
Kijk, ik ben een echte Amsterdammer. Ben daar ook best trots op. Ook al hebben we nu het slechtste stadsbestuur ooit, zijn de straten vies, is het centrum druk, we vieren als stad wel ons 750-jarig bestaan. Iedere echte Amsterdammer op zijn eigen en unieke wijze. Feestjes op de snelweg (om zo het verkeer te frustreren) laten we over aan de semi-communisten in de Stopera. Maar een bijkomend geluk van die verjaardag is wel dat er over onze stad dit jaar heel wat zeer fraaie boekwerken zijn verschenen die ons mee terug nemen naar een tijdperk waarin de gemiddelde echte Mokummer zich zeker goed zal herkennen. Een van die boeken kocht ik mij begin dit jaar bij de bekende boekhandel Venstra in Amstelveen. Titel: Amsterdam in kleur 1950-1970. En dat bleek een goede aankoop. Een boek vol met kleurenopnamen uit een periode waarin onze stad de wederopbouw van na de oorlog doormaakte maar ook de periode van de flower-power en zo meer.

De kleurenfoto’s veelal afkomstig uit prive/museale bronnen, soms van eerste dia’s en dus op de typerende wijze van dat toenmalige materiaal gekleurd. Als je het boek doorneemt (in Nederlands/Engels qua teksten) zie je de stad waar ik nog steeds van hou. De straten, de kroegen, de (ook toen al) drukte qua verkeer, de mensen die in die periode nog in de stad woonden. Je ziet de totaal andere kleding, ontdekt winkels en ketens die er al lang niet meer zijn. Een cultuurschok soms. We keken indertijd uit naar de toekomst, maar beseften niet wat die met deze stad zou doen. Je ziet de havens, de vele scheepswerven, de werkgelegenheid droop nog van de kades langs het IJ. Het boek is geschreven en bewerkt door Marit Kout en Aad Windig, is een uitgave van W Books, is hardcover, telt 208 pagina’s en kost je net geen 3 tientjes. Het ISBN-nummer is 978 94 625 8664 2. Iedere liefhebber of Amsterdammer zou het in huis moeten hebben. Vandaar dat ik het dus kocht…. (Beelden: Archief)






Laat je in geval van een creatieve opwelling s.v.p. niet verleiden tot de evt. gedachte dat een boek schrijven een kwestie is van ‘even doen’. Zo is het echt niet. Je zult vooraf toch een plan in de bol moeten hebben over wat je precies wilt opschrijven, waarover het gaat, waar het toe leidt en of lezers het zouden willen lezen. Of je moet het voor jezelf doen, als een soort dagboek. Dan ligt het anders. Hooguit dat je later op hoge leeftijd nog eens terug kijkt naar je eigen dwaasheden of dwaalgedachten. Ik heb er wel een paar auteurs leren kennen in de achter ons liggende jaren die juist op basis van deze gedachten een boek wilden opzetten en/of laten uitgeven. En dat nog deden ook. Het ging vooral over hun manier van persoonlijk denken en leven en hoe ‘geweldig’ ze eigenlijk wel niet waren in de ogen van straat- of klasgenoten. Er zijn vast familieleden die het met plezier gelezen hebben, ik had er zelf vaak minder mee. Voor hen die niets hebben met het autovak zal ook mijn nieuwe boek waarmee ik nu in de serieuze afwerkingsfase zit een brug te ver blijken. Het is mijn derde schrijfwerk dat in deze drukvorm moet verschijnen. Alle bladen waaraan ik meeschreef uit het verleden niet meegerekend.
Omdat het iets vertelt over mijn leven, carriere en manier van beslissingen nemen op cruciale momenten. Maar ook over mijn kijk op het automerk dat nog het meest van allemaal kon rekenen op mijn loyaliteit. Door dik en dun, of dat nu soms handig was of niet. Je bent echter een ware gelovige of je bent een heiden. En velen zijn in mijn ogen heidenen gebleken. Ik reken er in de tekst mee af. Soms op hopelijk humorvolle toon, dan weer op een wat kritischer manier. Ik ben heel wat uitvinders van wit garen en buskruit tegen gekomen in mijn werkzame leven. En wie mij kent weet dat dit zelden leidt tot een goed ‘huwelijk’. Nee, dat levert of leverde strijd op. Een strijd die het boek naar mijn idee onder meer prettig leesbaar maakt. Ik heb uiteraard het nodige beschreven over de geschiedenis van het merk met de vliegende pijl in het logo door de jaren heen. Over perioden van grote bloei, over het communisme en de invloed die dat had op ontwikkeling en kwaliteit bij een merk dat al teruggaat qua geschiedenis tot de 19e eeuw.
Ook over hoe een overname door VW in 1991 leidde tot een sterker merk dat op weg is naar een jaarlijkse productie van 1,8 miljoen auto’s en een verkoop in bijna 100 markten over de hele wereld. Dat kwam niet zo maar tot stand, daar moest soms heel hard voor geknokt en gewerkt worden. En dat alles vloeide mij redelijk simpel uit de toetsenborden van de computers waarop ik het verhaal schreef. Met die peilers in gedachten die ik eerder noemde. Plan, doel, lezers! De tekst is klaar, het zoeken is nu naar correcties, naar taal- en stijlfouten, leesbaarheidsoordelen en later ook naar de goedkeuring door een van de mensen die met mij een deel van die geschiedenis invulden. Afbeeldingen heb ik intussen ook uitgevogeld. In het vroege najaar even praten met een uitgever. En dan zien wat het eindresultaat is. Dat moet dan geintroduceerd, verkocht, uitgelegd wellicht. En daar prepareren we ons dan maar op. Want een boek is niet zo maar even een dagboekje schrijven, het is hard werken. Na vier jaar werken kan ik dat beamen. Wish me luck! En als het er is meld ik dat ook hier zeker even… (Foto’s: Skoda A.S./auteur)