
..je bent onderdeel van een oervolk. Je leeft op een plek in een groot woud of pakweg een door bergen omringd woongebied en je bent nog nooit in contact geweest met de buitenwereld of de mensen die daar de Aarde bevolken. Je leeft naakt, met de natuur, je jaagt op de dieren in je omgeving, je eet bessen uit de bomen, wast je niet of met spaarzaam regenwater en gaat samen met de beschikbare mannen of vrouwen in de eigen stam bezig met dat wat de stam overeind houdt. Eventuele andere stammen zijn vijanden en daartegen knok je met zelf gemaakte bijlen of dikke stokken.

De natuur is jouw religie, de zon je oppergod en wanneer het onweert en bliksemt een bewijs dat die goden boos zijn. Nog niet zo heel lang geleden waren er heel wat volken die in de diverse jungles op Aarde zo hun bestaan vierden. De niet aflatende kap van die oerwouden maakt vaak een einde aan hun zorgen(loos) bestaan. Tijdens een van de ontdekkingsreizen van een paar decennia terug ontdekten Braziliaanse onderzoekers zo’n oervolk. Men leefde zoals ik het beschreef. Maar met een verschil. Ze aanbaden een….Coca Cola flesje. Het was voor hen een godheid, het werd vereerd, men versierde het kleine object met groen en bloemen en bracht het offers.

Hoe dat flesje daar was gekomen? Relatief simpel. Bushvliegers in hun kleine vliegtuigen waren over het gebied gevlogen op zoek naar nieuwe avonturen of grondstoffen en hadden redelijk nonchalant op enig moment een leeg gedronken flesje gewoon overboord van hun vliegtuigje gegooid. Waar het glazen object intact landde op de zachte grond van de jungle en daardoor bij toeval tussen dat volk dat daar onder de grote bladeren van de bomen leefde. Het had een enorme impact op de oerbewoners daar in die jungle. Een beetje zo moet het ook zijn gegaan met onze verre voorouders bij het ontdekken van de wereld om zich heen en de beschrijving van wat ze aan fenomenen zagen en meteen interpreteerden als komende van een hogere macht. Geloof is zo eenvoudig te duiden. Het is zelden op echte feiten gebaseerd maar volstaat met de suggestie. En de overtuigingskracht van predikers die hun boodschap van het Colaflesje wereldwijd weten uit te venten. Het maakt direct veel relatief. Kerken met torens in de vorm van dat frisdankje, minaretten, het zou me wat zijn. Maar geeft ook aan hun dun de scheidingslijn tussen geloof en feitelijkheid is. Ik ga voorlopig maar voor het laatste. En jullie?? (beelden: internet)


Natuurlijk kwam het door de sprookjes en verhalen die zijn vader en moeder hem tijdens zijn jeugd hadden verteld. Over avonturen die ridders en prinsessen allemaal beleefden in een ver land vaak in vroeger tijden. Maar het kwam ook omdat hij voor zichzelf meende sterk genoeg te zijn om als ridder door het leven te gaan. Hij trainde er voor, leerde zichzelf zwaardvechten (met een stok) en bestudeerde hoe die ridders omgingen met de schone jonkvrouwen om hen heen.. Hij nam die manieren over. Maar hij moest ook gewoon studeren en later werken. Maar als hij lag te dromen kwamen die ridders weer voorbij. Staken hun lans vooruit en doorboorden vijanden die de jonkvrouwen belaagden. Op een nacht was hij weer eens onderweg op zijn witte paard in volle wapenuitrusting en rook toen een lucht die nog het meest leek op die van een houtvuur waarop iets werd gebraden of zo. Maar ook rook hij zwavel. Voor de zekerheid het zwaard er maar even bijgepakt en het paard inhoudend tot een stille stap. Achter een paar bomen zag hij wat dit lucht veroorzaakte. Een enorme draak. Lelijk, stinkend, groen van kleur, maar af en toe rood oplichtend door het vuur dat hij uit zijn bek wist te spuwen in de richting van iets dat de stoere ridder niet kon waarnemen vanaf zijn positie. Langzaam liet hij zijn nu toch wat onrustige paard vooruit lopen. Op een soort platte steen lag een fraaie jonge nauwelijks geklede, dame uitgeteld van emoties en zij was duidelijk in de macht van dat enge dier.
Het enige wat zij nog droeg waren eigenlijk haar lange blonde haren. Haar gezicht was vredig. Maar ze leek wat op iemand die hij van elders kende. Maar dat was nu niet zo belangrijk. Orde op zaken moest worden gesteld. Hij klapte het vizier van zijn helm dicht, pakte zijn lans in de rechterhand en zijn zwaard in de linker, hield ook nog zijn teugels in de hand en gaf zijn paard de sporen. In volle galop ging hij op de draak af…Die draaide zich om en keek hem met bloeddoorlopen ogen aan. Ging rechtop staan, hield zijn voorpoten met enorm lange nagels klaar om een klap uit te delen, maar de ridder was hem voor, maarkt een schijnbeweging en stak de lans diep in het diers onderlijf. Dat brulde, en blies zijn vlammende antwoord over de ridder heen. Die voelde dat hij verbrandde…hij gilde. De hitte was verschikkelijk. Wat was dat een opvallend geluid wat hij nu hoorde. Doodsnood van dat afschuwelijke dier? Hij keek rond maar zag niets. Ook de naakte prinses was verdwenen. Net als de draak…. Toen hij wakker werd voelde hij dat hij zweette als een otter. En hij had het verschrikkelijk heet…..Keek eens om zich heen en zag dat de elektrische deken nog aan stond. En zijn wekker ging maar steeds af. Het geluid wat hij had gehoord. Nog wat duf liep hij naar de badkamer en begon aan zijn vaste ritueel. Toen hij net onder de douche stond en zich had ingezeept ging de deur open en stapte een fraaie naakte vrouw met lange blonde haren bij hem in de natte ruimte. Hij herkende haar meteen. De vrouw uit zijn dromen. Zij kwam hem even bedanken voor zijn heldhaftige optreden. Wat hij niet kon zien was haar oogopslag. Groene ogen die zich samenpersten tot gemeen uitziende spleetjes. Maar hij vierde in stilte zijn overwinning…De kreet die een paar minuten later bij de buren door merg en been zou gaan was het laatste wat men van de buurman en zelf benoemde ridder had gehoord. Hij was nadien verdwenen. Spoorloos….En niemand wist of hij nog lang en gelukkig leefde…echt niemand!