Versleten, vervangen, vergeten…

Versleten, vervangen, vergeten…

Ik beschreef hier al eerder de avonturen die we meemaakten met onze overleden CV-ketel. Maar er ging meer stuk in de afgelopen periode. Zoals mijn externe harde schijf die ik jaren lang vooral benutte om de vele foto’s op te slaan die een relatie kennen met mijn liefhebberijen zoals de luchtvaart, autowereld of alles wat in miniatuur of boekvorm voorbij komt. Nu was die schijf ooit al eens aardig vol geraakt en had ik daarna besloten om de schijf te ontzien als opslagunit, maar wel te gebruiken bij de illustraties die ik ook voor dit blog benut.

Maar begin juni schakelde hij niet meer in. Ik hoorde wel dat hij wilde opstarten, maar dat lukte dus niet meer. Nou daar werd ik niet meteen vrolijk van. Ook zoonlief kon me niet helpen en die heeft er echt verstand van. Dus afscheid nemen van al die bestanden? Ik had er geen zin in. Daarop vroeg ik advies bij oud medeblogster Thamara wiens zoon in de computers zit. Die zoon wilde wel even kijken, wat onlangs gebeurde, en hij meldde al snel dat de harde schijf was gecrashed. Maar na een paar uurtjes werk had hij alles toch overgezet op een nieuwe en veel kleinere (maar flink grotere capaciteit) externe schijf voor nog geen 100 euro. Klaar! Ik blij en kon weer verder. Natuurlijk zet ik tegenwoordig nieuwere bestanden op USB-sticks en in the cloud, maar ik kan ook weer bij mijn archieven.

Maar dat was het nog niet. Op een slechte dag nokte ook mijn iPhone ineens af. Wilde aan de linkerkant van het touchscreen niet meer reageren op mijn aanslagen. Oei! Volgende probleem. Net 2,5 jaar oud dat ding. Zoonlief wist ook hier de boel te redden maar dat bleek slechts een pleister, want bij de diverse apps die ik gebruik, zoals Facebook werkte het ding toch niet zoals het moest. Uiteindelijk leverde zoonlief mij een nieuwere, grotere en geavanceerder iPhone uit zijn gebruikte collectie, installeerde alle mij toekomende software en apps en ik kan weer vooruit. Woow…ontsnapt aan een digitale ramp. Afgelopen week meldde vrouwlief dat het koffiezetapparaat kuren vertoonde en het af en toe compleet laat afweten. En dan was er nog die raamschakelaar in de auto die (onder garantie) moest worden vervangen…. Is het nu klaar graag? Want juni staat nu al op de kaart als een bijzondere maand als het zo doorgaat…. (beelden: indicatief/internet)

Leven met de Vliegende Pijl – 47 – Opvolger en opruiming…

Jaap van Rij, Algemeen Directeur en man met veel ervaring, werd begin 1997 uiteindelijk opgevolgd door een man uit de Leusdense gelederen. Cees Hoekstra. Aardig in de omgang, weinig tot geen expertise op het onderwerp Skoda en met een enorme hekel aan het moeten forenzen tussen zijn woonstek Leusden en het aloude Skoda-bastion in Voorschoten. Hij moest op alle fronten wel wat puin ruimen en had, zo bleek later, ondanks afspraken met en door zijn voorganger gemaakt, een agenda waarin opruimen van de interne organisatie van Pon Mobiel een belangrijke rol speelde. Deels kwam dit ook voort uit vooroordeel zoals dat leefde in Leusden. Men vond die Skodamensen maar piraten, die niets snapten van hoe de hiërarchische spelregels in elkaar staken bij Pon. Het bleek voor beide kanten enorm wennen. Was Jaap van Rij bijvoorbeeld iemand die elke nieuwe week begon met een MT-vergadering waarin iedereen een taak toebedeeld kreeg om uit te voeren, Cees Hoekstra hield van het een op een contact. Hij luisterde, gaf advies, hoopte op initiatief en probeerde door diplomatie zijn doel te bereiken. Zo pakte hij ook die verbogen relatie met de dealers, BOVAG en fabriek aan. Dat leek in eerste instantie goed uit te werken. Hij gaf alle dealers, ook zij die door zijn voorganger een paar maanden eerder buiten de organisatie waren gezet, de kans mee te blijven doen mits ze dan maar wel stevig investeerden voor het merk.

Kon zijn via een verhuizing, nieuwbouw, of aanschaf van nieuwe voorraadauto’s. Voor de meeste van deze ‘dwarsliggers’ was dit onbegonnen werk, Pon Mobiel financierde hen tot dan vaak al voor de volle 100% en stond nog garant voor de voorraden auto’s ook. Het effect was hetzelfde als Jaap van Rij een half jaar eerder had voorgestaan. Al snel verdwenen er dealers via de zijdeur. Doordat Hoekstra zijn oude Pon-relaties aansprak die vooral bij Volkswagen te vinden waren kregen we ook contacten met kapitaalkrachtiger dealers die iets zouden kunnen betekenen voor de Skoda-organisatie. De toekomst zag er weer wat rooskleuriger uit. Maar alles heeft zijn prijs. En Cees Hoekstra schroefde die prijs aardig op door op een heel andere wijze om te gaan met de fabrieksmanagers. Zijn ‘diplomatieke aanpak’ ging ook gepaard met een wonderlijk gevoel voor argeloosheid. Door zijn boeken open te leggen voor de fabrieksvertegenwoordigers kregen we weliswaar begrip van die kant voor onze financiële positie, maar leverden we al snel fiks op onze marges in. Hij zag dat zelf als het risico van het vak, ik, gewend aan de ‘methode van Rij’, meer als volkomen gebrek aan kennis en inzicht. De waarheid zal in het midden hebben gelegen.

Feit is wel dat we binnen een half jaar weer wat rust in de tent hadden en de grote schoonmaak bij de dealers kon worden gevolgd door een soortgelijk proces bij Pon Mobiel zelf. Hoekstra zette een verhuizing van het importbedrijf op de agenda. Van Voorschoten waar Skoda al sinds de jaren veertig zetelde, naar Leusden. Wat we nog niet wisten was hoe hij die verhuizing in de bol had. Eerst verdween het eigen magazijn van Pon Mobiel. Alles werd ondergebracht bij het Leusdense Ponbedrijf DCL waar ook de andere Ponmerken logistiek werden gevoerd. En waar hij zelf tot zijn aantreden bij Pon Mobiel het management had gevoerd. Dat was nog relatief eenvoudig. In de maanden die volgden ontmantelden we onze kantoren en bedrijfsruimten. De boel werd overgedaan aan een lokaal autoschadebedrijf en we vertrokken met ons overgebleven boeltje naar een parkeerplaats achter de kantoren van Seat-importeur Pon Car in Leusden. Via een bevriend wegenbouwbedrijf had Hoekstra wat kleine kantoorcontainers gehuurd en een soort Pipowagen die diende voor overleg tussen de MT-leden. Daar werden we als team ondergebracht in losse units, geen enkele afdeling die zo meer kon samenwerken met de rest van het bedrijf. Sommige medewerkers, zoals ik, al jaren gewend aan het bastion Voorschoten, maakten de sprong mee richting Leusden, anderen werden achtergelaten in dat schadebedrijf of ontslagen. Direct na optuigen van ons ‘vakantiewerkkamp’ begon een ronde van aantrekken nieuwe mensen. Al snel bleek dat Hoekstra daarbij een grote voorkeur had voor mensen die hij nog via via van Pon en DCL kende. Toen die allemaal waren aangesteld bewoog hij zichzelf wat uit de wind en kreeg ruimte om zijn taak op wat hij zelf noemde ‘zijn niveau’ uit te voeren. Toen we in de winter die kwam ontdekten dat de containers nauwelijks warm te krijgen waren en water een kostbaar goedje bleek omdat de leidingen nogal eens bevroren, werd door de oude en nieuwe medewerkers al snel stevig gemopperd. Het was wel erg Spartaans allemaal. Daarbij waren de mensen die uit Voorschoten kwamen nu gedwongen fiks te forenzen, terwijl Hoekstra zelf zowat te voet naar en van zijn huis kon komen. Het onevenwicht maakte dat wederom bepaalde oude en zeer loyale medewerkers verdwenen. Het werd steeds meer een Leusdense toestand daar….en of dat nu meteen een positieve ontwikkeling was?? Wordt vervolgd – (Beelden: Yellowbird archief/Skoda)