Merkgekke kleding..

Merkgekke kleding..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tnf01.jpg

Voor sommige mensen is een merk een statement. Het toebehoren aan een of andere stam, het oergevoel, er toe doen. Zelf afkomstig uit de commerciele wereld weet ik vrij aardig hoe belangrijk het is om zo’n merk goed in de markt te zetten en er een brede doelgroep mee te verbinden. Het gaat tenslotte om omzet en winst. In de kledingindustrie is dat zeker ook het geval. Vergis je niet in hoe belangrijk merken als Nike of Adidas voor sommige mensen zijn, of Helly Hansen. Mensen die daarvoor kiezen betalen graag een meerprijs voor een paar schoenen, jas, trui of broek van zo’n merk. Maakt niet uit of ze man, vrouw of iets daar tussenin zijn.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tnf06.jpg

Zelfs de praktische draagbaarheid telt minder dan opvallen in een of andere merkoutfit, althans zo lijkt het. De nieuwste trend, The North Face kleding. Als ik in onze stad rondloop zie ik dat 3 op de tien mensen deze merkkleding met trots dragen. Opvallend want het is vaak ook zeer in trek bij lieden die het met de 10 geboden van Mozes niet zo nauw nemen. Let maar eens op bij de diverse opsporingsprogramma’s. Kennelijk heeft het merk een rauw randje en doet het zelf via haar reclamecampagne ook wel een zekere moeite bepaalde culturele groepen aan zich te binden. Ik deed daartoe even wat vergelijkend warenonderzoek en zag dat men bij deze kledingketen in de reclamecampagne stevig inzet op gekleurde modellen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tnf-04-images.jpg

Wellicht dat het daarom die groepen zo aantrekt? Niet dat het een meteen met het ander van doen heeft hoor, maar toch. Ik zelf zoek altijd naar kleding die praktisch is. In de winter graag wind/waterdicht, comfortabel en ook liefst vol zakken aan binnen en buitenkant. En als dat ook nog betaalbaar is? Prima. En hoewel ik het liefst zou rondlopen in PME jacks die lijken op die van WO2 vliegers kies ik daar toch niet voor. Te duur en ook wat te macho-achtig. Daarbij, waarom zou ik een mij verder onbekend merk sponsoren als niet-roker?? En dat The North Face is dus ook niet mijn keuze. Overigens is het al een wat ouder merk. Opgericht in 1964 en genoemd naar de Half Dome, een opvallende rotsformatie die bijna 3km uitsteekt boven Yosemite National Park. Vanaf moment een is het bedoeld om goede outdoor recreatieproducten te leveren aan haar klanten. En die klantenkring van toen bestond vooral uit beklimmers van die rotspieken…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tnf03.jpg

Het kan verkeren. Latere eigenaren van het bedrijf behielden het logo en imago en bouwden dat snel en breed uit. Opvallend daarbij is dat die kleding en haar dragers op enig moment ook slachtoffer werden van hacks via de website en zelfs diefstal van die kleding. Intussen is het bedrijf bewust de woke-hoek opgegaan en steunt acties als BLM etc. Beschuldiging van racisme richting blanke Amerikanen kwamen in de VS ook naar voren toen het management van het bedrijf vragenlijsten publiceerde waarin men deelnemers vroeg naar hoeveel verschillende rassen men kende en of men wel eens ervaringen met racisme had meegemaakt. In een land waar meer dan de helft van de kiezers gaat voor meneer Trump komt dat niet best binnen. Maar snap je wel dat dit merk bepaalde groepen trekt. En mochten jullie als lezers hier in je omgeving mensen zien lopen die deze kleding dragen weet je meteen wat er achter steekt en waarom het bij sommigen zo populair is. Verder ben je voor mij net zo van belang wanneer je rondloopt in een C&A jas of Primark trui hoor. Niks mis mee…. (Beelden: Internet/TNF)

Hollands trots…DAF!

Hollands trots…DAF!

Ik heb al eens (100520)aandacht gegeven aan DAF als fabrikant van personenwagens, maar dat onderdeel van haar geschiedenis is maar een klein stukje van het geheel. DAF startte ooit als een aanhangwagenfabriek in Eindhoven en werd daar aangestuurd door de familie van Doorne die al snel doorhad dat in het naoorlogse Nederland een grote behoefte was ontstaan aan stevige trucks en uiteraard opleggers en aanhangers. Al snel was de eerste DAF-truck een feit. Frontbestuurd, met een voor dit merk zo kenmerkend uiterlijk. Motorisch en technisch winkelde men bij het Britse Leyland of Perkins die in die periode een grote naam hadden in truck/busland.

De eerste DAF’s waren zgn. 5-tonners waarmee je een beste truck in huis haalde die in ons eigen land al snel aardig wat successen boekte. Al snel werden de DAF’s ook benut om bussen op te bouwen, terwijl de truckfamilie wagens kende die aanhangers trokken of opleggers, en soms ook als kiepauto dienst deden. De catalogus van DAF verbreedde zich al snel, de trucks werden groter en zwaarder en de basisversies kregen gezelschap van grotere types die jarenlang een vaste waarde werden en bleven op de Europese wegen. Want ook in het buitenland boekte DAF aardige successen.

Niet in de laatste plaats doordat men o.a. aan het Spaanse Pegaso licentierechten verleende voor deze trucks. Ook onze krijgsmacht werd een trouwe klant van DAF. Veel oudere dienstplichtigen reden met DAF’s in de rondte en ook die wagens hadden een zekere naam en faam. Later modellen verloren hun ronde vormen, en werden hoekig, straalden kracht uit, maar boden ook meer leefruimte voor de chauffeurs en/of hun bijrijders. De serie 2600 kwam op de markt, gevolgd door de 2800 en zo ging dat door. DAF werd een grote naam in truckland maar het bedrijf kreeg ook steeds meer concurrentie van buitenlandse merken als Volvo, Scania, Mercedes of MAN. Door de jaren heen moest DAF soms de financiering op orde zien te krijgen, men verkocht aandelen aan International Harvester in de VS.

Dat laatste had tot gevolg dat men ook componenten uit de VS in de DAF’s ging toepassen. Later zou ook Terex uit de VS een belangrijke rol gaan spelen. DAF zelf ging op enig moment nauw samenwerken met Leyland in het Verenigd Koninkrijk. Daar ontstonden hierdoor wagens die als LDV (Leyland DAF Vehicles) door het leven gingen en DAF zo in haar portfolio van modellen nu ook bestelwagens en lichte trucks kon aanbieden. Lucratieve handel. Met al die internationale contacten en fusies bestaat DAF nog steeds en is net als voorheen een grote naam. Aardig is te vermelden dat veel DAF-techniek te vinden is in de Tsjechische Tatra trucks die tegenwoordig ook in ons land weer worden verkocht. Deze voldoet aan de strengste Europese regelgeving op gebied van milieu en uitstoot. DAF bewijst door haar geschiedenis en handel waar een klein land groot in kan zijn. En Eindhoven kent uiteraard als bakermat van dit geheel een erg aardig museum dat voor liefhebbers echt een aanrader is. (Beelden: Archief)

Werd ook in ons land gevoerd; International!

Werd ook in ons land gevoerd; International!

Het zal wellicht niet meteen bij iedere lezer bellen doen rinkelen, maar ooit was het merk International Harvester ook bij ons in Nederland een naam die wel bij kenners of gebruikers bekend was.

Het Amerikaanse merk International Harvester startte haar activiteiten al in 1914 en richtte zich vanaf de start op de fabricage van lichte tot middelzware trucks. Later ging men ook over op de productie van grondverzetmachines en kwamen er ook terreinvoertuigen in het gamma. Tijdens WO2 werden veel International-trucks gebouwd voor de militaire macht van de Amerikanen, maar kregen ook de Russen en Chinezen licenties om zo een eigen productielijn voor dit soort wagens op en uit te kunnen bouwen.

International werd zo een grote speler en zette ook stappen in Europa. Zo was er een kortstondig avontuur in Engeland waar men Amerikaanse trucks liet bouwen voor de Britse bouw- en constructiemarkt. Maar ook het vasteland van Europa kreeg haar eigen International trucks.

In Nederland werd het toen bekende en betrouwbare importeursbedrijf Englebert de vertegenwoordiger voor het merk. En in die jaren zag je die stoere Amerikaanse trucks van International nog wel eens rondrijden in ons land. Soms als kiepwagen, vaak ook als bak- of verhuiswagen.

In het 4WD-segment had International vanaf 1963 de Scout in de aanbieding die je kon vergelijken met toenmalige wagens van Jeep. Latere versies groeiden uit tot best grote wagens met voorin een stevige V8 van 5,4 liter die zich in het terrein aardig wisten te verplaatsen. Ook die zag je hier nog vele jaren lang op de weg. Duurzame bakken ook al ging er bij weggebruik best een hoop benzine doorheen. In de jaren tachtig was het over en uit voor het bedrijf en werden alle activiteiten overgedaan aan Case IH en verdween het merk van de markt. Wat bleef waren de herinneringen en de museale exemplaren van wat ooit een grote jongen was. Zeker in de Verenigde Staten. (beelden: Internet)