amstel (o.a. Ouderkerk) zakten als vissers op enig moment de rivier af richting wat nu Amsterdam is en vonden daar hun broodwinning.

Ze polderden in, legden droog, bouwden huizen en uiteraard kerken. Handel en wandel bloeiden en zo ontstond (ik stel het even simpel voor) Amsterdam. Een stad die ook met dank aan het harde werken van monniken en kloosterzusters samen met die eerste bewoners van het dorp Amsterdam iets opbouwden dat nu de hoofdstad van het land is. 750 jaar geleden kreeg men stadsrechten, een feit dat het huidige college aangrijpt om vooral maatschappijkritische evenementen te organiseren. Die Amstel werd intussen onderdeel van alles wat hier groeit en bloeit. Alleen heeft Amsterdam in de achter ons liggende eeuwen haar oude naamgever maar matig behandeld. Volg je de Amstel stad in kom je vanuit een schitterend brede waterweg steeds meer terecht in een fuik die eindigt bij het Muntplein.

De waterweg daar omgeleid, afgesloten en niet meer in staat rechtstreeks haar water te brengen naar het IJ. Rokin, Damrak, Stationsplein…allemaal gebouwd op wat ooit de Amstel was. Aan het einde van het Damrak, net voor het Centraal Station zie je nog een klein stukje Amstel terug. Keurig netjes recht gemaakt, de oude panden van de Warmoesstraat met hun rug er naar toe. Maar iedereen die ook maar iets met de stad heeft weet waar die Amstel goed voor was en is en eenmaal buiten de stad is het tegenwoordig vooral in de zomer een geliefde plek voor hen die houden van roeien, zeilen, varen met een motorsloep en daar af en toe nog een groot binnenvaartschip tussen door vol lading. Zwemmen kan tegenwoordig ook weer. Het vergif dat met name in Uithoorn vroeger zo de rivier in ging (men kende daar een grote chemische industrie) is uitgebaggerd en verwijderd. En voor mensen die met hun jachtje een toertje Hollands-Midden willen maken is dit een geweldig uitgangspunt. Kortom, de Amstel en Amsterdam….met elkaar verbonden. Al meer dan 750 jaar. Of iemand daar nog bij stil zal staan? Geen idee. Vandaar dat ik het maar even deed…(beelden; Prive-archief)









Voor Amsterdam is de Amstel niet zomaar een watertje dat ergens in het zuidoosten de stad binnenkomt, nee het is de naamgevende rivier van de stad. Immers het was de Amstel die in zijn oervorm de omgeving vormde tot wat het nu is maar ook verbindingen mogelijk maakte met het achterland van de stad. De Amstel die bovenstrooms aansloot op de (Oude)Rijn, en uitmondde in het IJgebied en de Zuiderzee. De veengebieden rond de stad werden deels afgegraven en voorzien van dwarsvaarten en boerensloten, het poldergebied naast de rivier met molens droog gemaakt. In de oertijd was dat gebied rond Amsterdam vooral nat. Erg nat. Je had er grote meren, stromen, sloten en zo meer.


Al zie je wel steeds meer dure huizen verschijnen tegen de Amsteldijken aan, the rich and famous willen er graag wonen. Zeker aan Amstelveense kant kom je nog wel wat opstallen tegen van BN-ers. De Amstel, ik ben er mee opgegroeid. Nooit heel ver van die rivier weg gewoond. Herinneringen vermengd met de moderne tijd. Van vroegere bootverbindingen tussen Amsterdam en Ouderkerk of zelfs Uithoorn, tot een dicht gevroren rivier begin jaren zestig. Van kolenboten aan de kade in Amsterdam Zuid tot de vele roeiverenigingen die door de jaren heen hun domicilie aan en op de Amstel vonden. Amsterdam zonder Amstel is ondenkbaar. Net als Rotterdam zonder Rotte of Maastricht zonder Maas. En wie er van wil genieten moet er eens langs gaan lopen. Zo prachtig, dat je als je enig talent bezit al snel staat te schilderen of fotograferen op zeer fraaie plekken. Ik doe dat regelmatig…. Aan te bevelen….(Beelden: Eigen archief)
Wie met de auto rondrijdt in het gebied ten zuiden van Amsterdam moet de ogen wel dicht houden wil men niet zien dat in het landschap bijzondere gebouwen te vinden zijn die wel erg lijken op compacte spoorstations. En ook de contouren van oude spoorbanen zijn voor wie goed op let nog wel te vinden. Soms zelfs omgevormd tot vrije busbaan. De moderne tijd en zo. Maar die gebouwen en banen liggen of staan er niet voor niets. Ruim een eeuw geleden werd het regionale verkeer rond de hoofdstad verzorgd door heel wat kleine spoorweg- of trambedrijven die een prima aanvulling vormden op de hoofdlijnen van wat later de Nederlandse Spoorwegen zou gaan heten. Vanuit Amsterdam kon je via Amstelveen naar Aalsmeer, Haarlem, Hoofddorp, Leimuiden, Leiden, Uithoorn, Bovenkerk, Alphen aan de Rijn en Nieuwveen of Ter Aar. Die lijnen werden gereden met kleine treintjes die we nu als trams zouden omschrijven, getrokken door trouwe stoomlokjes. Ondanks dat de exploitant in dit specifieke gebied het plan had om al die lijnen elektrisch te maken, het zat ook in de naam van de firma (Hollandsche Elektrische Spoorweg Maatschappij), kwam dit er nooit van. De eerste lijnen werden trouwens een halve eeuw later dan gepland geopend in het jaar 1912.
In eerste instantie nog met een beperkt lijnennet, maar na een paar jaar werd het hele routenet gereden en men deed dit met zowel passagierstreinen als met goederenwagons. Toch duuurde dit avontuur niet zo lang. Door de economische crisis in de wereld was het rond 1930 voor een groot deel al weer voorbij. Wat bleef was de verbinding tussen Amsterdam en Amstelveen-Uithoorn en verder door naar Nieuwersluis aan de Vecht. In 1950 was het ook hier over en uit en werden de lijnen ontmanteld. In 1972 brak men de boel definitief af, maar met dien verstande dat korte stukjes open bleven voor goederenvervoer, al dan niet ten bate van bouwprojecten elders. Het eerste stuk vanuit Amsterdam, werd omgebouwd en elektrisch gemaakt ten behoeve van de Stichting Museum Tramlijnen die er o.a. met normaal GVB-materieel op en neer rijdt naar station Bovenkerk in Amstelveen. Wat overbleef waren die bijzondere stationsgebouwen waarvan de bestemming door de loop van de jaren werd gewijzigd.
Het ene gebouw wordt nu bewoond, het station van Uithoorn is een restaurant geworden en het station van Aalsmeer Oosteinde een fietsenhandel. Het hoofdstation van Aalsmeer kreeg een makelaarskantoor onder dak en men zette er een oude diesellok voor de sfeer bij neer, maar die deden indertijd uiteraard geen dienst op deze lijn. Ook bij het oude station in Uithoorn zien we zo’n oud lokje staan. In datzelfde Uithoorn is de oude spoorbrug inmiddels omgebouwd voor de vrije buslijnen die het dorp verbinden op soortgelijke wijze als dat railvervoer uit die vorige eeuw. Het lijnennet van deze regiovervoerder was best fijnmazig en werd door de passagiers in die jaren zeer gewaardeerd. Later kwamen op al die trajecten bussen rijden. Efficient, warm en zo meer. Maar met veel minder sfeer. Al was het maar door die toch unieke stations die deze tramlijnen zo bepalend maakten in het veenlandschap aan de zuidkant van Amsterdam. En wie in Amsterdam zelf op zoek wil naar sporen uit het verleden. Bezoek dan eens het Haarlemmermeerstation. Begin- en eindpount voor deze tramlijnen in de hoofdstad en nu de thuisbasis voor die museumtrams. (Wikipedia/Yellowbird)