Al eerder berichtte ik over onze plannen die we dit jaar smeedden, het huis te voorzien van een soort facelift. Wat meer isolatie, moderniseringen en zo meer. Maar wel moesten we gewoon kunnen blijven leven tijdens die gebeurtenissen. Immers even onderweg met de katten bij ons is ook niks, al werd het door de lieve vriendin uit het Zuid-Hollandse meerdere malen aangeboden. Dus door de afgelopen weken heen werd van alles en nog wat gedaan terwijl wij op een eilandje van pakweg 25m2 samenhokten. Een nieuwe elektrische verwarming in de keuken, inductiekookplaat en verwijdering van het gasstel dat ons tien jaar diende. Aanleggen nieuwe elektra was nodig, want zo’n stel stroomverbruikers vraagt professioneel ingrijpen van een ons bekende installateur. Nou toen dat klaar was werd het wachten op de mannen (werken geen vrouwen in die handel..) van de kozijnen en nieuwe HR++-ramen.
Volgens plan zouden die eind oktober verschijnen, maar dat werd plotseling een week of twee eerder. En dat gaf best extra stress. Want dan moet je versneld kamers leegruimen, en de oppervlakte waar je zelf verkeert verkleinen tot hooguit een fractie van de normaal beschikbare woonruimte. Daarbij moesten we steeds zorgen voor een ‘saferoom’ ten behoeve van de poezenkinderen. En die werden daar niet blij van. Dat het tijdens de werkzaamheden regende en kil was maakte het verhaal nog niet zo comfortabel wellicht, dat je eigenlijk nergens meer een redelijke eigen plek vindt werkt als zeer ontregelend. En je zit er een dag of 6/7 bovenop. 2-3 kerels in je huis, die breken, zagen, kloppen, boren, schuimen, kitten, maar vooral ook dwars door je kamers lopen en dat soms ook nog met vieze schoenen, (ze deden hun best om die schoenen steeds te vegen hoor…) maakte dat vrouwlief bijna wanhopig werd en ik vooral berustend.
De katten gilden intussen de hele dag om hun vrijheid. Voor hen waren die geluiden ook wennen. Los van een meetfout waardoor we op een huiskamerraam flink langer moesten wachten verliep alles vanuit de leverancier volgens plan en werkte men bijna alles keurig af. Vier kamers, keuken en gang, want nieuwe voordeur, kregen ze in die periode toch mooi af. Het oogt trotsmakend. Je betaalt er wat voor maar krijgt er ook iets voor terug. Deuren met wel 5 slotverbindingen die aanvoelen als een kluis, ramen met nieuwe horren, vensterbanken, kortom alles volgens plan geleverd en prachtig van kwaliteit.
Daarna moesten wij zelf weer zien ons huis te herpakken. Dat duurde bijna even lang. Ik werd zelfs een beetje klusser. Want moest alle raambedekkers (op)nieuw installeren, ik zorgde voor een nieuwe deurbel die nu op afstand werkt zonder draadjes, vrouwlief maakte alles stof/grijsvrij. En toen we samen daarmee aan de slag waren bleek dat echt alles onder zat, ondanks alle voorzoorgsmaatregelen. Dat breken is geen pretje. Maar goed, we zitten er weer warmpjes bij, de eerste fase is klaar en we kijken uit naar de winter als we kunnen zien hoeveel het allemaal gaat schelen. Het lijkt nu al comfortabeler in huis. En de sleutelbos is maar liefst vijf sleutels lichter dan voorheen. Dat scheelt toch veel. Maar of we de volgende verbouwing weer gaan doen terwijl we zelf trachten in huis te blijven zitten is de vraag. De politieke discussies lopen al. Maar eerst dit even verwerken. Zou er in Zuid-Holland nog een plekje zijn?? (Beelden: Yellowbird okt.2019)






Kijk eens naar een aflevering van dat programma en je doet een slot extra op je voor- en achterdeur. Nederland verliest daarmee haar kenmerkende karakter. Bij ons zelf was dit gedrag al veel langer gemeengoed geworden. We woonden ooit in de Bijlmermeer en daar was ieder flat zo’n beetje Fort Knox! En niet ten onrechte. Opslagboxen, auto, bergkamers, en uiteraard de flat zelf, alles moest het ontgelden. Voor de lieden die dat inbraakwerk deden was het naar eigen verklaring een bron van inkomen, voor de huur betalende bewoners een en al ergernis en meteen ook stress veroorzakend. De nieuwe samenleving stelde zich in die jaren aan ons voor en verliet ons daarna nooit meer. Het naïeve denken van de jaren 60 maakte plaats voor het realisme van de jaren tachtig en daarna. In onze huidige woonstraat is niet zo lang geleden een leuk jong stel met twee kinderen komen wonen. Fransen, Italianen, niet geheel duidelijk. Wel tweeverdieners met een goede baan bij een paar grote bedrijven. En die laten de hele dag en avond hun ramen onbedekt. Zoals het volgens hen hier te lande vermoedelijk hoort. Een gidsland op dit gebied. Zal na een onverhoopte slechte ervaring wel over gaan. Maar verfrissend is het allemaal wel….(Beelden: Yellowbird photo/archief)
Ik weet nog goed dat wij vroeger als we een reisje maakten altijd letten op de luxe van een hotel. Mijn moeder was van die dingen. Thuis werd er een jaar lang gesappeld voor een redelijk inkomen en als ze dan een paar dagen vrij was moest er iets van luxe zweven rond die vakanties. Meestal in het Limburgse land waar ze zo gek op was en waarmee ze ons, als kinderen, ook besmette. Maar dat gold ook voor de hotels. Er moest een goede kamer zijn, met een bad faciliteit die beter was dan thuis, een restaurant dat in staat was een paar meer dan acceptabele maaltijden te verzorgen waarbij het ontbijt een feest moest zijn. Toen ik zelf op een leeftijd kwam dat ik reisjes ging maken was de vereiste voor de logeerplek min of meer gelijk. En nog steeds! Ik ben niet van de magere armoede. Een kamer moet ruim zijn, schoon, voldoen aan de laatste criteria en er moet als het even kan een bad in zitten.
Tv is leuk en als er ook nog iets van uitzicht bij zit vind ik dat wel een plus. Dat er een ontbijt wordt geserveerd dat je als overdadig mag beschouwen is een normale verwachting. Ik betaal ervoor dus wil dat dan ook geserveerd krijgen. Toch iets dat in de genen is meegegeven. Nieuw op het verlanglijstje, gratis en goede Wifi op de kamer of tenminste in het hotel. We maakten een paar maal mee in de afgelopen jaren dat die Wifi lastig te vinden was of tegen betaling voor een beperkt aantal MB’s. Een afrader van jewelste. Kom ik echt niet meer terug. En ik ben niet de enige zo blijkt uit een recent onderzoek door het vakblad ‘Zakenreis’. Welke voorzieningen wilt u op uw kamer zien was de vraag en het antwoord verbaasde me niet.
Veilig Wifi staat helemaal bovenaan bij 70% van alle reizigers en dan ook nog een van de beveiligde soort. Dat geeft wel aan dat de moderne reiziger heel anders onderweg is dan de vroegere. Daarnaast wil men ook een comfortabel bed (80%), een goed uitzicht telt ook mee. Dat een kwart van al die deelnemers aan het onderzoek een regendouche wil snap ik nog wel. Het laatste hotel dat wij benutten, afgelopen maart, had zo’n ding en ik moet zeggen, zalig! Als er dan geen bad is, dan liefst wel zo’n douche die zorgt voor een groot comfortgevoel. Onze eisen veranderen, hotels passen zich aan. Zelfs budgetketens als Fletcher doen aan upgrading. Die ervaring met zo’n hotel van die keten in Limburg ruil ik graag in voor een veel betere in het Brabantse land, waar bleek dat men bij Fletcher goed snapt hoe de eisen zijn veranderd. Comfort is alles en daar behoort dat Wifi gebruik net zo bij als een goede badkamer met alle luxe. Al was het maar omdat we thuis ook zo verwend zijn geraakt. Al moet ik dat bad nog eens bouwen. Met ingebouwde Wifi wellicht….