Terwijl hij uit het raam van zijn kamer keek bedacht hij zich al mijmerend dat hij die blonde vrouw die af en toe bij hem langs kwam, graag eens een lesje zou leren. Ze deed altijd zo badinerend tegen hem. Praatte met hem alsof hij dement was of zo. Hij had wel een plannetje om haar een keer aan zich te binden. Hij zou haar beetpakken, de armen omdraaien, zou haar de kleren van het lijf scheuren en haar daarna aan zich onderwerpen. Geen genade, geen gevoel voor haar ach en wee geklaag. Dan zou ze weten wie hij was. Nooit meer belerend toegesproken. Maar gewoon overgave aan lust en plezier. En hij zou dat een dik uur volhouden. Dan was ze daarna zeker verliefd op hem en kon hij met haar aan tafel om zich vol te vreten met halve kippen met friet, waarbij het vet van zijn kin op haar blote borsten zou druipen en ze hem alleen maar liefdevol zou aankijken. Natuurlijk kocht hij haar dan de nodige mooie zaken waar ze vast voor zou vallen. Gouden kettingen, diamanten, de mooiste kleding en een sportwagen. Die mocht ze dan samen met hem benutten. Kap open, hun haren wapperend in de wind. En ze zouden samen op vakantie gaan naar Nice of Zuid-Italiaanse badplaatsen waar ze zich in het mondaine leven zouden storten. Zo maar, zonder zorgen. Hij voelde de opwinding door zijn lijf stromen, hij voelde zich heerlijk en zag het allemaal voor zich. Intussen begon het buiten te regenen. De herfst…..het zat normaal al in zijn botten, nu even niet. Achter hem ging de deur open en kwam een blonde verzorgster zijn kamer in. ‘Zo meneer de Klugt, zal ik u even lekker naar de douche brengen, want u zit daar nu al veel te lang in de pyjama he?’ En ze pakte de handvaten van zijn rolstoel, draaide die stoel om en reed naar de ruime doucheruimte waar hij om haar hals hangend op de toiletpot werd gezet. Een blik in haar ruim vallende blouse kon hij niet stoppen, het ging vanzelf……En hij zuchtte diep. Het leven was mooi geweest…ooit!
Tagarchief: mijmering
Genieten van simpele zaken
Zet mij op een Amsterdams terras aan een leuke gracht, in goed gezelschap en bij een aardige versnapering en ik geniet. Kan ook op een zelfde soort lokatie aan de Rijn hoor, zoals we wel eens deden in Rees of Emmerich. In het zonnetje, kijken naar wat er zoal voorbij komt en een gesprek dat ergens of zelfs nergens over gaat. Het kan mijn gelukshormonen aardig prikkelen. Simpele lieden hebben niet zo veel nodig denk ik. Nou ja, een soort bescherming in de vorm van een huisje, een paar diertjes en/of hobbies voor de ontspanning en op de juiste tijden wat liefde, eten en drinken wellicht. Onlangs had ik op Facebook nog een discussie over wat mensen gelukkig(er) kan maken. Is dat puissante rijkdom, een verlichting van persoonlijke armoede of genezing van een of andere akelige kwaal? De stelling was al snel dat rijke mensen niet gelukkiger zouden zijn dan arme. Ik vind dat een lastig te verdedigen stelling. Rijkdom kan het leven namelijk flink gemakkelijker maken en zorgen dat je niet de hele dag hoeft te piekeren hoe je deze week weer rond komt met je bescheiden budget of hoe je af kunt komen van bepaalde pijnen.
Want, gezondheid is vrijwel niet te koop, de genezing of onderdrukking van onnodige pijnen vaak wel. En de rijkeren onder ons hebben dan meer kansen op een draagbaar leven dan zij die gewoon weinig of zelfs helemaal niks bezitten. Hoe zeer we ook ons best doen mensen, de scheiding der geesten op inkomensgebied is steeds groter aan het worden. De echte rijken, ik heb het nu niet over hen die door middel van hard werken een aardig inkomen verdienen, nee, de e c h t rijken verdienen in ons land meer dan ongeveer de helft i.v.m. de rest onzer bevolking. De drie rijkste families hebben meer te verteren dan vele miljoenen anderen. En dat wordt niet beter. Dus is dat geluksgevoel een beetje ongelijk verdeeld, al zal het best zo zijn dat als je een vierde Ferrari of vijfde Jaguar aan je garage kunt toevoegen, je toch een beetje minder opgewonden raakt dan bij de eerste auto van dit type. Voor anderen kan het een nieuwe fiets zijn of een andere camera. Maar mensen, ik weet nog dat ik een paar jaar geleden ineens werd geveld door een akelig lichamelijk gebrek dat er toe leidde dat ik mij moest overgeven aan de bekwame handen van een chirurg in het lokale ziekenhuis. Het was een akelige periode, en ik weet nog dat ineens niets meer telde voor me. Ik kon niet echt meer genieten van wat mijn leven nu nog steeds aangenaam maakt, het interesseerde me niet, ik wilde af van die kwaal. Zo zie je wel meer hoor.
Onlangs in de omgeving nog meegemaakt. Een paar gevallen van akelige dreigende ziekten zien ontstaan bij goede vrienden en bekenden. En dan zie je vrijwel dezelfde reactie. Dat WK voetballen is ondergeschikt aan wat er moet gebeuren en de triviale zaken van hoe de buren hun auto afbetalen of dat de buurman een nieuwe vriendin heeft met medeweten van zijn echtgenote is ineens compleet onbelangrijk. Geluk is dat je weer gezond wordt en dat je die momenten van herstel intens kunt beleven. Zou het nu ook zo zijn dat je op oudere leeftijd anders om zult gaan met die geluksmomenten? Dat je koestert wat nog is en zo min mogelijk om kijkt naar wat ooit was? Omdat je anders wellicht ongelukkig wordt door het idee dat je ‘dit’ of ‘dat’ nog had willen doen, nooit deed, en daar nu jezelf wel voor de kop voor kunt slaan? Geen idee, moet nog een beetje volwassener worden om die ervaring zelf te ondergaan. Voordien maar zoveel mogelijk van al die momentjes genieten die weinig kosten, maar in mijn leven en optiek zo kostbaar zijn.
