
Morgen gedenken miljarden mensen dat precies 2024 jaar geleden een echtpaar onderweg naar Bethlehem uiteindelijk terecht kwam in een oude schuur voor het vee van toen en dat de vrouw van dit stel in die omstandigheden het leven schonk aan een klein kind dat tot in onze tijden zijn naam en verhalen zou blijven uitsturen. Jezus Christus zijn naam en Maria diens moeder. Vanuit het Bijbelse verhaal weten we dat die Maria bevrucht was zonder ontmaagding, een wonder op zich, hoewel tegenwoordig nog wel eens wat vrouwen met allerlei medisch/technische hulp op dezelfde wijze zwanger weten te worden.

Het is en blijft een prachtig verhaal natuurlijk en het raakt mij nog altijd meer dan het ge-hohoho van die door Coca Cola bedachte neef van Sinterklaas in zijn arrenslee die door de lucht vliegt. Die past meer bij de traditie van cadeautjes geven en zo meer, behorend bij de familie waartoe ook onze eigen Sint wordt gerekend. Dat wat heiliger verhaal wordt uiteraard in landen met een christelijke traditie uitgebreider gevierd dan die latere variant, al moet gezegd dat je tegenwoordig in sommige kerken ook kerstbomen ziet verschijnen. En die stammen veel meer uit een Noord-Europese traditie waar het Midwinterfeest al vele eeuwen lang werd en wordt gevierd. Bomen met stalletjes er onder, ook dat is passend bij onze manier van Kerstmis vieren.

Dat we meteen vieren dat de dagen weer langer worden en over enkele maanden de duisternis van deze periode weer plek maakt voor het nieuwe licht van de zon is wederom mooi meegenomen. En past ook volgens de kerkelijke traditie bij dat nieuwe licht dat Jezus als verlichte profeet zou komen brengen. Waarbij zijn dood, op jonge leeftijd, uiteindelijk zou leiden tot de verlossing waarnaar de toen zo geplaagde wereld indertijd volgens de Bijbel snakte.

Maar dat is niet iets voor deze Kerstdagen. Die gaan over die geboorte van dat Kerstkind en de mare van de onbevlekte ontvangenis. Als kind kon ik er aardig over peinzen, hoe is dat dan gegaan? Maar ja, nu het geloof niet echt meer een rol speelt bedenk ik maar niet hoe Maria aan die zwangerschap gekomen is. Immers, haar zuiverheid is weer van groot belang voor hen die juist haar een warm hart toedragen. En wellicht terecht. Hoe dan ook, morgen is het weer Kerstmis en gedenken we dat evenement van 2024 jaar geleden. Ik neem aan dat jullie dat allemaal op je eigen en persoonlijke wijze zullen doen. Vier ze, eet ze, en geniet. (beelden: archief)


Mijn lieve vriendin Thamara roerde onlangs tijdens een ‘stichtelijk gesprek’ over normen en waarden in het geloof waarin zij dagelijks leeft, ineens de woorden aan van de Bijbelse koning Salomo. Volgens de vaak gebruikte Bijbel een voor die tijd ultrarijke vorst met maar liefst 1000 vrouwen (800 echtelijke en 200 vriendinnen..) die ook nog eens een rechtstreeks lijntje had met Jaweh, de God uit die dagen. En die God was niet mals als het ongelovigen betrof. De Hel was nog het minste wat je werd beloofd wanneer je als gelovig mens de regels met voeten trad. Maar dat deed Salomo niet. Hij leefde weliswaar naar de letter van zijn Heer en Meester, maar genoot intussen ook van het leven. Zijn vrouwen kwamen overal en nergens vandaan. Ook de dochter van een Egyptische Farao was de zijne. Al was die dan vooral bedoeld om vrede tussen de volkeren van Israel en dat oude keizerrijk aan de Nijl te handhaven. 
Dan gaan we naar de Hemel of de Hel naarmate je gelooft in die zaken. Voor hen die niks geloven was dat advies van Salomo wellicht niet meteen gericht, maar wel een om te onthouden. Zowel de Joden als de Christenen verwijzen graag naar Salomo en ook in latere spreekwoorden komt de man nog wel eens voor. Als grote wijsgeer. Wellicht door zijn verlichte gedachten over het leven? Archeologen en twijfelaars aan de religieuze teksten hebben ook nog eens gekeken naar die Salomo. Ontkwamen niet aan de veronderstelling dat hij wellicht meer mythe dan realistisch figuur was. De geschiedenis van het land waar hij zou hebben geleefd geeft geen onderbouwing voor zijn bestaan. Iets minder kritisch bekeken is hij wel bestaand geweest, maar was dit in een ander (recenter) tijdperk. Blijft mijn verbazing over een man die 1000 vrouwen moest bedienen.
Ik kende ooit iemand die er 7 tegelijk op nahield en daar echt letterlijk ziek van werd. Zo vermoeiend, en al dat onthouden. Wanneer met wie en waar. Met 1000 stuks is dat toch wel wat anders. Al deed hij er zijn hele leven over, dan nog….Vrouwen zijn anders dan mannen. Begeerlijk, zeker, maar soms ook vermoeiend. Sorry lezeressen, maar wij mannen zijn niet zo van de roddels en kleinigheden die worden opgeblazen tot enorme proporties. Wij willen erkend en verwend worden. Dan krijg je dat als vrouw vanzelf terug. Mannen zijn zo lief als een lammetje als we lekker te eten krijgen, complimenten ontvangen, gezien worden als een vorst in ons eigen koninkrijk. Vrouwen die dat doen hebben een goed leven. Wellicht trainde die Salomo zijn vrouwen wel op dat punt en is daardoor het idee ontstaan dat hij wijs en lief was. En geloofde in de ware liefde…die voor zijn God. Die keek en zag dat het goed was. Waarom dan al die andere passages in de BIjbel waarin elk wangedrag wordt veroordeeld? Ik moet die vraag toch eens aan iemand stellen die net zo wijs is als Salomo. Maar probeer die maar eens te vinden……Overigens werd die Salomo maar net aan 60 jaar oud. Een bewijs voor mijn stelling dat al die vrouwen heel vermoeiend zullen zijn geweest… (Beelden: Internet)
Voor veel mensen is 1953 ver voor hun tijd, of ze zijn het jaar bijna vergeten. Maar in Zeeland wordt het verhaal van dat rampjaar doorgegeven via de anekdotes die van generatie op generatie overeind blijven of uitvergroot. Onlangs was ik voor het jaarlijkse uitje in die natte en vooral vlakke provincie voor het eerst in het plaatsje Stavenisse. Oorspronkelijk een eiland tot die enorme springvloed Tholen en St.Philipsland te pakken nam. Het geisoleerde Stavenisse liep compleet onder. Waar elders in die hoek mensen natte voeten kregen stond men in Stavenisse relatief snel tot de nek in het koude water en werd een deel van het plaatsje compleet van de aardbodem geveegd. En dat ging zo snel dat heel wat mensen het leven verloren. 8,8% van de bevolking. En heel wat koeien, schapen en ander vee. Ook erg was dat zij die dat nog konden voor zover mogelijk in pyjama of nachthemd vluchtten naar hogere punten die indertijd slechts te vinden waren in de kerktoren of het stadhuis.
Daar huisden op enig moment tijdens die ramp tientallen mensen in de kou maar wel beschermd tegen het wassende water. Hulp kwam niet of veel te laat, Stavenisse werd 8 dagen lang min of meer vergeten. Om dit verhaal levend te houden bestaat er in het oude gemeentehuis een soort mini-museum dat men aanduidt als het Watersnoodhuis Stavenisse. Voor een luttel bedrag krijg je daar een gids mee die je via allerlei simpele hulpmiddelen en een hoop enthousiasme uitlegt wat daar in Stavenisse plaats heeft gevonden. Het lieflijke plaatsje van nu was toen een en al ellende. Maar de gids maakte het verhaal mooi, zakelijk en to-the-point. Hij showde de lage en hoge plekken, maakte beeldend hoe op de kamer waar het grootste deel van de expositie te zien is wel 80 mensen op elkaar gedrukt stonden te kijken naar hoe hun huizen of boerderijen compleet werden weggevaagd door het woedende water.
Geen dijk leek bestand tegen deze oerkrachten. Als je wilt kun je in een filmzaal beelden bekijken over de ramp die dit plaatsje tekende. Zodanig dat we er nu nog over kunnen horen of lezen. Door middel van een gids die er alles aan deed om duidelijk te maken hoe zijn opa en oma, maar ook zijn vader en moeder moeten hebben geleden onder alles wat hier plaatsvond. Want bij de uitgang gevraagd naar zijn leeftijd, vertelde hij dat hij net 15 was geworden. Kijk, als dat niet het bewijs is dat men het hier aan mekaar doorgeeft, dan niks. Men moet nog even kijken naar de Nederlandse taal, want de D en T zijn nog niet helemaal goed gebruikt op sommige plekken. Maar ja, kniesoor die daar op let. Het verhaal werd heel goed verteld. Complimenten op zijn plek voor de jeugdige gids! Mocht je in de buurt zijn, ga zeker even langs daar.