
Nee, het bestaat niet meer. Maar delen van dat ooit zo chique Britse automerk nog wel. Zo is het afgeleide Land-Rover nu in handen van Tata uit India en werd de merknaam Rover verkocht aan de Chinezen die er na een paar jaar Roewe van maakten en eigen producten op de markt brachten die de naam Rover geen echte eer aan doen. En dat terwijl we het toch hebben over een traditiemerk dat al in 1904 werd opgericht en indertijd vooral bekend werd door wagens voor de middenklasse.

Na de oorlog kwam Rover terug met auto’s die duidelijk leunden op de vooroorlogse modellen en er ook zo uit zagen. De Rovers Ten, Twelve, Fourteen en Sixteen zagen er ook ouderwets Brits uit en reden ook zo. Door liefhebbers zijn er heel wat bewaard gebleven. Ergens in 1948 bedacht Rover een wagen die wereldwijd bekendheid zou gaan genieten, de Land-Rover. De eerste was een een soort open ‘Jeep’ die met name het leger en de agrarische sector moest aanspreken. Latere versies werden dicht gemaakt, waarbij veelal het achterste deel van de carrosserie met een zeildoek werd afgedekt.

Die Land-Rovers werden tientallen jaren in vrijwel ongewijzigde vorm gebouwd en werden in de meest verschrikkelijke omstandigheden gebruikt. Intussen bouwde Rover ook de P4. Met een totaal nieuwe carrosserie, een flinke reeks motoren en door de jaren heen ook steeds meer luxe. De auto had de naam onverwoestbaar te zijn, maar dat viel in de praktijk nogal mee. Solide waren ze wel en het houten dashboard met al die al dan niet verchroomde meters en knoppen sprak hele doelgroepen aan.

Eind jaren negentig verscheen de opvolger, de fameuze 3 Litre, altijd met een zespitter onder de kap. En die weer opgevolgd door de van een V8 gebruik makende 3.5 Litre die 8 jaar later op de markt werd gebracht. Chique en statige wagens vol leder en hout. Erg fraai was ook de 3500 uit 1968 die zelfde V8 koppelde aan een lagere carrosserie. De motor zorgde voor snelheden tot 185km/u maar een beetje heer reed dat nooit natuurlijk. Ultiem was het op de kofferdeksel gemonteerde reservewiel. In bijpassende hoes.

Nog steeds een gevraagde klassieker. Luxe, chique, sterk en hoog was de Range-Rover Series 1 die in 1970 werd uitgebracht. Opnieuw met die bekende V8 van Rover (werd ook veel geleverd aan andere fabrikanten) maar nu ook bedoeld voor in het terrein. Die lijn van Range-Rovers werd jaar na jaar uitgebreid, maar door die jaren heen groeide de wagens ook. Dat deed niet de SD-1.

Een werkelijk prachtige Rover die in de tweede helft van de jaren zeventig de klassiek aandoende voorgangers verving. Laag, snel, luxe. Met die heerlijke V8 een prima wagen, maar toen men onder druk van toenmalig eigenaar British Leyland ook andere motoren moest monteren begon de ellende. De Rover 2000/2300 die onderdeel was van deze gestroomlijnde auto een hele reeks te koop. Maar ze leden ook onder grote kwaliteitsproblemen.

En dat ging kleven aan die toch grote merknaam. In de jaren tachtig en negentig bracht Rover verder grote en ook steeds kleinere modellen. Op enig moment werd zelfs de van Austin/Morris bekende Mini een Rover. Een marketingfout van jewelste. Het laatste kunstje van het nog min of meer op zichzelf staande merk was de 75-serie. Fraaie wagens, die je zelfs als stationcar kon bestellen. Maar het werkte niet meer. Tijdens de bankencrisis van dik tien jaar geleden ging het mis en moest Rover definitief de fabriekspoorten sluiten. Wat rest is de geschiedschrijving. Wat ik gaarne deed. Want die Britten verdienen dat! (Beelden: Archief)
Toch jammer dat het merk niet meer bestaat. Het was in ieder geval een merk met een eigen gezicht.
LikeLike
Absoluut….en sommige modellen reden echt heel fijn…
LikeLike
Ik weet zeker dat er in de nieuwe, innovatieve merken eenzelfde geschiedenis ontstaat.
Waar sommige merken in het verleden een standaard hebben neergezet, zo zullen moderne merken een nieuwe standaard ontwikkelen.
Maar inderdaad sommige dingen verdwijnen. De vervoersmiddelen van onze Koninklijke familie zijn daar een mooi voorbeeld van.
Vriendelijke groet,
LikeLike
Met name elektrische auto’s van nieuwe merken zullen die imagostatus niet bereiken. Ze zijn uitwisselbaar, soms zelfs uit een (Chinese) bron afkomstig en bieden zelden of nooit meer dan alleen een elektrische aandrijving. Automerken zijn ook zaken van gevoel. Traditie, opbouw, ontwikkeling. EV’s zijn uitwisselbaar. Ze piepen misschien anders, maar verder? Nee, een klassieke status zie ik die merken niet bereiken. Ons Koninklijk Huis rijdt vooral in statusmobielen. Zie de verlengde Audi A8 waarmee WA wordt vervoerd…
LikeLike
Ik stel mij jouw conservatieve voorouder voor.
Alle leuke, nieuwe ontdekkingen en vervoersmiddelen afwijzend.
Geen brandstofmotoren, geen auto’s en zeker geen vliegtuigen.
Gelukkig zijn er ook nu enthousiastelingen die vooruit kijken en denken. Stilstand is achteruitgang is een gevleugelde uitdrukking bij deze innovators.
Achteruitgang brengt halsstarrige en conservatieve mensen terug naar de Middeleeuwen …..
Stille groet,
LikeLike
Ik stel me jouw alternatieve denkwijze voor. Zoekend naar een weg om anderen constant te beschuldigen van niet meedenken richting de door jou en de linkse stromingen nagestreefde Middeleeuwen waarin ons land overvol is, geen vee meer kent, geen vlees meer, geen energiebronnen maar vooral armoede. Waarin de postkoets, trekschuit en de ballon gevuld met gebakken Klaveriaanse lucht onze vervoermiddelen zijn en de nieuwe elite vooral links van politieke keuze is. Mijn voorouders werkten. Keihard. Net als ik. Niet Klaver en zijn achterban bouwden dit land na de oorlog op maar wij, Nederlanders. Niet vanachter een bureau filosoferend maar vooral hands-on. Geen links gereutel en altijd maar diezelfde dooddoeners. Wat je dan krijgt is kennis en ervaring. Zeker over het autovak, de luchtvaart, de commerciele kant van de wereld. Waar vooruit kijken niet iets vaags is of dromerigs, maar domweg een kwestie van doelen stellen en die bereiken. Streven naar achteruitgang zie ik vooral bij extreem-links, bij mensen die alles wat modern is verwerpen en menen dat alleen zij de waarheid in pacht hebben. Die mensen verpesten onze samenleving. En als je ze een beetje onder een vergrootglas legt dragen zij zelden iet constructiefs bij aan die samenleving. Behalve wat lege frasen en politiek ingestoken flauwekul. Kom op Rob, erken nou eens dat je van bepaalde zaken domweg geen kaas hebt gegeten. En dat je wederom oordeelt zonder mij echt te kennen. Hoe lang heb jij gewerkt aan die toekomst? Of is N=1 het uitgangspunt van de nieuwe wereldorde?? Ik vrees van wel langzamerhand en vind dat echt een vervelende constatering…
LikeLike
In mijn werkzame leven heb ik kinderen, pubers, jong volwassenen en ouderen optimisme proberen mee te geven.
Soms lukte dit, vaak mislukte het. Toch kijk ik met plezier terug naar mijn vroegere werk.
Nu gepensioneerd stimuleer en ondersteun ik nieuwe initiatieven.
Een Amsterdamse coöperatie gericht op duurzaam en innovatief transport heeft bijvoorbeeld een financiële bijdrage van mij gekregen.
Mijn duurzame investeringen zijn allemaal lucratief en winstgevend.
Mijn bijdragen aan lokale horeca jammer genoeg niet.
Vriendelijke groet,
LikeLike
Maar ik ontzeg jou niet je kennis rond de eigen liefhebberijen of groene doelstellingen. Jij de mijne wel. En dat snap ik soms echt niet. Het is tientallen jaren mijn vakgebied geweest. Ik heb elke ontwikkeling meegemaakt (en volg de huidige nog), schreef er over in print en online. Ben me bewust van de groene revolutie die ongekozen door de wereld gaat. Zoals ooit de communistische. En ben of blijf realistisch. Soms is wat je wilt bereiken niet mogelijk. En soms is wat mogelijk blijft voor velen onbereikbaar. We naderen een periode dat veel mensen in de armoede worden gestort door deze bewegingen naast de politieke wil om een oorlog te stoppen die de onze niet is. Dat heeft grote gevolgen voor een belangrijk deel van onze bevolking. Veelal juist de hard werkenden. Verpaupering wordt dan het gevolg. Tuurlijk krijg je minder uitstoot als mensen de kachel niet meer kunnen aanzetten en bibberend op de bank zitten. Als diezelfde mensen hun kinderen niet meer te eten kunnen geven, of omdat ze buiten zitten zonder huis omdat die worden toebedeeld aan de lieden die menen dat het Aards paradijs in Nederland te vinden is. Ik ben van nature heel positief, omdat ik dat positieve dank aan het harde werken. Daarmee bereik je veel zo niet alles. Maar wat nu plaatsvindt door een linkse revolutie die niemand echt wil behalve een fanatieke achterban, doet me net te veel denken aan een eeuw geleden. Rusland, China, Oost-Europa, Cuba….. En wie de geschiedenis kent weet welke elites daar het meest van profiteerden. Een elite die zich wel kon veroorloven in dure auto’s te rijden als het hier beschreven merk Rover. En vond dat de gemiddelde arbeider wel op de fiets of in de bus naar het werk kon komen. En pensioen iets was voor de partij-elite…. Gruwelbeelden zijn dan mijn deel…..
LikeLike
Het mooist vond ik ze zoals die lichtgrijze op de tweede foto, zo herinner ik met eigenlijk alleen het merk Rover. Heb ook nooit de link gelegd met het merk als 8ik een landrover zag, dat leek gewoon niets met elkaar te maken te hebben.
LikeLike
Ik snap dat wel. Maar LandRover was echt hun stoere divisie. En het is maar goed dat met dank aan Tata Steel dat merk behouden is gebleven en nog steeds in Engeland gebouwd….
LikeLike
Het laatste model wat ik kende was een sierlijk gestroomlijnde wagen. We zagen ze niet veel. Misschien te duur?
LikeLike
In Nederland waren de oorspronkelijke Rovers ook meer voor directieleden of hogere stafleden dan wel mensen met een adelijke titel. Tweedehands werden voor mensen er naartoe getrokken die iets hadden met dat oer-Britse gevoel dat werd versterkte door hout, leder en chroom…
LikeLike