Dom geweld…

Dom geweld…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 10-mei-1940-heinkel-he111.jpg

Als we de afgelopen maanden zien hoeveel schade er wordt aangebracht aan vooral civiele steden, gebouwen en burgers in landen als Oekraine of Israel, Soedan en Jemen, om er maar een paar te noemen, moeten we ons echt zorgen maken over de wijze waarop sommige landen oorlog voeren of terreur uitoefenen. Oorlog is in principe nooit wenselijk, je snapt soms niet waarom ze ontstaan, maar het is echt mogelijk om die conflicten uit te vechten door slechts militaire doelen aan te vallen of uit te schakelen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: n-mm-15-img_0830.jpg

Zogenaamde ‘slimme bommen’, drones, vliegtuigen met geavanceerde richtapparatuur, tanks die granaten kunnen afvuren die op enkele meters nauwkeurig een doel kunnen raken…. Niks weerhoudt een legerleiding er van om geen burgerdoelen te raken of burgers uit te moorden. Dat doen terroristen, zonder aanziens des persoons, of dictators die menen dat de bevolking van een buurland mede schuldig is aan het opstaan van een nationalistische, communistische, of etnische beweging die geen overheersing van die eerst genoemde lui accepteert.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-3-img_0857.jpg

Toch zien we die massale aanvallen op burgerdoelen heel vaak en met name de Russen nemen het op dat gebied niet te nauw. Het model stamt nog uit de tijd van de Sovjet-Unie. Massaal granaten of raketten afschieten op een stad of ander doel en dan flink schrik aanjagen bij de lokale bevolking om zo de weerbaarheid te verkleinen. Nieuw? Nee hoor. Ook de Duitsers deden dit voor en tijdens WO2. Denk aan Warschau, of Rotterdam. De geallieerden, met name de Britten, deden hetzelfde bij de Duitse steden. Massale bombardementen op alles wat vijandig was, waar de Amerikanen in dezelfde periode vooral de militaire doelen opzochten.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-12-img_0826.jpg

Bij regionale oorlogen zoals die in Korea veranderde die doctrine. Frustraties over verlies aan gebied maakte dat het Amerikaanse opperbevel genoodzaakt was (..) steden in Noord-Korea plat te smijten. En laten we wel zijn, Hirosjima en Nagasaki of de aanval met brandbommen op Tokio waren weliswaar achteraf gezien ons geluk, want de Japanners gaven zich na die vernietiging over, het waren geen toonbeelden van humanitaire schoonheid. In dat licht zag je hetzelfde bij de strijd tussen Israel en Iran. Dat laatste land toch door haar vreselijke dictatuur en de instelling dat Israel van de kaart moet worden geveegd, een kwade genius in alle conflicten die ik al eerder noemde van de laatste jaren. Op enig moment in juni trok Israel ten strijde viel tegelijk de atoomcentrales van de vijand aan, maar ook zijn militaire infrastructuur. Als antwoord schoot Iran honderden raketten af op de Israelische steden. Om zoveel mogelijk burgers te raken en schade te veroorzaken.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-2-img_1015.jpg

Terwijl je raketten echt wel zo kunt sturen dat ze uitsluitend op militaire doelen vallen. Het systeem gelijk aan dat van Nazi-Duitsland, Rusland en andere terreurstaten. Ik ben niet van de oorlog, ik vind dat je zo lang mogelijk moet praten, maar soms valt met de bestuurslaag van landen als dat Iran niet te praten. Dan moet je de boel aanpakken en opruimen. Met als risico dat ook jouw bevolking wordt getroffen. Overigens geldt dat ook voor de vernietigende aanvallen op het door Hamas-terroristen gefortificeerde Gaza. Schakel al die terroristen een voor een uit, desnoods in clubverband, maar probeer de bevolking te sparen. Zelfs als het onderscheid tussen burgers en terroristen daar lastig te duiden valt. Net als in Iran. Daartoe heb je dus slimme technologie nodig. Kennelijk is die er wel maar benutten we die nog wat te weinig. Intussen wens ik ons in al die ellende om ons heen, veel vrede toe. Want de ellende van een oorlog moeten we echt ver van ons zien te houden…(beelden: archief/Internet)

De efficiente straalmotor…

De efficiente straalmotor…

Hele volksstammen zijn opgegroeid met het principe van de straalmotor die vliegtuigen over de hele wereld meer dan efficient en snel helpen verplaatsen van en naar andere landen en steden. En waarvan we nu al weten dat zonder deze aandrijfvorm de moderne tijd stil komt te staan. Ik zelf stam nog uit een tijdperk waarin de aandrijving van vliegtuigen werd verzorgd door zuigermotoren, of in feite gewone benzinemotoren waarmee een propeller werd aangedreven die bij voldoende toeren zorgde voor trekkracht die het hele toestel voortbewoog.

Die specifieke e n bewezen aandrijfvorm stamde al uit de 19e eeuw en werd door de jaren heen steeds verder geperfectioneerd. Maar die trekkende propeller kende meteen ook zijn eigen weerstand en dus grenzen. Immers, de cirkel die zo’n draaiende prop kenmerkte was meteen ook ingebouwde weerstand. Je kwam er niet mee in de buurt van de hogere snelheden dan pakweg 900+km/u. Wilde je nog sneller vliegen moest er iets anders worden bedacht.

Men kende al raketmotoren, maar die waren relatief link en onbetrouwbaar dus werd door uitvinders constant gewerkt aan een motortype dat voldoende trekkracht zou kunnen verzorgen zonder die weerstand opwekkende propeller. In diverse landen werd dat werk min of meer gelijktijdig verricht en uiteindelijk tegen of tijdens WO2 vertaald in de eerste echt bruikbare straalturbines. Zonder het al te technisch te maken ging dat principe van die motoren over lucht die werd aangezogen naar een verbrandingskamer waarin kerosine (of andere brandstof) werd gespoten die daar in de brand werd gezet en zo andere schoepen aandreef waarmee de boel vooruit kon.

Hoewel men in die verschillende landen op een wat andere wijze deze techniek onder de knie trachtte te krijgen waren het toch de Duitsers die er als eerste ook een werkend straalvliegtuig omheen bouwden, gevolgd door de Britten die onder leiding van Sir Frank Whittle een soortgelijk straalvliegtuig construeerden om het bewijs te leveren dat die motoren werkten. In beide landen ging dat zo goed dat er operationele straaljagers werden gebouwd die zowel in Duitsland als Engeland nog konden deelnemen aan oorlogshandelingen.

De Me-262 van Messerschmitt en de Gloster Meteor van de Britten werden legendarisch. Wat straalmotoren ook meteen onderscheidde van die zuigermotoren was de kenmerkende hoge gier en bij vol gas geven gebrul uit de uitlaten. Door de jaren heen werd dat geluid niet minder, zeker niet bij militaire toestellen. Al in de eerste jaren vijftig waren de Britten trouwens al zover dat ze een eerste passagiersvliegtuig lieten vliegen, aangedreven door vier eigen straalmotoren. De De Havilland Comet was geboren.

Ze hadden daarmee een grote voorsprong op de rest, maar de Amerikanen en Russen haalden hen snel in. Straalbommenwerpers van de Amerikanen waren al in de eerste jaren vijftig strategisch van aard en konden niet alleen hoog en snel opereren maar ook ver. Een afgeleide versie van die straalmotoren was de Turboprop-motor waarbij een dergelijke motor weer werd gecombineerd met propellers.

Dat maakte die toch wat dorstige eerste jets efficienter en het geluid een stuk stiller. Voorbeelden de Vickers Viscount, de Fokker F27 Friendship en de Lockheed Electra. Het is duidelijk dat daarna alle grenzen werden gepasseerd. Straalmotoren zo groot als stevige bestelauto’s drijven onze moderne vliegtuigen aan, het geluidsniveau gaat per type naar beneden, net als het brandstofverbruik en de uitstoot van uitlaatgassen. Maar het aantal PK’s (uitgedrukt in Kilogram/stuwkracht) steeg ook steeds verder.

Vliegtuigen waarin je 500-1000 passagiers kunt vervoeren bij 900km/u nu mogelijk. We kenden al toestellen die dik 2.500km/u haalden met 100 passagiers aan boord. Denk aan de Concorde. Maar die hadden in de kern wel weer wat andere bezwaren. En in een wereld waarin de zeurpieten en zuurpruimen de media halen moet je met dat geluid altijd voorzichtig zijn. Want voor je het weet zit je weer in de trekschuit of in een ossenwagen voor je vervoer. En daartoe is ooit al die opzienbarende en slimme technologie niet uitgevonden. Toch? En wie nog nooit heeft gevlogen moet het nu toch echt eens gaan doen. Ben je meteen overtuigd van de slimmigheid van de mensheid om echte uitdagingen altijd te overwinnen. Daaraan kunnen zelfs criticasters zonder feitenkennis niets veranderen. (beelden: archief)

Afscheid van Fokker

Fokker 70 PH-KVI

Medio oktober dit jaar eindigt een tijdperk in ons land. Het tijdperk-Fokker. Dan namelijk gaan de laatste Fokker 70’s uit dienst bij KLM’s dochter CityHopper. Opgevolgd door Braziliaanse regionale vliegtuigen. Met dank aan een D66-minister (Hans Wyers)die ooit de bekende vliegtuigfabrikant Fokker de nek om draaide en de toekomst van de Nederlandse luchtvaartindustrie gelijk vermoordde. Bij gebrek aan inzicht. Inzicht wat Fokker altijd wel heeft gehad. Precies de juiste vliegtuigen bouwend voor een alsmaar groeiende markt. Dat deed de ondernemer Anthony Fokker al ver voor de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de eerste variant van die wereldbrand koos hij opportunistisch voor de Duitse zijde en zette daar vele honderden van zijn befaamde jachtvliegtuigen af. Toen de oorlog voor de Duitsers verkeerd afliep was hij zo slim om zijn hele productielijn op de trein te zetten en onder te brengen in het neutrale Nederland. Waarmee ook onze luchtmacht ineens beschikte over hypermoderne jachtvliegtuigen en verkenners.

Alsof we ineens zouden kunnen beschikken over de JSF zonder aan de ontwikkeling mee te hoeven betalen. De door Albert Plesman opgezette KLM had snel behoefte aan betrouwbare vliegtuigen. Fokker sprong in dat gat. En KLM kocht ongeveer elk ontwerp van de slimme Fokker. Die overigens nog veel meer successen boekte in de Verenigde Staten. Maar een ding zag hij over het hoofd. De komst van metalen vliegtuigen. Fokker bouwde toen nog met hout, aluminium en linnen. Dus toen KLM alsnog koos voor de ‘blikken Douglas’ DC-2 leek Fokker naast de flinke orders van de nationale carrier te vissen. Maar slim zakenman als Fokker was, hij verkreeg de licentierechten voor zowel de DC-2 als de grotere DC-3 en werd zo opnieuw een grote leverancier van moderne vliegtuigen. Zelf zou hij de groei van zijn bedrijf niet meer meemaken.

Net voor de 2e Wereldoorlog overleed hij. Zijn bedrijf kwam tijdens de oorlog in handen van de Duitsers en bouwde voor de bezetter onder dwang Duitse vliegtuigen. Na de oorlog werd het bedrijf snel opnieuw heringericht en startte men met de bouw van trainers, zoals de fameuze S-11, bouwde men een sportvliegtuig (de Promotor) dat helaas geen echt succes kende maar kwam men ook met de Fokker F-27 Friendship. Een verkeersvliegtuig dat werd opgebouwd met een hoogdekker-constructie, gelijmde metalen delen en twee Britse Rolls-Royce turboprops. Het toestel werd een enorm succes, meer dan 700 verkocht en dat wereldwijd. Een straalopvolger werd de Fokker F-28 Fellowship uit de jaren zestig. Ook dat toestel werd een groot succes. In de jaren tachtig kregen die ontwerpen modernere zusjes in de Fokker 50, 100 en de latere 70.

Maar de wereldmarkt was intussen aardig veranderd. Veel kleinere fabrikanten legden het loodje, verkochten hun toestellen met flinke verliezen of werden opgeslokt door bedrijven als Boeing, Airbus of British Aerospace. Fokker leverde ook weer aan de KLM en uit die periode stammen ook die Fokker 70’s die nu verdwijnen. Vliegtuigen die ideaal bleken voor de regionale lijnvluchten bij KLM en haar dochter CityHopper. Maar in oktober is het voorbij. Geen Fokkers meer en de kans dat er ooit nog nieuwe vliegtuigen met die naam zullen verschijnen is verspeeld. De Nederlandse overheid heeft er geen geld voor over en de maatschappijen van nu kiezen voor vliegtuigen van de plank. Boeings, Airbussen, Embraers of Bombardiers. Fokker wees de weg, maar kon en mocht niet verder. Blijft jammer. Gelukkig staan er heel wat van deze fameuze vliegtuigen in diverse musea. En zo hoort het ook. Want deze naam mogen wij eigenlijk nooit vergeten. Ik doe dat zeker niet. Heb ik heel wat Fokkers mogen meevliegen en dat was een waar genoegen. Maar nu wordt dat pure nostalgie. Vandaar dit blogje…(Beelden: Yellowbird collectie)