
Vorig jaar maakte ik jullie attent op mijn favoriete Youtube luchtreiziger die vanuit Rusland allerlei reizen maakt en o.a. daarbij Noord-Korea bezocht. Het beeld dat hij zonder commentaar liet zien showt een bijzonder schoon en wel georganiseerd land met een bijna gedwee in het uitgestippelde politieke pad bewegende bevolking. Bijna de droom van Extreemlinks in ons eigen landje….. Ik beloofde toen al dat ik nog eens zou terugkomen op hoe dat land in elkaar steekt. In het boek met de zelfde kop als dit blog dat ik er over las komt de verbijsterende waarheid naar boven rond een land en regime dat meedogenloos de eigen bevolking knevelt maar haar tentakels in de hele wereld heeft uitgeslagen. Wie denkt aan een ouderwets communistische land kan ik meteen teleurstellen. Uit het boek dat door een wetenschapper (Remco Beuker)geschreven is, die vanuit zijn specialisatie echt studie en werk heeft gemaakt van zijn obsessies met het land dat slechts de helft van het Koreaanse schiereiland uitmaakt, blijkt dat de Kim-dynastie het communisme heeft opgewaardeerd tot een religie.

Een geloof in een familie die voor zichzelf de status van ‘heiliger dan heilig’ heeft bedacht en deze doctrine met donder en geweld doorvoert in alle facetten van de samenleving. Die is ook in alle opzichten zodanig georganiseerd dat zij die ook maar iets afwijken van de Leer direct kunnen worden gestraft. En die straffen liegen er niet om. Een aantal jaren strafkamp (regime ondenkbaar wreed) of zelfs de dood zijn niet uitzonderlijk. Men controleert elkaar ook verplicht en doet verslag over het doen en laten van anderen maar ook zichzelf. Speciale ministeries houden bij hoe het gaat. Los van het eigen raket/atoomprogramma is het regime ook actief in de rest van de wereld. Tientallen landen verspreid over de hele wereld maken gebruik van Noord-Koreaanse arbeiders of technologie. En die laatste is echt indrukwekkend. Neem maar de recente wapenverkopen aan landen als Iran of de via-via steun aan Hoeti-rebellen of de Hezbollah-beweging in Libanon. De Syrische dictator Assad was goede vrienden met het regime in PyongYang en hij was echt niet de enige. Soldaten van de Noord-Koreaanse strijdmacht zijn (verplicht) uitgeleend aan de Russen waar ze strijden tegen de Oekrainers. Weigeren ze dienst of lopen ze over dan wel worden ze gevangen genomen is de kans groot dat hun hele familie richting strafkampen gaat.
Opvallend is ook de constatering dat mensen die in Noord-Korea op hoge posten lijken te zitten in feite niks te vertellen hebben. Achter de schermen zitten de ware machthebbers. Alles ingericht op wantrouwen en controle. Ondanks dat wordt er door heel wat mensen gesmokkeld. Met name vanuit China komt veel spul illegaal het land binnen. Omkoping aan de grenzen helpt mee om dat redelijk goed te laten verlopen. Aan de andere kant zijn er de dwangarbeiders die worden uitgezonden naar andere landen. Diens inkomsten gaan voor 80% naar de staat, 20% is voor de familie. Geldt ook voor jonge Koreaanse meiden die het over de grenzen van het land willen of moeten gaan verdienen. Officieel als dienstmeisje of zo, maar veelal in handen vallend van wat rijkere Chinese oude heren die ze dwingen tot dingen waar ze in eigen land nog nooit mee te maken hebben gehad. Ook echte gedwongen prostitutie valt hen te deel. Het boek over dit vreselijke regime is 304 pagina’s dik, een uitgave van Prometheus en te koop onder ISBN 978 90 446 3731 1. Een maal gelezen weet je een ding zeker, linkse regimes zijn een ramp voor de mensheid. En wie denkt dat een boycot grenzen echt gesloten houdt, is naief of heeft het heel erg mis. (Beelden: archief/bieb/internet)


Die chef van dat kantoor waar dit verhaal over gaat, Ruud Breems, was nog een transportman van de oude stempel. Gek op het declarantenwerk dat hij ook altijd in Amsterdam had gedaan. Export was niet zijn wereld. Maar hij legde me de fijne kneepjes van het vak wel uit. Daar was ook nog tijd voor want in die beginperiode zaten er best wel eens hiaten in het werkaanbod. Zeker die exportzendingen kwamen pas in de loop van de middag wat op gang. Niet altijd naar de zin van mensen zoals ik. Want dat hield soms in dat je pas laat aan de slag kon of moest en allerlei hindernissen moest nemen die lagen tussen jouw plan- plus typewerk en het vliegtuig dat het vervoer voor haar rekening moest nemen. En dat waren er indertijd nogal wat. Want we leefden in een andere wereld dan nu. De EU bestond niet, heette toen nog EEG, en als je binnen de toenmalige grenzen van dat gebied iets vervoerde had je naast een exportformulier voor de douane, ook nog een speciale verklaring nodig dat het hier ging om EU-goederen.
Alles omwille van de in/uitvoerrechten. Daarnaast was er de in een dik boek verpakte wetgeving rond al dat vervoer. Je moest een wetboek bijna uit je hoofd kennen waarin de goederen op typische overheidsmanier werden beschreven, gevolgd door een statistieknummer dat dan weer werd verwerkt bij het CBS. Een afwijking van de interpretatie leidde al snel tot hele discussies met de toen overal actieve douanemensen die je het leven als expediënt (want zo heette dat vak wat ik me eigen had gemaakt) aardig zuur konden maken. Immers, omdat we nog geen loodsmensen of chauffeurs in dienst hadden moest je alles zelf doen. Dus ook met die erg vervelende douanelui door een deur zien te komen. Zeker als je haast had, en veel van die luchtvrachtzendingen hadden dat per definitie in zich, je moest immers ook nog een vlucht halen. En daarover valt ook nog wel iets te vertellen. Want anders dan je zou verwachten en nu meer gebruikelijk, vervoerden de toenmalige luchtvaartmaatschappijen de meeste vracht gewoon in het ruim van hun passagiersvliegtuigen. En die waren nog niet meteen van het formaat ‘jumbojet’ dus dat was soms echt opmeten van de kartons of kisten die door klanten werden aangeleverd en dan maar zien hoe je het spul bij de uitverkoren maatschappijen onder kon brengen. Vaak moest je dan ook een route bedenken voor die handel.
Via Londen, New York, of Parijs dan wel Frankfurt naar de eindbestemming. Voor de buitenlandse maatschappijen was het zaak zoveel mogelijk weg te kapen van die Nederlandse markt. KLM was daarop toen zeer dominant maar ook anderen deden hun best de nodige lading aan boord te krijgen. Eigenlijk was luchtvracht een flinke extra bron van inkomsten die men in die jaren goed kon gebruiken. Het echte zware werk moest je dan via vrachtvliegtuigen laten vervoeren. Dat ging meestal prima, want die hadden grote laaddeuren en een versterkte vloer. Maar dat was nog de romantische kant van het verhaal. In de praktijk moesten er ook de nodige documenten voor dat vervoer worden gemaakt. Airwaybills bijvoorbeeld waarop je dan alle informatie van de klant, lading, route, maatschappij, gewicht, maten en het kilotarief moest opnemen. En die dingen tikte je dan in 15-voud of zo en verdeelde ze voor vertrek over o.a. die douanedocumenten, de lading en je eigen administratie. Dan maakte je de plaklabels met informatie over de zending en bestemming en het betreffende AWB-nummer en monteerde die (nog met echte vloeibare lijm)op de actuele lading. En dan bracht je alles naar de loods van KLM of AG waar het dan weer door een extra molen moest van de airline of diens vertegenwoordiger. Veelal was de geadresseerde van de zending een bevriende agent in de plaats waar het vliegtuig uiteindelijk de lading zou afzetten. En die agenten waren weer jouw tegenpool in dit werk. Gaf je hun de nodige lading (en dus klanten) stuurden ze jou weer allerlei sales-leads die dan moesten worden opgevolgd voor binnenhalen als klant. Het was een echte en uitgebreide leerschool, maar het beviel me uitstekend. Bleek goed voor het avontuurlijke, de talenkennis, maar zeker ook het daadkrachtiger zakelijk zijn. En dat alles in combinatie met die toch heel bijzondere Schipholse wereld. (Foto’s: Yellowbird collectie/archief)

