
Wie iets heeft gedaan, gezegd, vermeden of wat ook waar anderen zich aan hebben gestoord, geergerd, of zelfs verdrietig van werden, maakt tegenwoordig gewoon excuus en komt er soms mee weg. In normale situaties tenminste. Je geeft mekaar een hand, kus of knuffel en leeft weer verder. Ik heb in het verleden zelf nog wel eens excuses aangeboden voor iets wat ik beter niet had kunnen zeggen of zo, zelden leidde dat tot al te grote problemen. Omgekeerd accepteerde ik ook wel eens excuses van iemand die me iets had geflikt wat mij echt zeer deed. Maar ik ken voldoende mensen die in wat ze me aandeden nooit reden genoeg vonden om daarvoor later excuses te maken. Zo verliep een zakenrelatie van jaren tot een ijskoude afstand toen de andere partner in ons verband meende om mij om mijn afkeer van extreemlinkse politici met bepaalde uitdrukkingen te duiden die echt recht op de persoon waren gericht. Ik sloot direct de luiken en heb de man buiten mijn netwerk gehouden tot op de dag van vandaag.

De handel die we samen deden en waarvan juist hij het meest profiteerde was geen reden voor hem excuses aan te bieden. Het zij zo. En mijn ingebakken trots maakt het met de jaren steeds lastiger omgekeerd een weg te bewandelen die tot een gesprek kan leiden. Zo was er ook een chef die me iets flikte waarbij hij zeer ten onrechte een conclusie verbond die mijn carriere indertijd beschadigde. Hij was volkomen verkeerd geinformeerd en deed wat hij nodig vond zonder de feiten te kennen. Het gevecht daarna werd stevig gevoerd en kostte hem veel geld. Na een paar jaar kwam ik hem weer eens tegen en sprak hem daarop aan. Beiden zaten we in een andere fase van ons leven en het ging ons verder goed. Hij hoorde me aan, vond het prima dat ik hem er op aansprak maar een excuus bleef uit. Dat verbaast me nog tot op de dag van vandaag. Maar die verbazing geldt ook voor excuses die onze regering links en rechts uitdeelt aan groepen en landen waar in het verleden wellicht iets mee of bij fout is gegaan.

Zo waren er excuses voor die mensen in voormalig Joego-Slavie. Of die aan mensen in Atjeh waar het Nederlandse leger indertijd extremistische moslim-rebellen bestreed. Altijd gevolgd door de claims op schadevergoeding vanuit die kant waarop de excuses waren gericht. Maar dat geheel kreeg een overtreffende trap toen onze premier, ongetwijfeld onder druk van het abjecte D66 in de regering, excuses ging maken aan de gebieden waar ooit in het verleden slavernij had geheerst. Nu was Nederland op dat punt een klein landje en/of dader, maar toch. De veelal Surinamers die het betrof wilden die excuses niet. Die wilden boetedoening en vooral schadevergoedingen. Te betalen door mensen die nooit iets verkeerds deden aan hen die nooit echt leden. Voor een enkel eilandbestuur in de Caraiben waren excuses ook prima, maar of we dan wel even de miljardenschulden die men bij ons had wegens wanbestuur of wat ook, wilden kwijt schelden. Excuses dus, goed bedoeld maar verder uiterst naief. En ook volstrekt afbreuk doende aan de ellende van de arbeiders in ons eigen land een eeuw terug. Of de overheersingen en onderdrukking door vreemde machten die in ons land huishielden en heel wat slachtoffers maakten. Maar daar praat men in Den Haag liever niet over. Te lastig. Net zoals we ook de Molukkers en Papoea’s geen excuses gunden. Nee, als ons blazoen richting de slavernij maar zuiver is. Ook al kost dat tientallen miljarden…. Mocht je het niet met me eens zijn, sorry….ik moest het even kwijt. En nee, ik betaal geen schadevergoedingen…. Ben net die halstarrige ex-zakenpartner en chef. Wie zwijgt stemt niet toe….(Beelden: Prive-collectie)



Ik kreeg de afdeling Kredieten toegewezen en kwam daar terecht als ‘jongste bediende’. Dat was behoorlijk hard werken. Administratief licht werk, afgewisseld met sjouwen van dossiers. Ook bijhouden van een index kaartsysteem. De computers van nu kwamen pas een paar jaar later in zwang. En waren toen net zo groot als die hele afdeling waar ik indertijd acteerde. Ik deed mijn werk samen met een stuk of zes recruten afkomstig van soortgelijke scholen als ik doorlopen had, die werden ingewerkt door lieden die al een jaartje langer op die baantjes hadden gezeten. Na een jaar werken schoof je dan zelf een stukje omhoog in de hiërarchie. In dat eerste jaar stelde je niet zo veel voor. Het was buffelen voor je geld en dat geld viel niet zo mee als je achteraf kijkt wat je dat eerste jaar in het loonzakje kreeg. Fl. 87,50 bruto! (omgerekend naar nu E. 40,00) Daar hield je dan iets van zeven tientjes aan over. Per maand! En daarvoor moest je echt nog pezen! Niks respect, niks aanzien, gewoon jongste bediende! Ik leerde er veel. Na een jaar buffelen schoof ik dus ook een plekje op. Andere administratieve handelingen, nieuwe taken, minder druk op de ketel. Ik begon me daar dan ook echt senang te voelen. Er verschenen ook nieuwe ‘’dames’ op de afdeling die me interesseerden. Want ook bij de (strikt gescheiden) vrouwenafdeling ging die opvolging zoals bij de jonge mannen. Elk jaar nieuwe aanvoer. Er vielen overigens ook mensen af die het niet vol hielden. Het was ook best zwaar.