Die chef van dat kantoor waar dit verhaal over gaat, Ruud Breems, was nog een transportman van de oude stempel. Gek op het declarantenwerk dat hij ook altijd in Amsterdam had gedaan. Export was niet zijn wereld. Maar hij legde me de fijne kneepjes van het vak wel uit. Daar was ook nog tijd voor want in die beginperiode zaten er best wel eens hiaten in het werkaanbod. Zeker die exportzendingen kwamen pas in de loop van de middag wat op gang. Niet altijd naar de zin van mensen zoals ik. Want dat hield soms in dat je pas laat aan de slag kon of moest en allerlei hindernissen moest nemen die lagen tussen jouw plan- plus typewerk en het vliegtuig dat het vervoer voor haar rekening moest nemen. En dat waren er indertijd nogal wat. Want we leefden in een andere wereld dan nu. De EU bestond niet, heette toen nog EEG, en als je binnen de toenmalige grenzen van dat gebied iets vervoerde had je naast een exportformulier voor de douane, ook nog een speciale verklaring nodig dat het hier ging om EU-goederen.
Alles omwille van de in/uitvoerrechten. Daarnaast was er de in een dik boek verpakte wetgeving rond al dat vervoer. Je moest een wetboek bijna uit je hoofd kennen waarin de goederen op typische overheidsmanier werden beschreven, gevolgd door een statistieknummer dat dan weer werd verwerkt bij het CBS. Een afwijking van de interpretatie leidde al snel tot hele discussies met de toen overal actieve douanemensen die je het leven als expediënt (want zo heette dat vak wat ik me eigen had gemaakt) aardig zuur konden maken. Immers, omdat we nog geen loodsmensen of chauffeurs in dienst hadden moest je alles zelf doen. Dus ook met die erg vervelende douanelui door een deur zien te komen. Zeker als je haast had, en veel van die luchtvrachtzendingen hadden dat per definitie in zich, je moest immers ook nog een vlucht halen. En daarover valt ook nog wel iets te vertellen. Want anders dan je zou verwachten en nu meer gebruikelijk, vervoerden de toenmalige luchtvaartmaatschappijen de meeste vracht gewoon in het ruim van hun passagiersvliegtuigen. En die waren nog niet meteen van het formaat ‘jumbojet’ dus dat was soms echt opmeten van de kartons of kisten die door klanten werden aangeleverd en dan maar zien hoe je het spul bij de uitverkoren maatschappijen onder kon brengen. Vaak moest je dan ook een route bedenken voor die handel.
Via Londen, New York, of Parijs dan wel Frankfurt naar de eindbestemming. Voor de buitenlandse maatschappijen was het zaak zoveel mogelijk weg te kapen van die Nederlandse markt. KLM was daarop toen zeer dominant maar ook anderen deden hun best de nodige lading aan boord te krijgen. Eigenlijk was luchtvracht een flinke extra bron van inkomsten die men in die jaren goed kon gebruiken. Het echte zware werk moest je dan via vrachtvliegtuigen laten vervoeren. Dat ging meestal prima, want die hadden grote laaddeuren en een versterkte vloer. Maar dat was nog de romantische kant van het verhaal. In de praktijk moesten er ook de nodige documenten voor dat vervoer worden gemaakt. Airwaybills bijvoorbeeld waarop je dan alle informatie van de klant, lading, route, maatschappij, gewicht, maten en het kilotarief moest opnemen. En die dingen tikte je dan in 15-voud of zo en verdeelde ze voor vertrek over o.a. die douanedocumenten, de lading en je eigen administratie. Dan maakte je de plaklabels met informatie over de zending en bestemming en het betreffende AWB-nummer en monteerde die (nog met echte vloeibare lijm)op de actuele lading. En dan bracht je alles naar de loods van KLM of AG waar het dan weer door een extra molen moest van de airline of diens vertegenwoordiger. Veelal was de geadresseerde van de zending een bevriende agent in de plaats waar het vliegtuig uiteindelijk de lading zou afzetten. En die agenten waren weer jouw tegenpool in dit werk. Gaf je hun de nodige lading (en dus klanten) stuurden ze jou weer allerlei sales-leads die dan moesten worden opgevolgd voor binnenhalen als klant. Het was een echte en uitgebreide leerschool, maar het beviel me uitstekend. Bleek goed voor het avontuurlijke, de talenkennis, maar zeker ook het daadkrachtiger zakelijk zijn. En dat alles in combinatie met die toch heel bijzondere Schipholse wereld. (Foto’s: Yellowbird collectie/archief)
Toch een hele andere wereld dan de automotive 🙂
LikeLike
Ja, maar door de leerschool die ik er onderging was ik tegen die wereld ook al snel opgewassen…:)
LikeLike
Bbrrr… als ik iéts vervelend vond in de drukkerij was het de pakketten klaarmaken voor sommige bodes, ieder met andere regeltjes , opmeten, gewicht enz hoefde ik gelukkig meestal niet te doen maar dat er mensen zijn die dit met plezier deden is nieuw voor me;-)
LikeLike
Het is een vak. En elk vak kent haar eigen regels. Daarbij, ik zal daar later nog iets over schrijven, moet je in de luchtvaart aan tig regels voldoen voor je uberhaupt iets kunt versturen. En wij, logistieke mensen van het eerste uur, moesten ook nog veel uitzoeken of vinden. Ik zal er zeker nog over berichten.
LikeLike
Ik huiver nu al!
LikeGeliked door 1 persoon
Het was voor mij indertijd ook wennen. Vanuit de beschermde bankomgeving naar een kantoor waat je werd geacht aan te pakken, alles snel en zelf te beslissen en vooral ook klantvriendelijk te denken. Daarbij ook nog hele boekwerken aan kennis en informatie tot je te nemen. Maar het ging me goed en snal af…
LikeLike
Gedoe, daar moest je tegen kunnen, je zult een brede rug krijgen op de duur.
Dit herinner ik me van een paar truckers. Ze mopperden dat als bij de grens ook maar éen papier of stempel niet in orde was, ze oponthoud hadden.
Ook dat de douanes onderling verschilden in soepelheid, ik weet niet in welke betekenis. ☺
LikeGeliked door 1 persoon
Er waren echte ‘etters’ bij die er lol in hadden bij jou stress op te wekken door te vallen over punten of komma’s. Gelukkig waren vaak de jongeren beambten meegaander en snapten die dat luchtvracht niet voor niets bestond. Je had er niks aan als een zending een dagelijkse vlucht miste en iets wat dringend weg moest een dag lang moest wachten om een paar letters of cijfers. Maar ze konden er wast van. Alleen daarom al waren we blij dat de grenzen wegvielen op enig moment en die douanagasten een veel minder belangrijke rol gingen spelen.
LikeLike