Badhuis….

Badhuis….

In mijn prilste jeugd was ons huis van toen nog niet voorzien van een doucheruimte. Dat gold voor 98% van alle huizen in onze woonstraten die nog stamden uit de hoofdstedelijke stadsvernieuwing van de 19e eeuw. Toen bouwde men vooral snel, goedkoop en was een doucheruimte iets uit een andere wereld. Bedenk maar dat men in die periode zelfs nog huizenblokken neerzette voor de nieuwe arbeiders van toen zonder toiletten. Die stonden soms in de binnentuinen en waren voor iedereen uit een buurt of straat. Gelukkig was dat bij ons anders.

Maar die douche was echt bijna utopische luxe. Als kleine kinderen ging je nog in de wasteil, ik had het geluk dat ik maar e e n oudere broer boven mij had die voor mij in die teil met warm water werd gewassen. Scheelde toch een hoop vuil en zeepresten. Er waren kinderen op school en in de vriendenkring waar men als lijdend voorwerp nummer 4 tot 6 was in de rij. Dan rook het water toch anders. Hoe dan ook, om het voor latere pubers als wij uiteindelijk toch werden dragelijk te maken ons eens per week fiks te reinigen (..) bestonden er de Gemeentelijke Badhuizen.

Die waren door het verlichte stadsbestuur van toen neergezet in alle buurten na 1911. Veel werden er gebouwd in de bij de omgeving passende stijl van architectuur. Het badhuis waarop wij waren aangewezen stond in de zgn. Diamantbuurt een paar straten verderop en was een centraal punt in een hofje waaraan je aan de ene kant een schoolgebouw had staan en aan de andere een stel huizen. Beetje chique tussenbuurt tussen het Plan Zuid waar wij woonden en het plan Berlage dat uit de 20e eeuw stamde. De gedachte was dat je met je schone ondergoedjes naar binnen stapte, een handdoek en zeep betaalde en dan wachtte op je beurt om naar binnen te mogen in een van de toen beschikbare doucheruimtes voor mannen die daar werden aangeboden. In een andere ruimte deden de meiden en vrouwen hun poedeltje. Had ik geweten dat die bestond had ik wellicht…. maar ja, dat kon niet natuurlijk en de ambtenaren die hier de boel bestierden waren streng.

Te lang badderen was dan ook niet de bedoeling. Dus je moest efficient schrobben, je haar doen, afdrogen, je spullen keurig opbergen, de natte handdoek inleveren en naar buiten bewegen. Een hele strak geregelde reinigingsindustrie. Maar ook een die door de ontwikkelingen i n de buurt werd achterhaald. Veel van die badhuizen werden begin jaren 60 gesloten. Huurders kregen van hun huurbazen (net als wij) vaak een doucheruimte ingebouwd en hoefden dan niet meer wekelijks naar die gemeente-badhuizen. Tijdens de bouw van die prive-badruimte (veelal in de keukens van toen) en het gesloten worden van de bekende adressen, moest je dan op zoek naar een alternatief. Voor ons was dat dan de in de Pijp gelegen Albert Cuypstraat. Heel anders van inrichting, wel dezelfde opzet. Maar ook die faciliteit werd uiteindelijk gesloten. Gelukkig hadden wij toen die douche in huis. Welk een luxe. Met een geiser werd koud water in een boiler verwarmd, en dan kon je douchen. Maar ook weer niet te lang want dat vat bevatte naar ik meen 120 liter water en als je er dus te lang onder stond had de volgende bader geen warm water mee. Dat was op enig moment wel even zoeken naar de juiste verhoudingen. Letterlijk en figuurlijk. De Gemeentelijke Badhuizen werden intussen allemaal omgebouwd tot een ruimte met een volledig andere functie. Sommige zijn nu atelier, er zitten soms restaurants in, winkels en zo meer. De gebouwen en opschriften bestaan nog, de functie anno 2024 totaal anders. Maar de luxe van dat warme water en die zeep van toen staan me nog altijd bij. Net als die vrij grove handdoeken. Maar ja wat wilde je, kostte toen een kwartje of zo. Omgerekend naar nu nog geen 15 eurocenten. Daar valt tegenwoordig niet meer voor te douchen….Slechts de waterbesparing bleef. Passend bij de tijd dat wij als we niet te lang onder die douche staan de planeet zullen redden…. (Beelden: Internet/Amsterdam op de Kaart)

Verjaardagstress….

Verjaardagstress….

Een dezer dagen is het weer zover. De verjaardag die in mijn geval altijd kort na de jaarwisseling valt. Tegenwoordig vooral een koestering van alweer een jaartje ouder, maar in vroeger tijden toch vooral een dag waar je lang naar uit keek. In een gezin opgegroeid waarin leasevader en moeder veelal hard werkten was er weinig tot geen aandacht voor het zielenheil van de kinderen. En voor cadeautjes moest je het hele jaar ook niet echt langs komen. Koesteren wat je had en dat was veelal niet te omvangrijk. Andere tijden, zeker andere zeden.

Een maand eerder kwam de Sint vrijwel altijd langs, liet dan (onze)wasteil achter met een volle lading pakjes, maar veel van de geschenken daarin kenden vooral een praktische waarde. Sokken, ondergoed, een letter, wat andere snoepwaar. Maar ach, je kreeg warme chocolademelk en iets lekkers en was tevreden met wat die oude malloot uit Spanje had meegenomen. Wisten we veel. Maar die verjaardag kort daarop moest wel iets bijzonders worden.

Zo at ik ooit mijn eerste patat-frites, zelf gesneden en gebakken door mijn moeder, op een van die verjaardagen. Traditie die ze overnam van andere ouders in onze straat. En zeer gewaardeerd. Op enig moment was ik into de Dinky Toys en zette ik zo’n (toen best duur)model op mijn verlanglijstje. In de wetenschap dat als leasepa nog wat over had gehouden aan zijn autohandel het gegeven model groter zou zijn dan in de tijden dat het even niet zo lekker liep.

Maar in alle gevallen koesterde ik die giften met even groot enthousiasme. In de dagen voor de verjaardag keek ik zelf al bij de niet ver van huis gelegen speelgoedwinkel in de etalage waar die nieuwe Dinky’s vaak stonden uitgestald. En als er dan een van die uitverkoren modellen op die bewuste verjaardag mooi ingepakt mijn kant op kwam was ik zielsgelukkig. En koesterde ik die modellen met alle kinderlijke kracht. Later deden ze vaak dienst in de familie. Van generatie op generatie. Om op enig moment weer terug te komen in mijn handen om te worden gerestaureerd tot meer dan behoorlijke en bijna nieuwe conditie.

Later werden de cadeau’s talrijker, de economische situatie beter en ik ouder. Het verlangen naar cadeau’s minder groot dan dat naar goed gezelschap. Want hoe meer mensen langs kwamen des te geliefder was ik…toch? Nou dat viel soms best tegen. Verplichting en sleur maakte dat sommigen kwamen, zoals ik zelf vanuit dezelfde instelling ook verjaardagen van anderen bezocht. Intussen zijn die verjaardagen gespreide, rustiger dagen van bezinning. Het cadeau wat ik wil ontvangen koop ik veelal zelf omdat het dan meer bij me past dan zo maar iets uit een goed hart…. Verwend? Zeker! En koesteren doe ik het uberhaupt. En ook al omdat er nog steeds mensen (en huisdieren)om me heen zijn die liefde geven, al die jaren bij me bleven en zelfs waar nodig op visite komen….. Alleen lig ik er nu niet meer van te voren wakker door, zoals dat vroeger wel het geval was. En hoe is dat bij mijn trouwe lezer(essen)s?? Verjaardagen stressvol of juist niet?? Ben benieuwd… (Beelden: Archief)