‘Iedereen’ mocht hem. Althans dat gevoel had hij zelf altijd gehad. Henk, lekker populair in zijn jeugd. Veel vrienden, met wie hij uitging en op de meiden kon jagen. Zijn vader had een eigen bedrijf en hem was zelden iets te kort gedaan. Financieel zeker niet. Hij liep er echter wel de kantjes van af. Het bedrijfsleven was eigenlijk niks voor hem, maar toch had zijn vader hem opgenomen in de onderneming. Ook omdat ‘die ouwe’ dan een oogje in het zeil kon houden. Henk was een vrouwenjager, en daarbij hield hij wel van een glaasje bier. Hij was nergens goed in waar het nuttige zaken betrof, maar kon wel goed biljarten, voetballen, en onderhield zijn sociale contacten. Maar het leukst vond hij toch wel de kroeg. Ook toen hij in dienst zat was hij toch vooral een ‘drukker’ om daarna in de vrije ruimte vooral lol te trappen met zijn maten. Die hadden Henk altijd hoog zitten. Sloegen hem op de schouder en wilden nog wel eens een stapje extra voor hem lopen. Logisch want de meeste rondjes in de kantine betaalde hij. Net als bij het voetballen. Altijd was Henk de gevierde jongen. Toen zijn vader overleed en hij de onderneming erfde moest hij even wennen aan het nieuwe leventje. Hij werd wat serieuzer, maar onderhield wel goede contacten met sportverenigingen en zo meer. Zijn sponsorschap daarvan maakte dat hij vaak werd uitgenodigd voor een hapje en drankje en daar genoot hij met volle teugen van. Het werken ging hem redelijk af. Hij gaf leiding aan dat bedrijf, maar had ook prima mensen om zich heen verzameld op wie hij kon bouwen en die hij graag wilde vertrouwen. In het weekend was er dan het gezin, ja hij was ook nog getrouwd met ongeveer de vijfde vrouw met wie hij een soort van liefdesrelatie had opgebouwd en met wie hij twee zonen kreeg. Op zondag zat hij bij de clubs. En genoot, deelde rondjes uit en werd op het schild getild. Nu hij wat ouder werd, de kinderen in de zaak en hij met een soort pre-pensioen, genoot hij nog het meest van zijn dagen en avonden in de kroeg. Hij genoot van de verhalen, van de sfeer, van de drank. Tot hij ontdekte dat al die drank ook betaald moest worden. Het inzicht dat hij wellicht vriendschap (…) kocht was confronterend. En dus deed hij een stapje terug. Het bleek heel vervelend te werken. Niet alleen werd het ineens een stuk ongezelliger, maar al die ‘vriendschappen’ stelden uiteindelijk niks voor. Als hij geen rondjes gaf, kreeg hij er maar heel weinig van anderen. Zag men hem als een gierige kapitalist. Het werkte ontnuchterend. Hij stopte er mee. Wel jammer dat intussen zijn vrouw was vertrokken en zijn zoons hem niet meer op de zaak wilden zien. Henk, eenzaam mens, door niemand meer gezien. Hij pakte er nog maar een pilsje bij en voelde de tranen in zijn ogen opwellen…. Zoveel jaren voorbij…. en weer alleen!
Hij had gewoon moeten blijven betalen. Vrienden genoeg dan.
LikeLike
Dat was ook een optie….:)
LikeLike
Het is een goed onderwerp, en een prima stuk.
Kroegmaten, het woord vriendschap niet altijd waard.
LikeLike
Veelal niet….Drank maakt nu eenmaal meer stuk dan je lief is,..
LikeLike
Dat besef drong dan wel érg laat tot hem door. Dan gaat een betere vriendenkring opbouwen niet meer zo van een leien dakjes.
LikeLike
Eenmaal gewend vriendschappen te kopen is spontaniteit natuurlijk lastig bijleren….
LikeLike
Dat moet je ook maar niet meer proberen op de oude dag,
LikeLike
Ik heb zelden vriendschappen hoeven kopen. De echten kwamen spontaan en bleven ook….De vluchtigen waren snel weer verdwenen…
LikeLike
Vrienden maken in de kroeg is een dure en ongezonde tijdsbesteding. Dan liever geen vrienden dan zulke vrienden.
LikeLike
En zo is het…..:)
LikeLike
Drank blijft een lastige factor in het leven. Overal te verkrijgen en overal geaccepteerd, maar met desastreuze gevolgen ….
Stille groet,
LikeLike
IK heb er te veel narigheid van gezien in het verleden. Wie gezellig een drankje neemt is hiermee niet bedoeld. Juist zij die de rem niet weren te vinden…dat zijn de mensen die andermans levens vaak ontwrichten…
LikeLike