
Alleen al door de kop van dit blogverhaal zouden sommige mensen die hier meelezen kunnen afhaken. Dat is jammer want onbekend maakt onbemind kan juist door het lezen van mijn wervende teksten worden omgebogen naar meer kennis van zaken en derhalve een andere houding. Waarom? Omdat die Oost-Europeanen vaak een directe verbinding kenden met onze eigen autofabrikanten, al was het maar omdat in de vooroorlogse verdeling van Centraal- en Oost-Europa veel van die landen gewoon bij Europa hoorden en in dat oosten van ons werelddeel soms veel wagens werden gebouwd onder grote namen als BMW, Audi, DKW, Horch, Opel of Fiat.

Want ja, dat Europa van toen werd ineens pas Oost-Europa nadat de troepen van de Sovjet-Unie de Nazi’s terugdreven naar hun eigen land en van de gelegenheid gebruik maakten om half Europa gewoon toe te voegen aan het toenmalige Stalinistisch-communistische rijk. En dat had grote gevolgen. Immers de Oost-Duitsers moesten dik betalen voor de ellende die Hitler en zijn kliek in het grote Moederland hadden aangericht. Dus haalden de Russen alle hen bekende autofabrieken leeg en sleepten ook technici mee terug naar het communistische paradijs in het oosten.

Wat overbleef trachtte met de restanten van onderdelen-voorraden en bouwtekeningen de oude boel te herbouwen, maar onder communistische bestuurders was de private sector veel minder van belang dan de zware industrie die o.a. de leiders in Moskou konden bekoren. Als je dan ook bedenkt dat strategische materialen zeker aan Duitsland werden onthouden dan snap je dat men in de latere DDR wagens als de van Duraplast opgebouwde Trabant gingen produceren in plaats van de Audi’s en Horch’s die daar vroeger vandaan kwamen. Uit de oude BMW-fabrieken in Eisenach kwamen nu Wartburgs en de aandrijving was een stuk techniek afkomstig van Auto Union/DKW, de bekende tweetakt pruttelaar. In Tsjecho-Slowakije werd het prachtige traditionele merk Tatra net als Skoda gedwongen tot de bouw van wagens voor of de partijleiders en anders de volkskameraden.

Waarbij Skoda zich nog lang kon ontworstelen aan het regime en de nodige wagens exporteerde wat flink geld (deviezen)opleverde waardoor de economie in dat land extra floreerde. Maar initiatieven om steeds moderner wagens te bouwen werden beide merken door de communistische leiders onthouden. Pas aan het einde van die communistische onderdrukking kon men bij Skoda de boel weer moderniseren. In Polen ging het niet anders. Daar had men minder tradities op autogebied, maar wel behoefte aan betaalbaar vervoer. En dus bouwde men lang oude Sovjet-modellen die te groot en dorstig waren voor het volk. Met licenties van Fiat wist men de boel echter aardig op gang te brengen. Na de Wende ging het echter compleet mis en van de Poolse auto-industrie bleef eigenlijk alleen een licentielijn voor Fiat over. In Roemenie had men vooral banden met de Franse automerken. Renault en Citroen maakten daar qua licentierechten de dienst uit. Wagens als de Oltcit (hier Axel) en Dacia kwamen uit dat land vandaan.

Dacia werd later overgenomen door Renault en kennen we nu nog. Uit Joegoslavie kwamen vooral Fiat-klonen die hier als Zastava werden verkocht. En soms nog met succes ook. Na de vernietigende Balkan-oorlogen van begin jaren 90 eindigde dat avontuur en hebben de Balkanlanden geen echte auto-industrie meer. Alles wat ik hier oreer, en nog veel meer, staat ook in het boek dat ik hierbij afbeeld. Gekocht in Duitsland en met veel plezier gelezen. Vooral omdat het heel veel vertelt over de geschiedenis van de auto-industrie in die landen. En zelfs ik soms nog niet alles wist. En dat wil wat zeggen als zeg (schrijf) ik het zelf. Ik kocht het boek indertijd nieuw bij de Mayerische Buchhandling in Aken. Het is een uitgave van de daar bekende uitgeverij HEEL en heeft ISBN nr. 978-3-86852-604-2. Ik denk dat ik het ooit kocht voor 2 tientjes…Geen geld voor zoveel informatie….. (Beelden: Prive bibliotheek)

Toch jammer inderdaad, dat dat allemaal teloor is gegaan.
LikeGeliked door 1 persoon
Veel ging verloren, maar Skoda werd groter dan ooit, Tatra is nu weer een zeer gewaardeerde truckfabrikant, Dacia werd onder regie van Renault het budgetmerk van die grote groep en het Poolse FSM bouwt nog steeds zeer gewilde Fiat’s. En in veel fabrieken in het oosten bouwt men o.a. westerse modellen. VW, Audi, Suzuki, Hyundai, en zo meer laten veel modellen voor ook onze markten bouwen in de vroegere fabrieken van de toen zo kenmerkende ‘Oostblokmerken’…..En niks mis met de kwaliteit. Integendeel….
LikeLike
Tegenwoordig heb je eigenlijk geen slechte auto’s meer heb ik me laten vertellen, wat niet wegneemt dat je met iéder merk auto kún je een keer pech hebben, zo’n auto die op maandagmorgen van de band is gerold.
LikeGeliked door 1 persoon
In de pechstatistieken is wel degelijk een groot onderscheid te zien tussen goed en slecht. Niet voor niets staan de meeste Japanse merken nog steeds bovenaan qua betrouwbaarheid. Maar er zijn ook merken die al een halve eeuw onderaan bungelen. En dan is de kans op pech toch wat groter dan bij die top-10 merken…
LikeLike
Dat weet jij dan weer. 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Het was lang mijn vakgebied….
LikeLike
Dat is wel duidelijk ja.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik ben intussen natuurlijk ook zo gedocumenteerd dat ik altijd wel iets kan vinden van interesse om het over te hebben….
LikeLike
😉 dat wist ik.
LikeGeliked door 1 persoon
Een interessant stukje geschiedenis! Een gerestaureerde Trabant lijkt mij wel wat. 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Die zijn aardig prijzig geworden. Zeker de versies met een VW-Polo motor voorin zijn nu schaars en duur…
LikeGeliked door 1 persoon
Altijd leuk om lezen uw stukjes over de geschiedenis van het vervoer. Ooit mee gereden met een trabant. Dat was een avontuur op zich.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja, die Trabi’s hadden hun eigen dynamiek. Opvallend genoeg is dat Oost-Duitse spul in Belgie nog het langs verkocht. NL stopte de import al in de jaren 70 vanwege een verbod op tweetakt vanwege de uitstoot, maar in Belgie kon je die wagens nog gewoon kopen.
LikeGeliked door 1 persoon