
Voor ons als mensen uit de hoofdstedelijke periferie is het Waterland ten noorden van de stad natuurlijk relatief simpel bereikbaar. En het is daar plezierig vertoeven. Met name de kleine stadjes aan de oude Zuiderzee zijn het bezoeken meer dan waard. Daar zie je nog de geschiedenis van ons op handel ingestelde landje vertaald in vaak prachtige historische panden, kerken en havens die qua omvang doen verbazen. Een daarvan is Monnickendam. Tijdens ons bezoek tijdens de laatste dagen van afgelopen meimaand was het er rustig.

En dat is een verademing. Dus bezochten we wat kerken, maar ook het erg aardige Speeltoren Museum. Gevestigd in…de zeer kenmerkende Speeltoren die best boven het stadje uitsteekt. Met zijn heel bijzondere uurwerk dat met name op hele uren bezoekers vermaakt met ronddraaiende figuurtjes en een op een bazuin blazende engel.

Het museum is opgebouwd in lagen. Elke verdieping (in het torengebouw) biedt weer iets anders aan voor de bezoekers. Je kunt er films bekijken over de geschiedenis van het Waterland. Het trammetje dat voorheen vanuit Amsterdam-Noord de verbindingen tussen al die plaatsjes verzorgde, maar ook de drooglegging van de polders in dit gebied. Men heeft aandacht voor de lokale nijverheid en handel, maar ook de scheepsbouw die naar traditie in de haven is terug te vinden.

Ooit had dit stadje een levendige vissershaven met alles wat daarbij hoorde. Je ziet hoe vooral monnikenwerk leidde tot de welvaart die voortkwam uit nijverheid en handel. Wie er lol in heeft moet vooral doorklimmen naar de bovenste etage van de toren. Daar vindt je het klokkenspel, helemaal mechanisch met die eerder genoemde uiterlijkheden van die toren. De afdeling waarin dit allemaal staat opgesteld staat ook vol met andere uurwerken die tikken in dat tempo dat paste bij een samenleving waarin orde en vlijt nog van toepassing waren voor het gewone volk. Men heeft overigens ook aandacht voor de helden van de drooglegging in dit gebied en de gevolgen voor de natuur in deze omgeving die er sterk door werd verrijkt.

Het museum kost relatief gezien een habbekrats, duurste kaartje is 5 euro per persoon, maar met een gezinskaart van 12 euro heb je lol voor veel. Museumkaarthouders hobbelen gratis (..) naar binnen. De uitleg door een vriendelijke dame op de begane grond was uitgebreid en plezierig, er zijn toiletten en een kleine museumshop. Voor hen die trappen zien als obstakel, er is ook een lift in de toren, maar helaas was die stuk op de dag van ons bezoek. Maar alles is maakbaar. Zoals dit museum dat onlangs nog een uitgebreide modernisering doormaakte waardoor het echt een zeer aan te raden museum is. Ben je in Monnickendam, doen! (beelden: eigen archief)


Die bootjes waren relatief snel, je had er binnen- en buiten zit- of staanplaatsen en de cabine voor de kapitein/stuurman was een beetje hoger gelegen dan de plek waar de (Vaak vele)passagiers werden ondergebracht. Regelmatig voeren die bootjes over het IJ heen en weer, vaak op volle kracht en zo ontweken ze behendig de grote vaart. Maar niet de golven en dat wilde nog wel eens uitpakken in een aardig nat pak door overkomend water voor hen die op het open dek vooraan waren gaan staan. De bootjes kregen de (bij)naam van de rederij, Bergmann. Intussen allang geleden overgenomen door Mokumse rondvaartgrootheid Kooy, maar indertijd een bedrijf met een aardige vloot schepen. Het aardige van die bootjes was ook dat je er mee werd afgezet bij de begin/eindhalte van de trammetjes naar/door Waterland naar Volendam. Dat was handig voor hen die bijvoorbeeld in Ilpendam woonden en in Amsterdam werkten, maar ook voor de nodige toeristen.
Een uitstapje naar Volendam was best een heel dagje. En nog leuk ook. Mijn moeder nam ons als kinderen nog wel eens mee. Het meest spannende toch het varen met dat bootje van Bergmann. Vanwege die golfslag. En je hoorde dan ineens tot die schepen die daar allemaal voorbij voeren. Hetzelfde gevoel had ik vorig jaar toen we met een veerpontje overstaken van Noord naar het CS tijdens Sail. Tussen die enorme drukte van passerende jachtjes en af en toe toeteren als er weer een kano of half gezonken plezierscheepje voor die grote pont langs trachtte te komen. Maar toch wel heel anders dan in mijn jeugdjaren en aan boord van die Bergmannbootjes. Al was het maar door die golven. Of zijn die in je jeugd gewoon hoger omdat je zelf kleiner bent? Zou zo maar kunnen. Maar het is een herinnering die me niet zo snel los laat. En dat is voor mij al heel bijzonder…net als die bootjes zelf! (Beelden: Historisch archief/Bakker archief/Binnenvaart)