De bank en de KLW…

De bank en de KLW…

Sommige mensen, ook in onze vriendenkring, weten alles te verpatsen via Marktplaats of soortgelijke platforms. Ons lukt dat maar zelden of nooit. Nou ja, als je gek bent op onderhandelen tot op de laatste tien cent, gekken aan je deur wilt krijgen dan wel afspreekt met mensen die vervolgens niet op komen dagen. Nou daar hebben wij geen trek (meer) in. Dus als we zaken hebben die nog te goed zijn om als afval te dienen brengen we die veelal naar de kringloop of bellen die lui op om het spul even te komen ophalen. Zo ook toen we onlangs de melding kregen dat we onze nieuwe zitbank mochten verwachten op een bepaalde datum (zie blog 23-4jl) en we dus onze oude trouwe driezits zitbank (2.20mtr breed) die ons en ons bezoek een kleine 9 jaar had gediend moesten opruimen voor die nieuwe zou arriveren.

Als je al iets afvoert naar de KLW is dat natuurlijk veelal niet splinternieuw. Los van de transportkosten koopt men bij die zaken in tegen nul tarief en zou je denken dat ze er blij mee zijn. Immers, wij komen ook wel eens in die winkels en zien dan dat men aardige prijzen weet te vragen voor artikelen die best wel een schoonmaakbeurt kunnen gebruiken. Maar goed, wij belden dus met een kringloper die niet te ver van ons woonadres gevestigd is. Men wilde die bank wel hebben, driezitter, grijze stof, kon en kan wat hebben en in goede staat. Dag later kregen we een mail. ‘kunt u even foto’s maken van de bank, dan kunnen wij even kijken of hij acceptabel is’. Vreemd.

Maar goed, wij foto’s gemaakt en doorgestuurd. Halve dag later de bevestiging. ‘Wij komen hem over drie dagen halen’. Prima geregeld dus. Zo leek het… Op de dag van afspraak de bank helemaal schoongemaakt, stofzuiger en borstel er over heen, hij zag er weer als nieuw uit. Maar toen moest hij nog het huis uit. Wij samen een poging gedaan het omvangrijke ding door de kamerdeur uit zijn vertrouwde plek te krijgen. Dat ging niet. Nadenken over hoe wel… Presley, onze grootste kater nam meteen plaats op de leuning van de bank en demonstreerde dat hij die bank als ligplek niet kwijt wilde. Nadat we die hadden bevolen op te stappen, slim als we waren, via de tuindeur, en dan via de keuken weer naar binnen, door de gang heen en dan naar buiten via de voordeur. Daar opgesteld, zeil er overheen (je weet maar nooit in NL of een vogel dan wel de regen ineens besluit zich over de bank heen ….). Toen die lui van dat tweedehands bedrijf er waren haalden we het zeil weg. De chauffeur keek naar de bank en zei…’maar er zit een vlek op’…Huh? Vlek? Waar dan? Nou ik zag hem uiteindelijk ook, aan de voorkant. Nu was dat de kant die nog wel eens wat zonlicht krijg in de zomer…zou verkleuring kunnen zijn. Na wat gehakketak namen ze hem toch mee. Anders dan wij deden, optillen, schuiven, haalden zij een karretje uit de wagen en zetten de bank daarop. Ik vond ons als gevers toch een stuk stoerder gezien de verrichte inspanningen. Bank was weg en wij moesten improviseren met wat stoelen tot de nieuwe meubels kwamen. Toen die eenmaal stonden zijn we de volgende dag toch eens naar die kringloopwinkel gereden. Had men die bank al in de verkoop? Ja hoor, prominent in hun showroom. Mooi prijskaartje, geen vlek te zien. Nog steeds niet…. Voor net 100 euro te koop….wel zelf meenemen….. Ik wens de volgende bezitters er veel plezier van. Net zoals wij hadden. (beelden: Prive)

Van paarden en kolenboeren…

Mensen van mijn leeftijdscategorie hebben heel soms de neiging om terug te kijken naar een tijd waarin de wereld nog simpel was en ongecompliceerd. Zo ook ik. Onlangs had ik met iemand een gesprek over paarden. Paarden? Jij? Ja…paarden! Niet omdat ik nu per definitie zo houd van die beesten, maar wel omdat in mijn jeugd paarden nog gewoon dienstdeden als voor karren met lading lopende dieren die daarna in een loods werden opgeborgen die gewoon in onze woonstraat te vinden was. Schillenboeren waren er gek op, net als de lokale voddenman. Vandaar ook dat we in onze straat een echte smid hadden zitten. Waar men nog ouderwets (toen al) hoefijzers op de benen van die hardwerkende dieren aanbracht. Het rook heel specifiek en ik weet nog dat die smid en zijn maatje ook in zijn loods rond lopende ratten op wrede wijze te lijf ging. Hij sloeg ze tot moes met zijn gereedschap. Paarden en ratten, het hoort sindsdien voor mij bij elkaar.

Onze woonstraat was een heel normale straat en dus had je in die jaren op verschillende plekken middenstanders zitten die hun nering nog aardig wisten uit te nutten. Van snoep tot melk, van sigaretten tot serviezen. Alles wat je nodig had als gezin was om je heen gevestigd. Een van die ondernemers zetelde in een kelder onder de woonhuizen en deed in kolen. In wat? (Jonge generatie heeft geen idee meer..). Ja in kolen. Steenkolen. Uit Limburg! En dat spul stookten we vrijwel zonder uitzondering in de huizen en winkels van die periode. Meestal bunkerden we van tevoren een paar mud van dat spul in voorraad. Steevast in een kolenhok dat op de etage waar we leefden naast de ingang naar de kamer was gelegen. En als je echt veel geld en ruimte had, kwam er een hele berg op zolder te liggen. Maar dan moest je wel steeds met je kolenkit naar boven om de voor de warmte van de dag benodigde voorraad te halen.

Die kolen gingen er bij (toen nog vaak voorkomende) strenge winters snel doorheen. En dan moest je soms voorraad bijhalen. En daar was dan die ‘kolenboer’ goed voor. In zijn kelder verkocht die niet alleen jute zakken vol van dat goed brandende spul, maar ook kleinere papieren zakken. Die waren meer voor het kleinverbruik, maar daarom niet minder zwaar. Mijn lease pa tilde drie van die zakken op zijn schouder en liep dan terug naar huis, ik kon er met twee uit de voeten en dat was voor een puberaal jong best trots makend. De kachel moest roken, en dat deed zo’n ding ook. Mits steeds bijgevuld en opgepookt.  Vooral als hij door onoplettendheid was uitgedoofd en je dus uit je altijd koude slaapkamer kwam in een huis waar de ijspegels zowat aan de ramen hingen. Een hele kunst om de boel dan weer brandend te krijgen. Maar eenmaal gewend lukte dat binnen een kwartier. En dan maar even bijkomen voor je naar school ging. De kolenboer hield het nog redelijk lang vol. Tot ook in die oudere woonbuurt olie en gas gingen zorgen voor een heel ander soort verwarming en kolen uit het dagelijks leven verdwenen. Net als al die andere spullen die je toen bij al die winkeliertjes kon kopen. Nu is diezelfde straat gewoon een woonstraat. Met een enkele uitzondering zijn alle bedrijven verdwenen. Net als de paarden. Als er al eens een door die straat rijdt is het er een van de politie. Maar verder?