Alles achter….

Alles achter….

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 16308-eham-030184-aerospatiale-caravelle-10b-aero-lloyd-t.o.-scan10071.jpg

Schreef ik op 11 mei jl nog over automobielen die decennia lang de aandrijfbron achterin de carrosserie gezet kregen, in de luchtvaart kenden we dit fenomeen ook. Voor veel passagiers zal het weinig hebben uitgemaakt waar die aandrijfbronnen zaten, maar voor de techniek en efficiency van veel verkeersvliegtuigen was dit een wezenlijke keuze. Bij de propellervliegtuigen speelde dit niet tot nauwelijks. Immers door de propellers was montage in of op de vleugels de meest logische keuze.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tu-104-cccp-42412-at-spl.jpg

Bij het straalvliegtuig lag dit totaal anders. Bij de eerste vliegtuigen van dit type, de Britse Comet en de Russische Tupolev Tu-104, werden de motoren ingebouwd in de vleugelwortels dicht tegen de romp. Dat zorgde voor een goede luchtstroom rond en in die motoren, maar de nadelen waren dat er trillingen en geluid werden doorgegeven aan de passagiers aan boord.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 16018-boeing-707-321c-banglasdesh-cleans-up-eham-250783-scan10138.jpg

De eerste Amerikaanse verkeersvliegtuigen als de Boeing 707, DC-8 van Douglas of Convair 880/990 serie hadden hun vier straalmotoren in zgn. pods onder de pijlvleugels zitten. Men leerde die manier van ophangen door ervaringen met militaire bommenwerpers als de B-47 en B-52. Maar het waren de Fransen die voor het eerste een verkeersvliegtuig bouwden met de (2) straalmotoren aan de staart.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 15438-boeing-727-2-ib-landt-eham-221282-ec-cba-scan10104.jpg

Voordeel, je kreeg een lichtere vleugel, meer lift, het geluid zat achteraan dus voorin de cabine was het fluisterstil en je kon de constructie lager op zijn wielen zetten als de machine op de grond moest worden afgehandeld. De Caravelle van Sud-Aviation was dan ook een sensatie en werd een grote hit.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 213347-bae-trident-three-ba-g-awzn-t.o.-spl-0681-scan10143.jpg

Veel fabrikanten spiegelden zich aan dit succes. Boeing bijvoorbeeld met zijn 727 waar drie motoren achteraan de romp werden gemonteerd. Gold ook voor de Britse Trident van De Havilland of de BAC 111 die twee motoren aan de staart kende. Ook de DC-9 van Douglas had deze constructie, net als de Fokker F-28 uit ons eigen land.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 15938-bac-111-5-bcal-landt-eham-250783-scan10098.jpg

Het Russische Tupolev nam voor haar 134 en latere 154 ook deze constructie over en zo kreeg je een paar decennia lang heel wat vliegtuigen te zien waarbij die motoren achteraan waren vastgeplakt aan de romp.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 16110-ehtx-130883-fokker-f-28-ph-jhg-almost-on-the-ground.scan10022.jpg

Nog groter werd die constructie bij toestellen voor de lange afstanden als de Vickers VC-10 uit het VK die maar liefst vier in paren gemonteerde straalmotoren van Rolls Royce naast zijn imponerende staart liet zien.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: il-62-ikv-aeroflot-first-production-img_1605.jpg

De Russen deden er nog een schepje bovenop met hun Ilyushin Il-62 die in een klap lange afstanden kon afleggen met meer dan 150 passagiers aan boord en zelfs nog economisch kon vliegen, wat indertijd bij Russische toestellen zeldzaam was. Toch wonnen uiteindelijk de vliegtuigen met de motoren aan en onder de vleugels het pleit. De staartdragers (..) verdwenen langzaam aan uit de commerciele luchtvaart.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: gulfstream-g500-n711vt-spl-180924-img_7748.jpg

En als je nu op luchthavens kijkt zijn ze vrijwel verdwenen en wat nog vliegt is veelal van de wat kleinere soort. Want bij zakenvliegtuigen is het juist weer wel een trend om die motoren achteraan te monteren. En zo zie je dat evolutie soms leidt tot revolutie en dat golfbewegingen heel normaal zijn binnen de wereld van de techniek. En volgende keer zal ik het nog eens hebben over het verschil tussen laag – en hooggeplaatste vleugels of staartvlakken. Maar dat is toekomstmuziek…. (Beelden: Yellowbird archief)

Gemist…

Gemist…

Nu ik het qua vliegen al een tijdje rustiger aan doe, de meeste vlieguren heb ik wel gemaakt denk ik, is het aardig te bedenken welke vliegtuigtypen ik had willen vliegen maar om een of andere manier nooit op mijn pad vond. Dat zijn er uiteraard meer dan de kisten waarmee ik wel weg ben geweest. Ik vloog door de jaren heen mee in Piper Cub’s, Cessna’s, Beechcrafts om maar een paar kleinere te noemen, maar ook in vele Fokker’s, Douglassen, Boeings en Airbussen.

Daarnaast nog in wat bijzondere machines van British Aerospace, Bombardier of Tupolev. Honderden vlieguren in die machines gemaakt en vrijwel altijd met veel plezier. Maar ik miste bijvoorbeeld de DC-10 op mijn pad of diens opvolger, de MD-11. Die zaten gewoon op routes waar ik niet naartoe wilde. Of die Airbus A300, wiens kleinere zus A310 wel in mijn logboek staat, maar die grotere variant niet.

Opvallend genoeg vloog ik wel in de modernere Fokker 50, 70 en 100, maar nooit in de illustere voorgangers F27 of F28. En over Russische kisten hoef ik het dan nauwelijks te hebben. Want naast een tiental uren in de straaljager-achtige Tu-134A van CSA kwam er geen een voorbij die mij op typisch Russische wijze vervoerde.

Zoals bijvoorbeeld die enorme Tu-154, of de Antonov’s en Ilyushins. Soms deed ik zelf na wat nadenken de deur naar zo’n kist dicht hoor. Dan kwam het me niet uit, of zocht ik liever een snellere of comfortabeler route. Daarbij was het nemen van grote risico’s nooit zo mijn ding. Je hebt toch een leven als familievader of hoofd inkomen met alles wat daar aan verantwoordelijkheid bijhoort.

Bij de Britten vloog ik met de Dove, Carvair, Trident, BAe146 en diens troonopvolgers, of de Avro 748, maar nooit in een VC-10. Toch iets mee gemist denk ik. Opvallend genoeg heb ik op korte routes wel gevlogen in een Duitse Dornier (ook weer een uur of tien in totaal) maar nooit in een Braziliaanse Embraer, toch een fabrikant die nu aardig dominant is op juist die routes. Had ik graag nog eens gedaan. En dan heb ik het nog alleen over civiele vliegtuigen. Militaire kisten heb ik altijd gemeden als de pest.

Al was het maar omdat piloten van dat spul een voorkeur vertonen om op hun kop te vliegen of bochten te trekken die zoveel G-krachten veroorzaken dat ik er aardig beroerd vanaf zou zijn gekomen. Met mijn vroegere vliegvriend John maakte ik genoeg rarigheid mee op dat vlak. Die kon het niet gek genoeg gaan als we eenmaal los waren en ik heb hem daarvoor wel eens vervloekt…..

En met dank aan het bruggetje van John kwam ik terecht bij helicopters en dat soort spul. Ik vloog mee in een S76 van KLM (John ook) die toen net nieuw in dienst was bij KLM. Leuke ervaring. Een jaar of tien later in een kleine Schweizer 386 boven Zandvoort en het circuit voor een of andere fotowedstrijd. En van een heel andere orde, een Scheibe SF25C motorzwever bracht me ooit boven Salland een lokale vliegervaring van 20 minuten toen ik absoluut weigerde om in een echte zweefkist te stappen. Want beste mensen, er zijn dingen die je echt niet moet doen. Zweven, parachutespringen en ballon varen is er daar een stel van. Dat heb ik altijd geweigerd. En daar heb ik in tegenstelling tot andere keuzes, geen spijt van gekregen. En jullie zelf? Bepaalde bijzondere vluchten gemaakt en waarheen? Bepaalde vliegtuigen in het hart gesloten??? Ik ben benieuwd naar jullie reacties…. (Beelden: archief)