
Telkens als onze Soester vriendjes een dagje Amsterdam met ons doen zoeken we aan het einde van de veelal ‘stil’ verlopen wandeltochten (in de overdrijving zit de tegenspraak) dwars door de stad een afsluitend dineetje bij een of andere leuke zaak. Daarbij hebben we al heel wat uitheemse gerechten en dito horecazaken voorbij zien komen. Van Italiaans tot Indisch of Thais. Meestal deed ik ook hier verslag van bijzondere ervaringen. Dit keer weer zo een. Na zo’n 20.000 stappen door onze stad waren we wel toe aan een hapje en drankje. Keken bij een leuk uitziend wat kleiner Argentijns restaurant onder de naam Santa Maria tegenover de Stopera en een stukje Waterlooplein. Het terras nog half in de zon, het drukke stadsleven om de hoek en altijd mensen of zaken om naar uit te kijken. We zakten neer op de stoelen en kregen een meer dan warm welkom. Onze gastheer heette Henny. Nou is dat voor ons meer een vrouwennaam dan die van een man of wellicht ‘het’, maar deze naamkrijger kwam uit Egypte. Opvallend bij een Argentijns restaurant maar deze broeder was hier al 29 jaar en sprak onze taal maar had vooral ook de Amsterdamse humor diep in de genen.

We voelden ons al snel thuis. Een lekker drankje hielp daarbij en het uitzicht op mensen om ons heen deed dat zeker ook. Daarover later nog eens meer. Hoe dan ook, simpele zielen en dito eten. In dit geval een geweldig stukje gegrilde kipfilet, met het een en ander aan entourage en een van ons gezelschap koos een geweldig fraai gebraden stukje biefstuk. Het werd zonder haast opgevoerd, was bloedheet en smaakte heerlijk. Dat onze Henny daarbij zowel kok als gastheer bleek was een extra stimulans. En zijn opmerking na de vraag of het lekker was, (Ja) dat als we niet tevreden waren hij naar binnen zou wijzen naar de ‘kok’ en als het wel beviel hij graag de credits ontving deden hem in ons hart sluiten. We tafelden nog wat na, kwamen het e.e.a. over hem te weten, hoe hij oprecht was geintegreerd en geen enkele behoefte meer had aan terugkeer naar het Egypte van tegenwoordig en de mensen die daar de dienst uitmaakten. Nee, voor vakantie ging hij liever naar Italie. Veel meer plezier… Hoe dan ook, alles opgeteld en afgerekend gaven we een dikke fooi. De zaak is gezellig, de gastheer (ook een gastvrouw die haar taken ook met plezier deed) geweldig, het eten zonder al te veel fratsen top van smaak en de prijs passend bij het aanbod. Als altijd bekeek ik de (schone) toiletten en inrichting. Hier komen we zeker nog eens terug. Een cijfer van 9.5 zorgt daarvoor. Goed gevuld liepen we met onze vrienden mee naar het CS voor een als altijd afscheid vol mixed emotions. Maar dat lag zeker niet aan dit eetavontuur. Aanrader! (Beelden: Prive)






Als je zoals ik nu even tijdelijk partner loos door het leven gaat houdt dit ook direct in dat e.e.a. gevolgen heeft voor het eten wat ik tot mij neem. Van alle kwaliteiten die ik wellicht bezit is koken er zeker geen van. Ik kan eieren koken, bakken, potjes en blikken openen en de inhoud op redelijke wijze verhitten tot een eetbare substantie en aardappelen koken of bakken. Maar meer moet je niet van me vragen. Het is er nooit van gekomen en verdiepen wat te veel gevraagd. Nee, koken is niet mijn ding. Wel (mee)eten. Altijd fijn om bij liefdevolle koks of kokkinnen aan te mogen schuiven in zo’n situatie. Gelukkig zijn er een paar die begrijpen dat het niet zo meevalt voor een man als ik in zijn eentje…. Dus komen er wat uitnodigingen die me naast een lekker maaltje ook een gezellige avond bezorgen.
De dank daarvoor en uiteraard de waardering zijn groot. Maar blijft toch de kwestie van het gebrek aan talent op dit gebied. Ik had de pech dat mijn moeder vroeger thuis met alleen mannen om zich heen min of meer gedwongen werd om het kookwerk te verrichten. Dat deed ze met duidelijke tegenzin en dat was soms goed te merken (of te proeven). Uitdragen van haar wellicht aanwezige kennis op dit gebied was zinloos. Wij mannen waren bezig met de dingen die bij onze sekse behoorden en daar paste al te veel huishoudelijk werk niet bij. Koken dus ook niet. En dat heeft zich toch wat gewroken. Nadat ik mij om allerlei positieve redenen bond aan mijn echtgenote voor de decennia die tot de dag van vandaag duurden, was zij automatisch degene die ging koken.
En door haar erfelijke connecties met goed kokende voorouders had ik daarna weinig tot niets meer te klagen. Ze maakt er vaak iets bijzonders van en dat is bijster smakelijk. Van puur-Nederlandse pot, maar dan net even smakelijker tot inheemse gerechten die dan weer op mijn smaak zijn gebracht door links en rechts wat al te scherpe zaken weg te laten. Je moet als man nu ook weer niet overdrijven natuurlijk. Zij kookt ook efficiënt. Kan een maaltijd op tafel zetten binnen een uur. En nog lekker ook. Elke dag iets anders. Knap staaltje kookkunsten vertonen. Maar als ze dan even op reis gaat heb ik het lastig. Want ik pikte in al die jaren maar weinig op van dat kooktalent. Nu komt dat wel vaker voor hoor, ze maakt de fraaiste trips en geniet daarvan. Maar voor mij is het dan altijd even wennen. En toch heeft het wel iets. Nog los van al dat lekkers dat me door de lieve gastvrouwen en dito heren wordt voorgezet is het ook best lekker om met enige trots je zelf bereide maaltijd naar binnen te werken. En gezien de belangstelling die beide harige huisgenoten tonen als ik dan aan tafel zit, moet er wel iets goeds aan te ontdekken zijn. Vandaar…Smakelijk eten allemaal……Doe ik het ook….