
Geloof is een persoonlijk iets. Of je nu gelooft in God, Allah, Jaweh, of het ondergaan van de wereld door een klimaatverandering dan wel een of andere oorlog. Altijd zit dat geloof in de geest. En dat kenmerkt ons mensen al eeuwen lang. We leven er naar, voeren er oorlog voor of vinden het niet gek om er anderen mee te onderdrukken. De recente geschiedenis laat dit in alle heftigheid zien. Maar er zijn ook fraaie kanten in dat geloof. Zo kent de oer-kerk van de Katholieken naast de strenge drie-eenheid van God de Vader, zoon en heilige geest nog een figuur die door velen in die kerk wordt aanbeden. De Heilige Maria, moeder van Jezus. Neem een kijkje in een van de overgebleven katholieke godshuizen en je ziet wat ik bedoel.

Maria wordt gezien als een oervorm van onbaatzuchtige liefde, maar ook als bron van genezing. Dat wordt haar al heel lang toegedicht en zo ontstonden diverse bedevaartsoorden waar men deze hemelse dame vol devotie aanbidt en vraagt om vergiffenis of genezing. Een van die oorden is Lourdes, gelegen aan de Franse kant van de Pyreneen. Vanuit heel de wereld reizen mensen af om daar te drinken van het vermeend genezende (en gezegende water) en door een bezoek aan de grot waar zij ooit in 1858 zou zijn verschenen aan de inmiddels heilig verklaarde boerendochter Bernadette.

Dat kind was toen 14 jaar en de verschijningen en opdrachten die zij kreeg werden later zowel door de Kerk als wetenschappers onderzocht op hun waarheidsgehalte. Iets verder in de tijd zou men geen enkele twijfel meer hebben aan het fenomeen en werd Lourdes de plek die het nu nog is. Een stad vol hoop voor hen die juist die hoop naast hun geloof nodig hebben. Er zouden ook wonderbaarlijke genezingen hebben plaatsgevonden en ook die zorgen weer voor extra bezoekers. Onlangs zag ik een documentaire-reeks die werd gemaakt door zangeres Francis van Broekhuizen.

Deze dame die ik in het recente verleden normaal vooral als vervelend vond overkomen maakte in dit geval een zeer integere reeks persoonlijke beelden van hen die naar Lourdes komen in de hoop dat hun leven nog een beetje dragelijk zou worden en hun pijnen weggenomen. Sommige daarvan waren ook geestelijk ontwricht door plotseling verlies van naasten of grote liefdes. Van Broekhuizen bleek overtuigd katholiek en helpster van het eerste uur. Zij droeg bij aan de sfeer, zong (niet te fraai) een liedje voor de aanwezigen bij een grote Mis. Maar was vooral gids voor tv-kijkers die Lourdes wellicht niet zo goed kennen. Duidelijk werd dat deze plek ook een toeristische trekpleister is, getuige de vele hotels, horeca en souvenirshops. Bussen en vliegtuigen vol bezoekers komen hier jaarlijks langs en de stad zal er zeker haar statuur aan ontlenen. Maar wat mij vooral opviel was de devotie. Ware gelovigen kennen dat. Die geloven in een wereld vol warmte, nemen geen afstand van anders denkenden (wie niet gelooft in de Heilige Maagd moet dat zelf weten..) en proberen dat gevoel mee terug te nemen naar huis. Net als jerrycans vol geneeskrachtig water. Want de bronnen in dat stadje worden uiteraard afgetapt omdat ook daar weer een genezende werking aan wordt toegekend. Ik vond het een prachtig verslag van een vrouw die heel andere talenten liet zien dan die zij normaal op tv showt. Een kant die haar naar mijn mening ook veel beter past. En dat is iets waar ik in dan weer in geloof. Hoe dan ook, het ware geloof bestaat nog steeds. Kunnen al die namaak-religieuzen met hun haatzaaierij nog iets van leren. Maar dat is een ander verhaal… (beelden: Internet)


Zoals elk jaar reisden we ook dit keer weer met onze Soester vrienden richting een van de Duitse steden om daar van de altijd aardige Kerstmarkten te genieten. De aankleding van die steden is ook altijd warmer en leuker dan waar ook in Nederland en de combinatie met de altijd goed gevulde winkels maakt die trips het onthouden waard. Dit jaar viel de keuze op Keulen. Prachtig gelegen aan de Rijn, gezellig, en met diverse kerstmarkten die verspreid over deze stad te vinden zijn. Ons hotel lag wat buiten het centrum aan de andere kant van de Rijn, dus waren we aangewezen op het Openbaar Vervoer. En dat functioneert in Keulen toch wat anders dan in andere steden die we bezochten. Het was vrijwel ondoenlijk om een kaartje voor vier personen uit de automaten te halen die in de voertuigen te vinden zijn.
Het menu bleek onbegrijpelijk. Maar met wat hulp (..) van een controleur van dat OV lukte het ons om een kaartje te kopen. Daarna moesten we dat kaartje op vier plekken afstempelen. Onze oude strippenkaart in het kwadraat. Na zes halten waren we dan in het centrum, stonden op de Neumarkt en waren meteen in het kerstgewoel. Want op de Neumarkt staat een van die genoemde kerstmarkten. En meteen ook een leuke. Het centrum van Keulen bruist er omheen. Alle bekende grote winkels zijn er te vinden, er zijn diverse overdekte promenades, en er is de Dom. Wie in Keulen is moet daar even gaan kijken.
De grootste kerk van Duitsland en eenmaal binnen zie je pas hoe groot dat gebouw is. Alles is daar gratis te bezoeken, maar de bijbehorende schatkamer kost geld. Geen geld kost het om je heen kijken. Devotie komt in alle vormen, kleuren en maten zagen we, zeker in de buurt van het befaamde Maria-altaar, waar een zee van kaarsjes brandt. Wij deelden mee in die lichtopbrengst, want er zijn altijd mensen die het lastig hebben (gehad) en dan mag een extra prevelementje wel even. Naast de Dom ook weer een kerstmarkt. En zo bezochten we er meer. De sfeer is er top, de stalletjes gevuld met allerlei kunstzinnigheden en niet met braderiemeuk zoals we dat hier zo vaak zien. Keulen is een leuke stad. Druk ook. Heel anders dan we wel eens meemaakten in andere steden rond deze tijd. Er hangt een zekere chique zonder de protserigheid die Düsseldorf ons een paar keer bood. Leuke bestemming. Bedenk wel waar je wat wilt eten overigens, want de horeca is er bepaald niet voordelig. Een glas (goede) rode wijn voor bijna 10 euro schenkt men zo maar voor je in als je niet oplet. En dan dat OV….Maar verder?? Aanrader die stad aan de Rijn.