
Onlangs bracht de Duitse TV een geweldig leuk onderzoek naar het imago van dure merken en wat er achter die vaak hoge prijs van dat spul schuil gaat. Opmerkelijk genoeg blijkt dat zowel daar als hier veel mensen menen dat ‘ze er bij horen’ als ze kleding of wat ook van een bepaald (mode)merk kunnen betalen. Tassen van duizenden euro’s het stuk gaan bij deze types over de plank alsof ze bij de Action worden verkocht. En de marketingtrucs die deze merken toepassen komen mij uiteraard zeer bekend over. Mijn oude hart voor dat vak ging weer even sneller slaan.

Wat zit de gemiddelde mens toch simpel in elkaar. Om te kopen met de illusie van kwaliteit, van voordeel, van het er bij horen, van gezien worden en niet als pias te boek te staan. En in de documentaire werd dat schrijnend duidelijk. Want wie er niet bij hoort wordt genegeerd. Het lijkt de politieke situatie in ons land wel. Heb je een afwijkende mening of smaak ben je meteen gecancelled. Nou dat gaat ook op voor de grote en dure modemerken. Loop je in merkkleding rond en stap je zo’n dure zaak van een bepaald merk binnen wordt je behandeld als een soort verheven Griekse god(in) en krijg je zelfs champagne geserveerd om jouw koopgedrag maar te beinvloeden.

En dan nog mag je blij zijn als je een bepaald soort tas mag kopen, hoe duur die ook is. Men selecteert gewoon. Prachtige manier van werken. Iemand in een gewone outfit, geen merkkleding en pakweg aan te duiden als Pia Dwarsdoorsnee, werd totaal genegeerd en uiteindelijk na wat ronddwalen tussen al dat dure spul de deur uit gewerkt door bewakers. Hoezo klantvriendelijkheid?? Nou dat geldt voor elke branche waar geld en imago een rol speelt. Ik heb zelf in mijn werkzame leven nog wel eens klantentevredenheidsonderzoeken gedaan naast mystery-shopping bezoekjes en het was soms verbijsterend hoe verkopers zich gedroegen richting mij of ons.

Want vrouwlief vergezelde me vaak en als ‘Meneer en Mevrouw de Bok’ hadden we soms veel plezier. Dat hadden die verkopers niet als we ze met de resultaten van het onderzoek confronteerden. En echt dat beperkte zich niet tot de lokale dorpsgarage waar techniek nu eenmaal een grotere rol speelde dan de broodnodige nieuwverkopen. Ook grote jongens met stevige merken konden er indertijd wat van. We moeten dan ook niet gek opkijken dat heel wat bedrijven van toen inmiddels zijn verdwenen. Dat winkels omvallen, dat mensen steeds meer op internet hun inkopen doen.

En dan soms kiezen voor fraaie (namaak)merkkleding Made in Turkije die uitgerust met de juiste logo’s prima te verkopen valt. En o ja, in dat leuke TV-programma testten ze ongeveer alles en lieten zien dat hetzelfde spul in twee delen gesplitst, een met bijvoorbeeld Made in Italy opschrift en een zonder enige aanduiding zorgde voor een verkoopverhouding van 10:1 voor het zgn. Italiaanse spul. De beleving van consumenten was bij dat ‘Italiaanse spul’ beter dan van precies hetzelfde van een onbekend (zal wel Made in China zijn..)merk. Uit onderzoek bleek dat de fabricage van veel van dat modelspul in Bella Italia vooral plaatsvond in merkloze fabrieken vol Chinese, Afghaanse of Sri-Lankaanse arbeiders. Ook dat dure merkspul kwam daar vandaan. En de vermeende kwaliteit bleek vooral dat eerste te zijn. Confronterend voor hen die menen ‘er bij te horen’ met die dure merkspullen….. Maar die laten zich niet afleiden. Want een tas van dit of dat merk, een stropdas, schoenen, kostuums of modejurkjes…..Het mag wat kosten. En ik maar lachen…(beelden: Archief/Internet)


Volgens de Spaanse mevrouw die de documentaire maakte die ik een paar weken terug met enige verbazing op TV voorbij zag komen, zijn wij Nederlanders bijzondere lieden. Immers wij halen katten in huis en houden er van alsof het kinderen zijn. De generalisatie kwam voort uit haar eigen voorkeur voor katten die volkomen afwezig was. Zij kwam dus uit Spanje, sprak nauwelijks Nederlands, woonde hier wel al enige tijd, en had in de herinnering uit haar jeugd dat katten in haar thuisland vooral buiten worden gehouden om muizen en ander ongedierte te vangen. In huis is daar echt niet aan de orde. Wij Nederlanders lijken natuurlijk op de Britten, Duitsers en Scandinaviers op dat punt. Gek op die knorrende en miauwende dieren die je soms dol maken, maar ook zo kunnen vertederen. Haar documentaire was kwalitatief trouwens van een erg aardig gehalte omdat zij echte liefhebbers (veel vrouwen) aan het woord liet. Mensen die echt gek waren op katten, maar ook zij die er mee fokten en zo een extra boterhammetje verdienden.
Wie vals is als mens krijgt vanzelf dito huisdieren. Daarbij moeten we ook beseffen dat katten geen woord snappen van wat wij zeggen of vertellen tegen ze. Ze ondergaan de toon van onze stemmen, ze voelen hoe we hen nodig hebben, maar in principe is een hond daarvoor nog wat gevoeliger. Dat is ook meer een roedeldier. Katten leven graag individualistisch en gedogen hooguit andere katten na het kitten zijn. Net zoals wij worden gedoogd als we maar aardig en dienend zijn. Vrijwel elk kattenboek kan hierover hele verhalen vertellen.
Persoonlijk ben ik wel een kattenmens denk ik. Ook al passeerden er zeker in de persoonlijke geschiedschrijving honden de revue. Die katten met hun geknor en bij je liggend na een goed maaltje, die blikken in hun ogen en de speelsheid, het vertedert me nog steeds. Reden om er altijd een of meer om me heen te hebben geweten. Vroeger thuis was er al een, zoals vrouwlief hetzelfde beleefde, en dat is daarna altijd zo doorgegaan. We hadden ze zwart, rood, gevlekt, klein, groot, katers, poezen, soort van raskatten tot gewone huiskatten.
En hebben er heel wat mooie herinneringen aan. Ook minder gelukkige, ik maakte daarvan wel eens verslagen hier. Maar elke kattenliefhebber zal dit herkennen. En allemaal weten we zeker dat die katten van ons uniek zijn en de liefste, grootste, aardigste, fijnste of mooiste van heel Nederland. En we raken aardig van slag als er iets loos is met onze vriendjes. Nee, wat dat betreft missen we allemaal de Spaanse mentaliteit. Die overigens ook bij honden soms zelfs erg wreed is. Kortom, Nederlanders zijn op dit punt echte Noord-Europeanen. Vanwege onze cultuur toch een beetje verwant en hoogstaand. Al was het maar om die katten. Maar ik blijf die documentaire koesteren. Confronterend wellicht, maar ook zo leuk die katten. Ik had er zo nog wel een stuk of wat bij willen hebben. Nou ja, wellicht als we op een kasteel wonen. Met echt personeel. Want al die bakken verschonen…het blijft een dingetje. Om het aan meubels krabben en al die vlokken haren maar niet eens te hebben…. (Beelden: Internet/Yellowbird)