
Al weer wat langer geleden schreef ik een blogverhaal over de bekende piramide-constructie die is bedoeld om mensen af te helpen van hun zuur verdiende (spaar)geld en dat dan vooral over te brengen naar ‘zakelijke’ lagen boven zich in een organisatie die vooral gericht is op de top. Ik noemde toen al in mijn eerdere blogs voorbeelden uit de wereld van de bakjes, zalfjes, lifestyle-wellnessproducten en zo meer. Tegenwoordig heet deze vorm van zwendel met een mooie term ‘Multilevel-marketing’. Dat doet vermoeden dat er achter het kwalijke fenomeen een verfijnde vorm van marketing steekt die er op is gericht om met veel kennis van zaken en een grote inzet producten of diensten af te zetten bij een grote nog onwetende doelgroep.

Met een deel van deze stelling kan ik nog wel leven. Maar het criminele aspect dat er bij hoort blijft veelal bewust buiten beeld. De sociale media scheppen tegenwoordig rond dit thema een beeld van vlotte types, veelal afkomstig uit een bepaalde hoek van de samenleving, die een supergoed leven leiden in plekken als Dubai of zo, omringd zijn door fraaie vrouwen, rijden in dikke auto’s en af en toe een tochtje maken op een meer dan luxueus jacht. Dat beeld klopt nog wel, want zij zitten boven in die piramide en ontvangen het leeuwendeel van hun inkomen van hardwerkende maar ook zeer naieve types die in piramidelagen onder hen weer anderen aan het werk zetten.

En hoe lager je in die piramide zit, hoe lastiger het is om nog iets te verdienen. Immers, de spoeling is daar dun en als je de eigen familie- of vriendenkring hebt bewerkt om jouw producten af te nemen, of de cursus waar je in de praktijk niks mee kunt, is het veelal wel klaar. De mensen die daarmee aan de slag gaan zijn meestal vanuit hun karakter of opleiding niet van die goede verkopers. Wat ze doen komt vaak eerder voort uit geldgebrek en wanhoop. Ze legden zich immers vast voor een bepaalde voorraad van wat in deze constructie zoal voorradig is en moeten er op enig moment wel van af willen ze uberhaupt geen verlies op het geinvesteerde kapitaal maken. De meeste van deze piramides storten vanzelf in met veel slachtoffers tot gevolg. Ik heb het eerder gezien.

En echt, die werkbijen in de onderste lagen zijn dan veelal het ergste slachtoffer. Want los van het geld dat ze kwijt zijn, ze houden er vaak aardige voorraden spullen aan over die ze in de daarna komende periode met de moed der wanhoop trachten te slijten. Toen ik onlangs weer zag hoe de nieuwe marketingvormen onder jongeren populair blijken greep ik bijna uit wanhoop naar het voorhoofd. ‘Mijn hemel, niet weer he…’ Maar ja, weer wel. Een businessmodel voor types die niet van werken houden, net zoals oudjes hun juwelen afpakken, tankstations overvallen of iemands dure horloges gappen. Met het zweet des aanschijns zult gij uw brood verdienen….. Jaja…maar niet als je hier alleen bent om slapend rijk te worden. Het slapen laten we over aan ons justitiesysteem dat maar niet wil ingrijpen. Het failliet van veel burgers die er in trapten gaat zo samen met dat van de overheid. (Beelden: Archief)


Een printer is niet veel meer dan een schrijfmachine die door jouw toetsenbord op je laptop of anderszins in beweging wordt gezet. Hij drukt af wat jij hem wilt laten afdrukken. Een stom ding, maar tegenwoordig best slim uitgerust. Je kunt er vaak mee scannen (noem het kopieren) en in sommige gevallen mailen of als dat nog bestaat, faxen. Er bestaan wat verschillende soorten printers, maar de meest gebruikte zijn de inkjet- en laserprinters. Een paar merken maken ze zelf, anderen laten dat over aan andere bedrijven. Canon doet het zelf. En in goede kwaliteit. Ik ben nu al een jaarthe of 20 vaste klant bij die lui en de gemiddelde printer gaat een jaar of 2,5-3 mee. Daarna zit de afvaltank vol en is een nieuwe kopen goedkoper dan de oude schoon laten maken. Noem maar eens een onderwerp waarmee het milieu beter gediend zou zijn. Bij andere fabrikanten gaat het vast niet zoveel anders op dit punt. Hoe dan ook, je koopt dan weer een nieuwe en tracht te snappen wat daar dan weer voor vullingen in zitten.
Vertaald…een vulling van een printer heet een cartridge. En daar wringt mijn ergernisschoen. Want ik heb nog nooit een opvolgende printer kunnen kopen die de cartridges van de vorige met liefde accepteert. Nee, telkens weer een andere soort. Wie net als ik niet zonder wil komen zitten op het moment dat een concept of een of ander geschrift uitgeprint moet worden, neemt van die dingen op voorraad. En als je dan van printer wisselt zit je al snel met een overbodige voorraad. Ik ben er zo een. Een bak vol. Allemaal nieuw gekocht. Met een houdbaarheidsdatum die ver uitstijgt boven die van die printers waarvoor ze bestemd zijn. Maar wie neemt die van je over? Ik heb het al eens geprobeerd tijdens een rommelmarkt. Alsof je griepvirussen tracht te verpatsen. Men kijkt er naar, trekt de neus op en loopt door. Nee, geen handel. Ook bij de kringlopers van dit land kom je ze wel eens tegen, maar als ze al nieuw zijn, nooit die soort die jij in jouw printer nodig hebt.
Ruilen zou een optie zijn, maar ik denk wel eens dat iedere printereigenaar zijn eigen cartridges heeft en niemand vergelijkbare exemplaren kan benutten. Bij mijn hofleverancier, een groothandel, hangen er voor mijn printer altijd net twee exemplaren. Een voor de zwartwit-kant van de teksten en een voor de kleurenfoto’s. Meer niet. En aan de prijs. Het verdienmodel voor deze apparatuur is natuurlijk nu net die cartridges. Want zo’n schrijver kost je vaak nog geen honderd euro. Kortom, het is een aardige handel. En ik ga nu toch echt eens nadenken wat ik met die nieuwe oude cartridges aanmoet. Toch maar naar de kringloop?? Wellicht! Maar voordien ben ik wel benieuwd wie onder mijn lezers hetzelfde ervaart als ik. Want ik kan daarin toch niet uniek zijn….toch??