
Te pas en te onpas wordt met name door linkse stromingen en de daarbij aangesloten of aangestuurde media de term ‘vluchteling’ benut voor propagandistisch eigen gewin. Men wil en zal immigratie hier door de strot duwen van de geboren en getogen Nederlanders, ook al zit die industrietak zo vals en gemeen in elkaar dat elk bestaand verdrag er voor met voeten wordt getreden.

Immigranten zijn veelal geen echte vluchtelingen, die laatste groep is echt met alles wat men bezit of kan vervoeren (denk aan geliefde huisdieren) onderweg naar een plek waar het veilig is. In het verleden was het begrip ‘vlucht’ veel duidelijker aan te geven, nog niet besmet met wat lieden als Kaag, Klaver of Kuiken en hun vaak extremistisch denkende aanhang er graag van maken. Met name mensen uit landen in Europa die sterk leden onder onderdrukking, oorlog of daden van terreur namen op enig moment de benen en trokken vaak door ons continent naar die plek waar men zich veilig waande. In 1956 waren dat bijvoorbeeld de arme Hongaren.

Na een jaar van strubbelingen rond het zeer onderdrukkende en verstikkende communistische juk was het dappere Hongaarse volk het zat en kwam in verzet tegen de zittende regering. Via demonstraties en uitingen van onvrede die zich vooral richtten op communistische symbolen als beknotting, vaandels en beelden, eiste men meer democratische rechten en vrijheden. Toen de liberale regering Nagy (spreek uit Notsch) zelfs plannen maakte uit het Warschau-Pact te stappen en niet-communisten op te nemen in de gelederen sloeg de vlam in de pan.

De Sovjet-Unie viel met tanks Hongarije binnen (de parallel met Oekraine is schrijnend) en trachtte de geest weer in de wodkafles te krijgen. 2500 tanks en 200.000 soldaten moesten de klus klaren. Maar de Hongaren pakten zelf direct de wapens op en vochten fel terug. In de straten van Boedapest was die oorlog het hevigst en kostte het maar liefst 12.000 Hongaren het leven. Het geweld, de felheid van het verzet, de vreselijke terreur die het gevolg was van deze opstand die door het Hongaarse volk zo pijnlijk werd verloren bracht ook een vluchtelingenstroom op gang.

Zij die dat konden pakten hun biezen en trokken naar het westen. Veelal niet communistische burgers die de druk van de Sovjet-Unie kwijt wilden. Hier in ons land werden ze zeer warm onthaald. Vluchtelingen moet je helpen. En wij verkeerden als burgerij toch al in een anti-communistische stemming dus het kwam allemaal goed uit. Veel Hongaren bleven hier en integreerden snel. Nu, in 2022, moet je echt goed zoeken om nog mensen te vinden die zich als Hongaar afscheiden van de rest van Nederland. En het zelfde gold voor de Tsjechen die in 1968 een zelfde koekje van communistisch deeg gepresenteerd kregen. Ook toen vluchtten mensen massaal naar hier en werden gastvrij opgenomen in ons land. Weinigen gingen daarna weer terug. Het communisme toch echt een brug te ver voor de vaak hoog opgeleide Tsjechen. En zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen van vluchtelingen die door de eeuwen heen hier een warm onthaal kenden. Gelukszoekers ging het vaak anders, en wie niet wil horen bij onze samenleving maar wel de voordelen daarvan wenst op te strijken krijgt er van langs. Wat dan bij de leden van de linkse kerk weer de verwijzing doet oproepen als zijn wij allemaal facistisch van aard of erger. Het kan verkeren zei Brederode al. Maar die had nog nooit van #linksliegt #woke of #cancel gehoord. Gelukkig maar… Want het is een ramp als nieuws zo eenzijdig en zonder hoor of wederhoor wordt gebracht. Of zonder enig historisch besef. Zie hoe de veelal linksige media vaak hijgerig berichten over landen als Polen of Hongarije. Men kwaakt maar wat. Maar ik ken het verhaal der Hongaren wel en neem er nog steeds de pet voor af en buig diep… (beelden: Archief/internet)


Wie de kaart van Europa denkt te kennen anno nu, moet die toch eens vergelijken met dezelfde kaart van eind 19e eeuw! Totaal andere wereld. Naast het enorme Russische Rijk en het Franse, maar zeker ook het Pruisische was daar dus ooit het gecombineerde keizerrijk Oostenrijk/Hongarije. Aangestuurd door een zeer rijke adelijke toplaag die vooral zetelde rond de Keizer in Wenen en wellicht nog een beetje bekend door de bekende boeken- en filmreeks over Sissi. In werkelijkheid was dit Rijk een optelsom van allerlei koninkrijken en adeldommen die zich verenigden onder de Habsburgse dynastie. Ooit samengeklonterd in de schaduw van de Franse expansiepolitiek een halve eeuw eerder. Oostenrijk-Hongarije was officieel een dubbel-koninkrijk waarbij Wenen en Boedapest, maar ook Praag, zustersteden werden, maar in werkelijkheid toch vooral Oostenrijkse belangen diende. Sterker nog, men zag in Wenen al die Slavische volkeren als zigeuners, niksnutten, zeer geschikte hoeren, dieven en zo meer. Daarbij was anti-semitisme een officiele vorm van besturen. Hoe groot was dit rijk? Nou groot! Het omvatte delen van Polen, Oekraine, Roemenie, Bulgarije, de Balkan, het huidige Tsjechie, Slowakije, Oostenrijk, Hongarije en een noordelijk stuk van Italie, waaronder Venetie.
Van 81 toenmalige losse staten kreeg het nieuwe rijk er nu drie in combinatie, en men bouwde het imperium indertijd op de fundamenten van het oude Roomse Rijk. Dat het geloof daarbij een grote rol speelde, zal duidelijk zijn. Voor de Keizers die dit enorme imperium aanstuurden was Duits de voertaal, dus dat gold ook voor alle onderdanen. Omdat Hongarije nooit deel had uitgemaakt van dat Roomse Rijk kreeg dit deel van het land binnen de nieuwe combinatie een status-aparte, iets wat ook weer leidde tot de overheersing vanuit Oostenrijk. En die overheersing ging er stevig aan toe. Men schroomde niet eventuele ‘opstandelingen’ in dat land der Magyaren een kopje kleiner te maken en vrouwen te verkrachten of ze mee te nemen naar Wenen voor opname in de staatsbordelen. Het Rijk vocht diverse oorlogen uit, veelal zonder veel succes. Toch voelden de militairen zich onder hun keizer vrijwel onaantastbaar.
Het leger was van de ouderwetse soort, de vloot ondermaats in vergelijking met andere grote staten uit die dagen. In het gebied waarover men heerste zaten overigens wel grote industrieen die we nu nog kennen als vooraanstaand. Denk maar aan de Staal- en wapenfabrieken van Skoda in Bohemen. Ook veel autobouwers van het eerste uur opereerden juist in deze omgeving en leverden veel van hun eerste vehikels aan de rijken uit Oostenrijk-Hongarije. Toen de overheersing door de Oostenrijkers dictatoriale vormen aan begon te nemen kwamen bepaalde volkeren in opstand. Met name nationalisten wilden hun oude land weer terug, streefden naar onafhankelijkheid en koesterden hun eigen volkscultuur en taal. Dat uitte zich in de moord op Keizer Franz Ferdinand in Sarajevo, de dader een Servier. En dit werd uiteindelijk oorzaak voor de Eerste W.O. Daarbij verloren de Oostenrijkers het grootste deel van hun oude imperium.
Italie veroverde haar eigen grondgebied weer terug, net als Tirol, Polen werd weer vrij, terwijl als Tsjecho-Slowakije de deelstaten Bohemen, Moravie en Slowakije bij elkaar bracht. Maar ook de Balkanlanden en uiteindelijk ook Hongarije verkregen hun vrijheid. Van het oude rijk bleef vrijwel niets meer over. Dat het later nu juist een Oostenrijker was die als Duitse Fuhrer weer streefde naar toevoegen van al die oude gebieden aan zijn rijk is een bitter deel van de erfelijke geschiedenis. Ook al faalde hij uiteindelijk gelukkig in zijn pogingen. Die oude gevoelens t.o.v. landen in oost en west bleven bij veel volkeren in deze hoek van Europa wel leven. De huidige politiek van de Oost-Europese landen binnen de EU is deels daaruit te verklaren. En dat is maar een stukje van het verhaal natuurlijk. Kortom, Groot-Europa is een droom die we in heel wat stukken van onze gezamenlijke geschiedenis terug zien komen. En veelal in weinig opwekkende beelden of verhalen. Samen sterk, zeker, maar nooit onder centrale leiding of erger nog, dictatuur. Dat heeft de geschiedenis ons toch wel geleerd zou ik denken. (Beelden: Wikipedia)