
Onlangs ging ik mee met een familielid om eens te kijken naar wat huizen die voor haar en partner kunnen zorgen voor wat meer rust en leefruimte. Van het westen van het land naar het oosten. Daar, in dat oosten, op het eerste gezicht nog betaalbare huizen van goede kwaliteit vinden is een mindere uitdaging dan in de oververhitte woningmarkt in onze streken. Bedenk maar eens dat een beetje etage (50-70m2)in onze stad tegenwoordig weg gaat voor 6-9 ton in een gemiddelde buurt, iets luxer gaan we het miljoen rap voorbij.

Dat is dus ook zo voor eengezinshuizen in keurige straatjes van een randgemeente. Je valt ondersteboven van de prijzen die daarvoor worden gevraagd en gekregen. Want kennelijk klotst het geld tegen de plinten bij veel huizenkopers. Een beetje overbieden is geen thema meer en zelfs in Almere, ooit toch het stiefkind van de markt in deze hoek van het land kom je niet weg voor de vraagprijs maar moet er stevig worden overboden. Nou dat zal elders wel anders gaan. Dus op een zonnig augustusdag reden we naar het oosten.

Een leuk stadje waar b.w.v.s. de grasvelden nog met een nagelschaartje worden bijgeknipt, fatsoen nog met hoofdletters geschreven wordt en de mensen op straat voldoen aan het beeld van Barbie en Ken. Het eerste huis wat op de lijst stond bleek een keurig nette middenwoning aan een stille straat. Mooie voortuin. Binnen wachtte ons een soort personal trainer. Overhemdje, buikje, net even te popi jopie en met de stopwatch in de hand werden we langs alle belangrijke kamers en zaken van het (duidelijk opgeruimde) huis gejaagd. Vrouwlief ontdekte dat de boel binnen niet fris rook. Rare lucht, maar we hadden het letterlijk snel gezien, 17 mnt later stonden we buiten. Tot over 4 dagen mocht er geboden worden……Een militaire sergeant had ons niet sneller door een dagmars kunnen leiden…

Nou dan maar even een bakkie koffie met iets lekkers, tijd zat. Tweede huis bekeken we in de middag. Meer dan netjes, onlangs fraai gerestaureerd, strak in de lak, nette prijs. Heel aardige makelaar. Commercieel ingesteld, we hadden al snel allemaal haar werkadres, want je wist maar nooit… Ook daar liepen we zowat in de file, zoveel belangstelling. Hoe dan ook…eenmaal thuis, dat tweede huis werd de optie voor een bieding. Weet je wat, we doen een stevig bod. Flink boven de vraagprijs! Dan weten we zeker dat….. Nou mooi niet. Kort na de gestelde deadline voor die biedingen kwam er een mailtje, ‘sorry uw bod was te laag, met vriendelijke groet’…. Ook daar is men dus stapelkrankzinnig. En als ik dan alles optel en zie waarvoor die huizen ook daar in de regio dan weggaan weet ik wel dat die woningmarkt op alle fronten vast zit en het voor instappers compleet onmogelijk is om iets aardigs en betaalbaars te vinden. Kennelijk hebben die kopers heel veel extra geld achter de hand om die biedingen te kunnen doen. Of ouders met een pot geld die ze graag uitdelen. Binnenkort gaan we weer neuzen. Op een andere plek, eens zien wat dat brengt. Maar na die recente ervaringen ben ik best een beetje terughoudend over het te verwachten resultaat. Slechts echte ‘klushuizen’ zijn te betalen….de rest…? Gewoon vergeten…… (Beelden: Archief)


Ook al zo’n museum waar je echt moet zijn geweest. Of beter, een paar maal, omdat men ook hier in staat blijkt de expositie steeds weer optimaal en bij de tijd te houden. Het Open Lucht Museum ligt in de buurt van Arnhem en kent een ruime entree met voldoende parkeerplaatsen. Toen wij er op bezoek waren in juni j.l. bleken er al heel wat toerbussen te vinden, die hun lading van allerlei soorten en pluimages mensen net hadden gelost. Een bestemming met enorme aantrekkingskracht dus. Maar zodra je de kassa’s bent gepasseerd valt die drukte enorm mee. Men is gek op de (schitterende) Rotterdamse trams die het park via een zestal haltes bedienen. En de hoofdhalte ligt tegenover de in/uitgang van het museum. Maar ga zelf in eerste instantie gewoon lopen.
De omgeving is er schitterend en gelegen in een groot bosperceel. Met af en toe een of meerdere attracties bij elkaar gegroepeerd. En die moet je dan echt even tot je nemen. Ik ben wat meer van de stedelijke historie dan die van het platteland, maar een oude boerderij bekijken en zien hoe de mensen daar vroeger in leefden of woonden is soms best contronterend. Armoede kwam in vele gedaanten. Goed dat men dus ook keurige nette arbeiderswoningen neerzette uit Tilburg, maar ook krotten uit de Amsterdamse Jordaan. Met bijbehorende geluiden en geuren. Voor hen die dat belangrijk vinden is er ook het een en ander te vinden over de huidige massa-immigratie en wat hieraan ten grondslag lag.
Met verschillende ogen bekeken komt je vaak tot dezelfde conclusies. De geschiedenis valt niet te veranderen, wel onderscheidend te interpreteren. Het O.L.M. heeft op diverse plaatsen ‘exponaten’ die er toe doen. Ik vond de tramremise met daar tegenover het Van Gend & Loosgebouw echt prachtig. Maar ook het Zaanse stukje met een oud bruggetje uit Ouderkerk a.d. Amstel mag er zijn. Diverse molens zorgen voor ambiance. Je komt er een oud dorpskerkje tegen en een schooltje uit Friesland waar kinderen in vroeger tijden nog met een open vuurtje in de klas warm gehouden moesten worden.
Je komt er levende dieren tegen, en een bijenopvang. Er is een kruidentuin plus een scheepswerf. Voor hen die daar behoefte aan hebben is er door het hele park heen iets te eten of te drinken, het grote restaurant bij de ingang (waar de trams ook starten en stoppen) biedt de grootste keuze aan gerechten en dranken. Toiletten zijn ook voldoende beschikbaar, dus ook op dat punt geen nood. En daarbij is de rolstoelvriendelijkheid op behoorlijk nieveau.
Het terrein is wel glooiend, er moet flink geduwd en getrokken worden door begeleiders, maar toch. Je kunt hier een hele dag doorbrengen zonder je te vervelen. Wie er heen wil moet rekenen dat men op 28 oktober a.s. sluit. Dan gaat men beginnen aan het nodige onderhoud. Veelal door vrijwilligers uitgevoerd. En op dat punt valt ook weinig af te dienen op de klantvriendelijkheid van die lui. Een zeer aan te raden bestemming en je leert er veel van over hoe wij Nederlanders leefden en wellicht nog leven anno 2018. (Beelden: Yellowbird Photo)
Ik was er al bang voor toen we die nieuwe bank en een andere maar wel bijpassende fauteuil kochten die onlangs werden afgeleverd. Dat we ineens ook anders tegen de al wat langer staande meubelen aan zouden kijken. Dus bedachten we dat we een eettafel wilden die wat langer en smaller was dan de huidige, en een salontafel die bijpassend zou zijn, maar wel dezelfde praktische zaken zou kennen als de huidige. Dus begonnen we weer opnieuw met zoeken. Kijken naar wat al die grote of kleinere meubelzaken in het aanbod hadden, of de prijs een beetje in de hand te houden was, de constructie (mijn ding, ik houd van stevig, ik moet er bwvs op kunnen gaan staan), de materialen en de kleur. Want het moet wel passen. Vrouwlief had ook zo haar lijstje en dat maakte de zoektocht ‘interessant’. Zeker als je ziet wat een enorm aanbod sommige winkels onder dak hebben staan en hoe men soms zijn uiterste best doet om je (n)iets te verkopen.
Bij de ene zaak heeft men op elke etage en in elk verkoopvak een medewerk(st)er die vraagt of je ‘geholpen’ wilt worden, bij andere zaken moet je die adviseurs met een lichtje zoeken. Tussen het ene en andere uiterste zit een hele wereld van verschillen. Werd me duidelijk toen we ergens in de polder bij Alphen a d Rijn bij een winkel neerstreken waar de (geschat) 20 jonge medewerkers druk waren met adviseren van ‘prospectklantjes’ en achter de informatiebalie niemand te vinden bleek. Wij hadden onze keuze al gemaakt. Maar werden niet geholpen, dus…….jammer maar helaas. Diezelfde winkel deed dat later nog eens dunnetjes over. Want bij een nieuwe tafel horen ook andere stoelen.
Al was het maar om de kleur en de stoffen. Ook daar wisten we intussen wel wat we wilden. We schreven ons eigen wensenlijstje op, schoten digitale plaatjes van die stoelen en liepen (bij toeval in diezelfde winkel waar men ook de tafel niet ‘wilde’ verkopen) maar weer eens naar de informatiebalie. Daar hadden ze die zitelementen precies in de stijl en kleur die we zichten. We troffen het, er zal een jongeman achter die balie iets in te vullen. Wij vroegen of hij ons kon helpen. Nee, dat kon hij niet, want hij was druk. Vervolgens zette hij een bordje neer met daarop de mededeling dat zij die informatie wilden moesten wachten op een verkoper die evt. ‘vrij’ was en liep weg. Dat laatste deden wij dus ook. Aan de overkant van de straat zat nog een meubelzaak. Kleiner, wat duurder, maar met een geweldig team van adviseurs. Daar vonden we duurdere stoelen, die bestelden we en waren een uur later onderweg naar huis.
En die tafels? Tja, die laten we op maat maken. In de buurt van Rotterdam. Helemaal naar onze smaak, met een degelijke constructie en katten’proof’ bovenblad. Nu nog even zien dat we onze nog vrijwel nieuwe (in onze ogen dan) eettafel, de salontafel en vier stoelen kwijt kunnen. Oersterk, mooi in de was, netjes bijgehouden, z.g.a.n. Iemand?