
In de oude tijden sprong men nog wel eens wat zorgeloos om met alles wat met hygiene van doen had. Anders dan de oude Romeinen voor wie naaktheid en reinheid eigenlijk met elkaar verweven waren bleken de volken die daarna onze Europese gebieden bevolkten bijna barbaars als je ziet hoe men met dat thema van wassen, scheren en reinigen om ging. Zo ontdekte ik onlangs nog eens dat vrouwen tot ver in de jaren van de 18e eeuw onder hun kleding geen ondergoed droegen zoals wij dat nu normaal vinden.

Men had hooguit een soort onderrok aan om bij spontane ontlading van blaas en darmen geen vervuilde bovenkleding te veroorzaken, maar echt aan afdekken van die bodem bij het eigen lijf deed men niet. Ook de boezem werd nog wel eens half ontbloot tentoongesteld, maar bij gebrek aan deodorant was het in die contreien van het vrouwenlichaam ook niet altijd geurend als een kamerroos wat de klok sloeg. Nee, men nam het ruim en smeerde de nodige poeders en parfums over zich heen om al die onvermijdelijke geuren te bedekken.

Later kwam de (laat ik het maar zo noemen) kruisloze onderbroek in zwang. Onder de veelal wijde en zeer lange rokken (een blote enkel was een toppunt van sensualiteit) droeg men kruisloze lange onderbroeken. Praktisch. In het paleis van Versailles kon je de sporen van urine op de trappen nog herkennen, men liet het zo lopen als het zo uitkwam en dan was dat kruisloze wel handig. Pas aan het einde van de 18e en begin 19e eeuw gingen vrouwen dragen wat wij nu de ‘slip’ zouden noemen. Zo kon je van alles opvangen wat anders maar wegliep en ongemak veroorzaakte. En die slips hadden allerlei formaten.

Soms met strikjes, dan wel met andere versierselen. In onze tijd zien we vooral dat het formaat (van omatype tot string) nogal eens verschilt per model of trend al zijn er een paar wel blijven hangen in het heden. Maar het doel is los van het verleidelijk zijn voor mannen (of vrouwen die vallen op hetzelfde geslacht wellicht) hetzelfde als al die lappen en andere todden die men vroeger onder de kleding aantrok. Toch als je de geschiedenis bekijkt zie je dat we ver zijn gekomen op dit gebied. Ook al zakken we nu weer wat terug door de vertrutting en verandering van de maatschappij naar vooral duurzaam en wat minder sexy, we wassen ons meer dan ooit, scheren wat overdadig of overbodig is en smeren of spuiten deo op plekken die anders anderen de adem benemen. En met dit weetje tijdens deze zomermaand sluit ik dit blog vandaag weer af. Vergeet niet te genieten en denk maar eens terug aan die dames in hun hoepeljurken, hun bodemloze bestaan, hun geur en hun kleur…. En prijs de dag dat je dat niet meer hoeft te dragen als vrouw. Overigens waren de mannenkleren ook niet meteen toonbeelden van gemak of hygiene, maar dat is een ander verhaal…..(Beeld: Internet)


De hele discussie over de verandering van ons luchtruim op zodanige wijze dat er ruimte komt om een (klein)deel van de burgerluchtvaart te laten opereren vanaf het aan te passen Lelystad Airport leidt consequent tot de meest wonderlijke discussies. Tegenstanders van lawaai in de omgeving van dat veld maar ook ver daar vandaan, voeren de meest vreemde argumenten aan om hun gelijk te behalen. Zij vinden die bromvliegen al niks die nu op Lelystad te vinden zijn, maar dat past bij het dorpse karakter van veel van die woonoorden van de betreffende tegenstanders. Blaadjes aan een boom maken daar al te veel herrie. Ik zag onlangs dat iemand uit die vrij fanatieke groep mensen zelfs aangaf dat er Boeing 747’s van/naar Lelystad zouden gaan vliegen. Wat ook in de nieuwe situatie compleet ondenkbaar is.

De oude lawaaiige vliegtuigen verdwenen, de nieuwere worden steeds stiller. Net als auto’s. Maar voor de klagers (de klachtenlijn Schiphol wordt elke dag gebeld daar een zeer kleine harde kern van klagers) is dat niet genoeg. Die willen rust. Rust die ze toen ze kwamen wonen bij Schiphol (of welke luchthaven ook) niet mochten verwachten te krijgen. Dus daarom roepen ze van alles en nog wat en krijgen ook nog steun uit bepaalde media. Ooit had ik een Stichting die dit soort mensen toch eens wees op hun toenmalige leugens. En ik merk dat de handen jeuken om dat weer te doen. Maar ik ben er te oud (en wijs) voor geworden. Neemt niet weg dat ik vind dat als je bij een luchthaven gaat wonen, je moet leren leven met de nadelen van die keuze. Ook ik woon trouwens in die buurt en klaag nooit. Maar dat zal niet verbazen….