60 jaar Transavia…

60 jaar Transavia…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: dc6b-transavia.jpg

Vandaag precies 60 jaar geleden startte een nieuwe luchtvaartmaatschappij in ons land. Via allerlei slimme omwegen zette toenmalig luchtvaartpionier John Block zijn eigen bedrijf op. Hij was ooit samen met Martin Schroder aan de slag gegaan voor diens Martin’s Air Charter, maar de karakters van beide heren waren zo verschillend dat Block op enig moment opstapte en zijn eigen weg zocht. Met een stel oude propliners, financiers van her en der, startte hij zijn Transavia Holland en stortte zich eerst nog wat bescheiden op de steeds maar groeiende chartermarkt richting zuidelijke oorden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: aerospatiale-caravelle-h075.jpg

Maar als de groen geschilderde kisten stilstonden bedacht Block een nieuw plan en verhuurde zijn machines aan andere bedrijven of ging gewoon ‘wilde’ vracht vliegen. Zijn felste concurrent was zijn oude partner Schroder die in ons land geen concurrentie duldde. Die wilde ook Bob Schreiner (Schreiner Airways) van de markt duwen dus nam en-passant Transavia mee in zijn pogingen de lucratieve vakantievliegerij voor zichzelf te behouden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: aerospatiale-caravelles-hv-sloop-spl-winter76-211018-scan10366.jpg

Maar Block gaf niet toe. Sterker nog, die breidde zijn vloot uit. Sloot deals met allerlei (tour)bedrijven. Kocht op enig moment een serie tweedehands Franse Caravelle straalvliegtuigen die in die jaren voor een kleine prijs te koop waren maar precies het doel dienden dat paste bij zijn visie. Hij ging ook vliegen voor de TROS, kreeg toegang tot typische doelgroepen van normale mensen die voor een lekker prijsje naar het zuiden wilden. Intussen verhuurde hij zijn oude DC-6 vloot aan allerlei instellingen die o.a. in Afrika actief waren. Een deel van de vloot van die machines zou daar ook eindigen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 15408-boeing-737-2-ph-tvh-hv-landt-eham-sum-82-scan10086.jpg

Een grotere Boeing 707 werd aangekocht, een tweede gehuurd, het bedrijf kreeg steeds meer body en een behoorlijke naam en faam. Op enig moment vond Block dat hij moderne straalvliegtuigen moest kopen om de toch wat dorstige en niet meteen geluidsarme Caravelles te vervangen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 34144-boeing-737-3-hv-phtsu-cucumber-c.s.-scan10419.jpg

Hij koos voor de toen nieuwe Boeing 737-200Advanced die al snel de ruggengraat voor zijn vloot vormden. De Caravelles werden afgevoerd en deels op Schiphol-Oost gesloopt. Op enig moment verdween Block uit het management van zijn eigen bedrijf. Later zou hij weer opduiken met zijn nieuwe maatschappij Air Holland. Transavia leunde intussen steeds meer aan tegen KLM. De vloot ging ook op bescheiden schaal lijnvluchten uitvoeren. Naar Londen-Gatwick, Spanje, en dat legde Transavia geen windeieren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: b707-hv-landing.jpg

De vloot groeide en groeide en zodra er weer een nieuwe variant was op de 737 ruilde men de oudere kisten in op de allernieuwste. Transavia werd een groot-gebruiker van die Boeings. Ook de wat grotere 757 kwam in gebruik, de 707’s verdwenen. KLM werd grootaandeelhouder. En het lijnennet groeide zodanig dat men besloot om als prijsvechter te gaan vliegen en het vakantieverkeer wat af te bouwen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: a321neo-hv-in-retro-kleuren.jpg

Na de fusie van KLM met Air France kreeg Transavia onder Franse druk ook een Franse zuster, zelfs een Deense, maar die laatste kreeg in Denemarken geen voet aan de grond. In Frankrijk ging dat beter. Intussen heeft men i.s.m. de moedermaatschappij AF/KLM besloten om alle Boeings op te ruimen en Europese Airbussen A320/21NEO’s in de vloot op te nemen, die intussen in hoog tempo de laatste 737’s vervangen. Door de jaren heen werden ook de beschilderingen op de vliegtuigen afgewisseld door nieuwe ontwerpen. Binnenkort komt met de viering van het verjaardagsjaar de nieuwste variant op de nieuwste A321NEO te staan en zal door de jaren heen dat schema ook op de rest van de vloot worden ingevoerd. De meest recente 321 kreeg intussen een retro-beschildering die teruggrijpt naar de jaren van John Block. Een mooi eerbetoon aan een man die van zijn frustratie een levenswerk wist te maken en zijn groene maatschappij vanuit een hemelse positie toch met trots zal bekijken. Sigaretje en een goed glas er bij…Transavia werd vandaag 60! Van harte proficiat…..(beelden: Archief/internet)

Parijs…

Parijs…

Voor jullie als lezers nu denken dat ik een geweldig wervend verhaal ga schrijven over de Parijse hoofdstad kom ik met een teleurstelling. Parijs en ik lagen mekaar door de jaren heen niet zo. Ook al heb ik redelijk vaak best veel van de stad gezien, de Eifeltoren beklommen, Versailles bezocht en op leuke terrassen zitten eten. Maar echt in het hart kwam die Franse hoofdstad nooit te zitten. Zelf denk ik dat dit vooral zat in die bewoners daar. Ik vond ze over het algemeen niet zo aardig en dat zal zeker vooral ook aan mij of mijn verwachtingen hebben gelegen. De eerste keer dat ik er op bezoek was vloog ik er heen op uitnodiging van Air France dat haar faciliteiten daar wilde tonen aan de mensen (zoals ik) die konden beslissen over waar lading heen ging en met welke luchtvaartmaatschappij.

We schreven 1972 en de machine waarmee we vlogen was een toen splinternieuwe Boeing 727-200 die de aloude Caravelles moest vervangen. Dat lukte goed, alleen niet op die bewuste reisdag, want een bommelding (ja die had je toen met dank aan de Palestijnen uit die periode nog regelmatig) hield ons een paar uur aan de grond. Zonde van de tijd. Maar goed een spoedcursus ‘wat valt er te zien in Parijs’ maakte eenmaal daar wel iets goed.

De meeste keren dat ik er daarna op bezoek ging was dat omdat op het vliegveld Le Bourget tweejaarlijks een gigantische luchtvaartshow werd georganiseerd en wij daar als liefhebbers en toenmalige professionals perskaarten voor kregen om alles eens goed te bekijken. Dat combineerden we dan vaak met een paar dagen vertoeven in Parijs. In gezelschap was dat best aardig. Je keek eens hier, je at eens daar en je zocht naar winkels die niet of nauwelijks te vinden waren. Ja, die hele dure in het centrum waar wij nooit slaagden.

Hoe dan ook, ik was altijd weer blij als ik de stad achter me kon laten. En ja, ik weet dat er grote liefhebbers van de stad zijn die ik nu vast bijna beledig. Maar ik genoot tien keer meer in Londen of Berlijn. Om het over Praag maar niet te hebben. Dat Parijs bekoorde me minder al heeft het best veel te bieden hoor. En kijk ik vaak naar de laatste etappe van de Tour de France om dan steeds vrouwlief te vervelen met opmerkingen over waar we toen en toen liepen tijdens dat en dat bezoek. Wellicht maakte de stad onbewust eigenlijk best indruk op me, zonder dat ik het wil toegeven. Ik ging veelal met de auto die kant op. Het rijden in die stad een groot avontuur. En als je met een paar man in colonne op weg naar of van het hotel bezig bent om je weg te vinden is het extra opletten geblazen. En bedenk maar dat we indertijd nog geen navigatieapparatuur of zo kenden.

Het ging allemaal nog met de kaart op schoot en met geschat bestek. De heftigste ervaring heb ik hier al eens eerder verteld. Toen ik op weg naar de door vele honderdduizenden mensen bezochte luchtvaartsalon vrouwlief in Parijs kwijt raakte. Het was juni 1973, deze maand precies 51 jaar geleden. We vlogen naar Parijs maar kwamen per huurauto terug. En hoe dat toen ging zit me nu nog pijnlijk in de vezels. Wil je nooit meer meemaken. En zo doofde de eventuele prille liefde voor de Franse hoofdstad. Ik kwam er daarna nog wel regelmatig, maar altijd hielden we mekaar als stel in de jaren die volgden extra goed in de smiezen. Want eenmaal spoorloos in Parijs betekende echt heel lang moeten werken om dat spoor terug te vinden. Bij toeval keek ik onlangs mijn vlieglogboek weer eens na en zag die ene bewuste vlucht en datum en bedacht me hoe anders onze wereld er toen uitzag. Leek onbekommerd, was het niet. En naar Parijs reizen we al decennia lang niet meer….Je snapt nu wel waarom…. (Beelden: persoonlijk archief en ik sta nog in beeld ook)

100 jaar KLM – De Lockheed Electra II…

In die honderd jaar dat KLM nu al bestaat besloot men ook wel eens tot aankoop van vliegtuigen die bij andere maatschappijen niet eens op een vergeten verlanglijstje kwamen te staan. KLM stond daarin dan alleen en had daarvoor indertijd toch allerlei redenen om die beslissingen te nemen. Een daarvan kon zijn dat men nieuwe ontwikkelingen gewoon niet zag als realistisch of haalbaar. Zo was er de in de jaren vijftig van de vorige eeuw opkomende technologie voor straalverkeersvliegtuigen. Die o.a. leidde tot het op de markt brengen van de Franse Sud Aviation Caravelle. Een sierlijk toestel met twee Rolls Royce motoren aan de staart. Geschikt voor korte tot middellange afstanden en meteen goed besteld door heel wat grote maatschappijen van toen. SAS, Swissair, Sabena, Iberia, Alitalia, Finnair en nog een reeks maatschappijen van toen kochten de Caravelle. Maar KLM zag er niks in. Men keek terug naar het debacle met de Britse Comet 1 uit de jaren veertig en geloofde dat deze technologie een jaar of tien later nog steeds in de kinderschoenen stond. Dus keek men naar Amerika. Een voor KLM bekende leverancier, Lockheed, bood naast haar bekende Constellation-reeks die bij KLM goede diensten verrichtten, ook een toestel aan met zgn. turbopropmotoren.

Daarbij kreeg je alsnog straalmotoren, maar dan gecombineerd met propellers ten behoeve van de voortstuwing bij die kisten. De Electra II was in veel opzichten een bijzonder toestel. Het had een wat brede romp, een stompe neus, eigen ingebouwde toegangstrappen, korte vleugels en vier krachtige motoren in de vleugels. Dat waren Allison 501’s  van 3.800pk elk. Gaf de Electra een maximum snelheid van 650km/u, een actieradius van 4.500km en hij vloog op een hoogte van 8.650mtr. KLM was onder de indruk van deze prestaties en kocht er 12. Daarbij vond ze zich in gezelschap van maatschappijen in de VS en het Australische Qantas. De Electra was na een lange ontwikkeling waarbij het toestel nog eens opnieuw moest worden onderworpen en aan uitgebreide tests onderworpen na een paar crashes die de twijfels over het ontwerp aanwakkerden, in 1959 klaar voor aflevering. KLM kreeg ze in de vloot en verving er oudere propellertoestellen mee.

Men vloog er relatief gelukkig mee, al verontgelukte er wel een in het Midden-Oosten toen hij tegen een zandduin aanbotste. Men zette de machines zelfs in op de route naar Zuid-Afrika. Waar ze pas later door de DC-8 werden vervangen. Electra’s werden door KLM ook nog wel eens uitgeleend. O.a. aan het toen bestaande Air Ceylon en Martinair. Vanaf begin jaren zeventig werden ze vervangen door de verlengde Douglas DC-9 en vonden de Electra’s snel nieuwe eigenaren. Enkele oorspronkelijke toestellen van KLM vliegen nog steeds in de rondte, al doet men dat dan niet meer met passagiers maar met vracht. Typerend voor de Electra was het suizende geluid van de turboprops. Die kon je overal boven uit horen en dat klonk een stuk beschaafder dan de krijzende jets van de Caravelles waarmee hij concurreerde. Overigens eindigde de slag om de passagiers in die jaren toch in het voordeel van die Franse jet. De Electra kende ook wat evenknieen in de vorm van de Britse Vickers Vanguard en de Russische Ilyushin Il-18. Ook machines met een viertal turboprops en een redelijk prestatievermogen. Van de Electra zijn in ons land geen exemplaren bewaard gebleven.

Later vloog onze Marine Luchtvaart Dienst nog wel met een reeks Orion onderzeebootbestrijdingsvliegtuigen, toestellen die zijn afgeleid van de Electra. Maar ook die zijn doorgeleverd aan de Duitse Marine en uit ons land verdwenen. En zo werd niets van deze fraaie toestellen uit onze industriele geschiedenis bewaard voor het nageslacht. En wie wel eens met zo’n Electra heeft gevlogen moet zich maar eens melden met mooie annecdotes…..Bij voorbaat dank! (Foto’s: KLM/Yelllowbird archief)