Een tijdje terug besteedde ik al eens aandacht aan de zogeheten Stelling van Amsterdam die ooit in de 19e eeuw werd aangelegd rondom de hoofdstad.

Die Stelling bestond indertijd uit een keten van zwaar bewapende fortificaties, vaak wat verborgen in het landschap, die op seinafstand van elkaar en met kruiselings opgestelde kanonnen, de mogelijke vijand moest kunnen weerhouden een aanval op onze Hoofdstad te ondernemen. Van Pampus tot Hoofddorp, overal zijn die forten te vinden. Opvallend is ook dat toen het concept helemaal was uitgebouwd en de stad Amsterdam buitengewoon goed beschermd leek, de eerste Wereldoorlog duidelijk maakte dat modernere wapens als brisantgranaten en vooral vliegtuigen die forten redelijk verouderd deden zijn.

Het best prijzige fortenstelsel werd dus min of meer aan het lot overgelaten al werden ze vaak nog wel gebruikt voor de opslag van materialen voor defensie. Het oudste landfort uit de keten ligt bij het kleine plaatsje Abcoude. Je moet wel drie keer kijken om het te zien. Totaal overwoekerd door de natuur liggen hier met elkaar verbonden 19e eeuwse bunkers met uitkijkposten op sommige hoge plekken. Het hele complex werd gebouwd tussen 1884-87 en bestaat uit een combinatie van bakstenen en brikkenbeton, toen een modern bouwmateriaal. In dit complex werden na oplevering nog wel militairen ondergebracht, maar na WO1 was dat afgelopen.

Om het hele fort heen ligt een stevige en brede gracht, te paard en met een zwaard in de hand was het een lastig te nemen vesting. De deuren op de enige toegangspoort met brug minstens 25cm dik. In het hoofdgebouw ligt een kruitmagazijn, een waterkelder en slaapvertrekken voor de bemanning. Aan de buitenkant van een enkel gebouw zie je de restanten van wat ooit de plee was. Het toiletbezoek ongewild een sociaal gebeuren in die dagen. De buitenmuren van het complex zijn 1.80mtr dik. Daar was je wel veilig tegen de eventueel afgeschoten projectielen uit die dagen. Maar zoals geschreven, de later ontwikkelde granaten gevuld met brandbaar materiaal of zelfs gifgas hadden een andere uitwerking. Daarbij bleek het lastig om de dekking te garanderen die men in het oorspronkelijke plan had bedacht door het eigen geschut kruiselings te laten afschieten in geval van een aanval.

Kortom…De Stelling van Amsterdam was een duur plan voor een achterhaalde oorlogsvoering. De nodige van deze forten in de omgeving verloederden al snel. Enkele werden opgeknapt en onderhouden, dan wel voorzien van een nieuwe bestemming. Het Fort Abcoude werd op enig moment overgedragen aan Natuurmonumenten, vandaar dat men het groen zijn gang liet gaan. Sommige delen van het Fort zijn beperkt toegankelijk, en er is zelfs een natuurwandeling mogelijk tussen dit fort in Abcoude en het nabij (10km)gelegen soortgelijke fort van Nigtevecht. Een bezoekje meer dan waard dus. Wat wij zagen was dat op het terrein ook een schaatsvereniging onderdak vond net als een sportvissersclub voor gehandicapten. Kreeg ook dit fort een mooi tweede leven. Het Fort van Abcoude vindt je net buiten het centrum van dat stadje, is ook gelegen aan de Angstel en is op loopafstand (20mnt) van het gelijknamige spoorstation te bereiken. (Beelden: eigen foto’s)







Onlangs zag ik een documentaire over de VOC-schepen en Amsterdam. Was best aardig om te zien hoe die enorme schepen (van toen), na een lange reis naar verre en exotische oorden aan de oostkant van de Amsterdamse haven in die tijd bij laag water niet over de daar aanwezige zandbanken heen konden komen. Die ondiepten waren ontstaan in het zuidwestelijk gebied van de Zuiderzee. Daardoor was het met die schuiten vaak niet mogelijk om bij de veelal ook nog heersende zuidwestenwinden die hindernissen voor de haven van Amsterdam, te nemen en binnen te zeilen. Er bleef niet veel meer over dan bij Pampus voor anker te gaan. Voor Pampus liggen stond gelijk aan geen kant meer op kunnen en dus waren de bemanningen van die schepen na hun lange reizen min of meer gedwongen stil te zitten of te hangen. Voor Pampus liggen kreeg zo een eigen plekje in de Nederlandse taal. Mijn pa gebruikte nog een andere uitdrukking; als we, kind dat we waren, nieuwsgierig vroegen wat hij of wij zouden gaan doen, antwoordde hij steevast: ‘Naar Pampus pap eten’. Oftewel, een niets zeggend antwoord dat gelijk stond aan ‘gaat je niks aan’. Pampus was dus in de Amsterdamse taal vervat, maar wat was het eigenlijk?
Pas op school leerde ik van een eilandje dat aan de oostkant van de stad, tussen Amsterdam en Muiden net boven het water uitstak van het intussen IJsselmeer, niet ver van de Oranjesluizen. Het forteiland Pampus werd (slim) vanaf eind 19e eeuw gebouwd op het zgn. Muiderzand, onderheid met 4000 palen van 11 meter lang. Het fort bedoeld als onderdeel van de zgn. Ring rond Amsterdam, ook Fort Amsterdam genoemd. Men dacht in die tijd nog dat je met dit soort fortificaties de vijand buiten de deur kon houden. De kanonnen die men monteerde zouden Amsterdam afdoende kunnen beschermen. Toen het eiland en fort eenmaal klaar waren, bleek die hele ring van forten rond de hoofdstad overbodig geworden. De vijand was intussen gemotoriseerd en een paar jaar later vloog hij gewoon over die forten heen. Wat bleef was een uniek verdedigingssysteem dat in de jaren twintig nog werd voorzien van luchtafweergeschut. Maar in 1933, toch slechts een paar jaar voor de Tweede W.O. sloot men de boel, trok de soldaten terug en liet het fort het fort.
Tijdens de hongerwinter staken veel mensen over het ijs richting het oude fort en namen alles wat brandbaar was mee naar huis. Het verval sloeg toe. Na de oorlog heeft de Mijnopruimingsdienst er nog wat explosieven tot ontploffing gebracht, maar verder bleef het een eenzaam plekje in dit grote watergebied tussen Amsterdam en het (tegenwoordige) Flevoland. Intussen woont er een enkel paar mensen dat het hele jaar door gasten ontvangt, rondleidingen geeft en het fort plus eiland wat onderhouden. Er varen in de zomermaanden wat pontjes op en neer tussen Amsterdam en Pampus en de watersporttoerist weet het haventje ook wel te waarderen als plek in de luwte bij zwaar weer. Intussen is er ook een baken voor de luchtvaart geplaatst waarop overvliegende toestellen kunnen navigeren op hun routes naar of van hun bestemming. Een stipje in het IJsselmeer dus. Nu onderdeel van de Gemeente Muiden. En in de winter buitengewoon stil. Dan kan je dus echt voor het gelijknamige eiland gaan liggen als je wilt en zelfs wat pap eten. Maar voor de gezelligheid hoef je het niet te doen. (Foto’s: Internet)