
Ik neem u als lezer terug naar het Finland van de jaren zeventig. Ik werkte hard op Schiphol (beschreven in eerdere blogs een tijdje terug) en kreeg dan vanuit mijn functie nog wel eens een uitnodiging om naar het land van herkomst van een van de benutte luchtvaartmaatschappijen af te reizen. Inclusief verblijf in een vaak luxe hotel en het nodige vertier. Een van die bedrijven was het Finse Finnair. Een oude maatschappij die ook toen al een geweldige naam en faam verdiende. Ze vlogen vanuit Helsinki o.a. via Amsterdam naar New York en wilde graag dat wij als officiele vrachtagenten hun lijndienst zouden prefereren boven die van bijvoorbeeld KLM.

Dus werden we een paar maal naar Finland gevlogen voor interessante bezoeken aan de faciliteiten daar en het nodige vertier. Dat startte dan meestal met een heerlijke vlucht, daarna ontvangst door een hotemetoot van de maatschappij en dan door naar de stad Helsinki voor hotel, lunch/diner en dan een bezoek aan een of andere sauna. Werd je afgeschrobd door een stevige oude dame met een pannenspons waarop je in een zwembad de blote leden kon doen verpozen. Het was altijd plezierig en na zo’n behandeling kon je weer uren verder. En dat was goed nieuws want dan ging je op transport (busjes of taxi’s) naar het befaamde uitgaansgebied van Helsinki waarvan de discotheek Kaivohuone het middelpunt was. Daar was toute Helsinki van toen te vinden in dans en plezier en het bier plus andere drankjes stroomden er regelmatig onze glazen in.

Danspartners waren plenty te vinden, al was het maar omdat het halve kantoor van de vrachtdivisie bij Finnair uit vrouwen bestond en die wilden wel even een verzetje. Finnair betaalde en we genoten van de sfeer en de muziek (Abba mateloos populair toen). In de vroege uurtjes van de nacht weer naar bed, hopend op een vroege wake-up-call, want het vliegtuig naar huis ging altijd op schema weg en wij moesten op tijd op het vliegveld zijn. Met houten koppen maar een meer dan tevreden glimlach op het gezicht zaten we aan het ontbijt op het vliegveld (was handiger..) en spraken over Otto, de masseuze van omaleeftijd in de sauna en zo meer. De muziek bonkte nog in de bol, of was dat gewoon de drank?? (ik dronk toen nog niet eens…) De naam Kaivohuone bleef me altijd bij. Net als die Finse gastvrijheid. Vele jaren later, ik zat op een congres van alle Europese Skoda-importeurs in Praag. Naast mijn Finse collega.

En man met een vrij verveelde houding naar het merk toe. Hij vond het allemaal maar niks. Ik dacht ‘laat ik hem eens opvrolijken’ en vroeg hem naar de Kaivohuone en of hij die kende? Ja zeker wel, zijn oogjes gingen meteen wijder open. Daar kwam hij veel en graag. Het middelpunt van Helsinki waar je tenminste lol kon maken. We werden vrienden…nou ja…sort-off… Onlangs keek ik of die club nog bestaat. En ja dat doet hij. Alleen is het nu een restaurant geworden met vooral in de zomermaanden nachtclub-entertainment waar topartiesten optreden. Ik denk dat Abba er niet meer wordt gedraaid. Maar het is wel grappig dat zo’n zaak er nog steeds is. De bezoekers aan Helsinki moeten er maar eens gaan kijken. Zit in de Iso Puistotie-straat in het Kaivopuisto-Park. En dan maar bedenken dat ook mijn voetstappen nog ergens te vinden moeten zijn….(beelden: Internet)


Wie appelen vaart, zal ze ook eten, zo gaat dat in veel vakgebieden, maar in de luchtvaartsector werkte dat bepaald niet zo in die jaren. De verhalen van de heren (dames werkten er toen nog niet of nauwelijks) verkopers bij de luchtvaartmaatschappijen over hoe goed een airline zijn taken kon vervullen voor jou als ‘IATA-agent’ zaten veelal vol superlatieven. Maar als je een lading met die lui vervoerde en hij bleef ergens onderweg steken op een transfer-vliegveld deed dat veel af aan die prachtige verhalen. En vroeg je je af waarom het toch zo vaak fout ging. Zelfs bij rechtstreekse vluchten, zonder tussenstop, waren er maatschappijen die in staat bleken jouw lading onderweg kwijt te raken. Met alle gevolgen van dien. Tegelijk professionaliseerden die maatschappijen hun hele logistieke proces ook in die jaren en breidden sommige vliegvelden uit tot enorme omvang waarbij Schiphol, ook in diens moderne (Centrum)vorm verbleekte. Af en toe viel er dan wel eens een ticket op het bureau van baas Breems die daarvan dan gretig gebruik maakte om zijn licht op te steken elders in Europa of de wereld. Ook als het om beslissingen ging die met mijn export-afdeling van doen had. Ik vond dat toch minder plezierig, want het leken, zo bleek vaak uit de verhalen, heel interessante trips vol gezelligheid te zijn.
En met sommige van die airlines en hun vertegenwoordigers had ik meer dan goede contacten. Toch duurde het ruim zes jaar voor de eerste van die lui mij ook eens op de lijst zette voor een soortgelijke trip. Het was British European Airways (BEA) dat toen in een fase verkeerde samen te moeten gaan met de BOAC wat zou moeten gaan leiden tot het nu nog bestaande British Airways. Hun thuisbasis was Heathrow Airport en daar had men diverse vrachtcomplexen waar bij onze lading regelmatig veel mis ging. Men nam een stuk of 15 export-managers mee op deze trip, waaronder ik. Februari 1972 werd dat bezoek ingepland en uitgevoerd. In een enkele dag op en neer. Naar een land waar op dat moment overal stakingen plaatsvonden en dat alleen al zorgde voor avontuurlijke bezoekjes. De lunch in een restaurant vol kaarsjes omdat er geen elektriciteit werd opgewekt tijdens de stakingen. Op Heathrow zag ik wel waarom het soms fout ging bij die transfers, maar men beloofde ter plekke beterschap. Ik benutte ze daarna nog jaren lang trouw. Vreselijk aardige lui en tijdens deze trip zeer gastvrij. Daarbij vlogen we op en neer in een Britse Trident passagiersmachine die me altijd al intrigeerde. Prachtige kist, mooie trip en extra ervaring.
Een paar maanden later deed Finnair het nog eens dunnetjes over. Maar liefst een driedaagse trip naar Helsinki. Wij gebruikten die lui vooral voor zendingen naar New York, maar ook hun Europese netwerk was prima verzorgd. Met een Super Caravelle van de Finnen vloog ik samen met Ruud Breems (jawel een duo-uitnodiging die mij ook het gevoel gaf serieus genomen te worden) en nog een stel directeuren van agentschappen naar die toen al snel donker wordende Finse hoofdstad. Waar we naast de (redelijk beperkte) faciliteiten van Finnair vooral genoten van gastvrijheid inclusief sauna en de stad zelf. Een top-airline en ook een prachtige belevenis. Kort daarna opnieuw op stap, dit keer naar Parijs met en voor Air France. De toen splinternieuwe Boeing 727-200 had door een bommelding enorme vertraging, onze trip daardoor wel erg beperkt, maar na wat rond gehobbeld te hebben door de stad Parijs, weer op tijd terug op het vliegveld voor de retourvlucht. Dat waren toch ineens drie trips in een jaar tijd. Het begon er op te lijken zo en ik kreeg meer sympathie voor de airlines die dit hadden verzorgd. Opvallende afwezig..KLM. Als thuiscarrier kon die kennelijk hooguit rondwandelingen verzorgen op Schiphol. Voor ons als Nederlandse luchtvrachtbedrijven had men verder weinig te bieden. Men verlangde wel dat je minstens 50% van je omzet aan hen gunde. Zo hield men ook controle over de handel. Ik werd er nooit een groot voorstander door van de maatschappij die ik nu op handen zou dragen. Want de organisatie was ook toen puik, al zag ik dat niet zo in die jaren. Ik wilde, alleen al vanuit mijn liefde voor de luchtvaart en de nieuwsgierigheid naar die buitenlandse steden, zelf ergens heen vliegen en kijken. Gelukkig kwamen daar later nog de nodige uitnodigingen voor binnen. (Beelden: Yellowbird archief)
Hij was ook bij ons een zeer bekende atleet, Emil Zatopek! Tsjech van geboorte (1922) en uit een normaal arbeidersmilieu afkomstig. De man ontwikkelde zich tot een atleet die tussen 1948 en 1954 absoluut geen concurrentie had op de lange loopafstanden zoals de 10km. Hij won elke wedstrijd met glans. Zijn kracht zat hem in uithoudingsvermogen bij hoog looptempo. Daar liepen andere atleten zich op stuk. Vandaar zijn bijnaam ‘de Locomotief’. Tijdens de Olympische Spelen van Helsinki in 1952, behaalde hij drie gouden medailles. Zowel op de 5 en 10km maar ook op de marathon. Kijk, dan ben je een mannetjesputter. De naam Zatopek werd een wereldnaam. Net als Skoda, Tatra of Bata. Zatopek was getrouwd met een speerwerpster, Dana Ingrova, die naar verluid zes uur ouder was dan hij. Samen leefden ze binnen het communistische systeem een simpel maar plezierig leven. Zatopek verbeterde wereldrecords, zelfs nog toen hij zelf dacht dat hij op enig moment te oud was voor dat soort prestaties. Waarbij zgn. ‘experts’ best veel kritiek hadden op zijn manier van lopen.
Pas na de Wende in 1989 toen het communisme plaats had gemaakt voor het net ingevoerde democratische denken, kreeg hij van de nieuwe president Havel eerherstel. En zijn functie terug als Kolonel in het Tsjechische leger. De nieuwe regering putte zich uit in excuses voor het leed deze volksheld aangedaan. Zatopek voelde zich geen held, hij had slechts op willen komen voor zijn landgenoten die in 1968 snakten naar een heel klein beetje vrijheid. Zatopek overleed in zijn geliefde woonstad Praag in november 2000. Hij werd 78 jaar oud. Zijn grafsteen is eenvoudig. Net zoals de man zelf altijd is gebleven. Zijn erfgenamen mogen zijn vele medailles en titels koesteren. Ik vond het even nodig om de man op zijn sterfdag te eren. Anders verdwijnt zo’n naam van de geheugenagenda en dat mag niet gebeuren. (Beelden: Internet/Wiki)