Reunie…

Reunie…

Halverwege vorige maand was het dan zover. Een reunie van een oude werkkring waar ik tussen 1992-2000 mijn boterham met beleg verdiende en waar ik hier in mijn verhalen rond ‘Leven met de vliegende pijl’ al eens het nodige over (be)schreef. Die reunie was bedoeld om de mensen van toen bij elkaar te brengen die zo hard werkten om dat Tsjechische merk weer op de kaart te zetten na een lange periode van wat mindere tijden. Met name een jongere generatie medewerkers zag die samenkomst wel zitten en zette zich stevig in.

Men deed ook diverse pogingen om mijn weerstand tegen het evenement weg te halen. Ik moest er bij zijn, want speelde een belangrijke rol in dat verleden. Nu had ik persoonlijk wel wat bezwaren. Niet in de laatste plaats door wat me een jaar of 12 geleden overkwam bij een soortgelijke bijeenkomst met vroegere Schiphol-medewerkers uit de jaren 60/70. Een van de oudere heren in dat nu van toen, was niet blij met mijn komst om iets wat ik hem zou hebben geflikt een halve eeuw geleden. Tot op de dag van vandaag weer ik nog niet wat hij bedoelde, maar bevorderlijk voor de sfeer was het allemaal niet.

Ik heb toen na dat debacle besloten dat ik dit soort gelegenheden aan me voorbij zou laten gaan. Er is altijd wel iets, en soms kunnen mensen dingen niet verwerken die ze (mogelijk)zijn geflikt. Ik heb dat zelf ook hoor, niks menselijks is me vreemd, maar ach. Tijd heelt veel wonden en soms moet je ook beseffen dat het leven niet oneindig is waardoor de kans op een reunie als deze wellicht nooit meer komt. Enfin…ik trok dus naar Leusden waar het evenement werd gehouden in het kantoorgebouw/showroom dat wij ooit zagen bouwen en een paar jaar mochten bezetten. Goed om te zien hoe het na een jaar of 20 elkaar niet meer zien met de meesten ging. Sommigen net als ik duidelijk op leeftijd gekomen, anderen nog even knap en pittig als toen. Maar vooral hoe men de carriere na die Pon-tijd vorm had gegeven. De meest bijzondere keuzes kwamen voorbij. Een deel van die aardige lieden volgde ik al via de diverse sociale media en dat doe ik dan men een soort vervangende trots. Wat er toen al inzat is nu naar buiten gekomen. Van de oude garde was er een heel stel niet. Hemelen was hen kennelijk ook niet vreemd, zelfs hard werkende mensen blijven zichzelf. Maar wat er wel bij was bleek plezierig in gezelschap tijdens deze bijeenkomst en de diverse presentaties (ik mocht zelf veel te kort.. ook iets vertellen over vroeger..) meer dan interessant. Afsluitend lekker eten en nog meer bijkletsen. Drempels verdwenen, de verhalen sterk, net als de drank. Ik aan de thee (‘op dat punt niks veranderd jij’)maar kwekte lekker mee. Kortom een meer dan leuke bijeenkomst, die nog lang wordt gekoesterd… Met dank aan de jongelui die dit organiseerden. De digitale beelden vertellen voor de aanwezigen het verhaal. Zo ook voor mij. En deze bijeenkomst door mij in het hart gesloten…. (beelden: Diverse aanwezigen)

Leven met de Vliegende Pijl – 32 – Verkoopleider bij Pon Mobiel!

Terwijl hij zelf druk doende was met de overgang van het importbedrijf naar Pon, werkte Jaap van Rij, intussen algemeen directeur van de nieuwe onderneming na vertrek van Ab Iserief die van zijn pensioen ging genieten, ook aan de toekomst van de nieuwe Skoda-divisie binnen de koopmansmentaliteit van de Nijkerkse holding. En hij zocht daarvoor nieuw elan binnen zijn team. Wilde mij in dat kader graag naast zich om te zien of een noest maar enthousiast trekpaard mee kon helpen de vastgelopen importkar uit de modder te halen. Ik was daar zeker voor in en doorliep met enige glans alle tests die Pon vond horen bij zo’n job. Een gesprek met de hoogste baas van toen binnen Pon Holdings, de heer Wim de Grefte, verliep ook uiterst positief. Die waarschuwde me daarbij nog wel voor het bijzondere karakter van de nieuwe mensen die in Tsjecho-Slowakije voor VW nu Skoda aanstuurden en wenste me veel succes met deze toch wel uitdagende job. Eind maart 1992 stapte ik op de plek naar binnen waar ik indertijd in 1977 als startend bij dat Amsterdamse dealerbedrijf nog achter de balie was verwezen. Als opvolger voor de man die dat toen had gedaan. Het nieuwe importbedrijf werd Pon Mobiel genoemd. Persfoto’s rond mijn aanstelling werden gemaakt, een nieuwe Favorit stationcar (op LPG) als persoonlijk vervoer in gebruik genomen en een actieschema voor de komende weken en maanden doorgeakkerd.

Dat hield ook in dat ik meteen zou beginnen om naast de normale werkdagen ook nog eens acht zondagen lang aan de slag te gaan tijdens zgn. ‘Skoda Road Shows’ die door het hele land verdeeld bij clusters van dealers om de hoek werden gehouden en mensen moesten trekken die zo kennis konden maken met de nieuwe Skoda’s van dat moment. Veel was er op dit punt niet veranderd, er moest gewoon heel hard voor het merk worden gewerkt en intussen moest ik ook nog even het land door om alle dealers in hun eigen habitat te leren kennen. Het bleken soms confronterende situaties. Ook bleek al snel dat de interne organisatie bij Pon Mobiel zelf, een erfenis van het vroegere De Binckhorst, rammelde als een oude diesel bij vriesweer.

Er waren daar nog steeds wat oudere mensen in dienst die ‘het allemaal al hadden meegemaakt’ en daarnaast soms persoonlijk weinig zagen in mijn aanstelling of aanpak. Ik was immers een lastige en eigenwijze oud-dealerman, ‘kon nooit iets zijn’. Daarmee moest dus in overleg met Jaap van Rij worden afgerekend. Dat lukte aardig, al zou het nog een paar maanden duren voor we de situatie zodanig hadden gewijzigd dat een werkbare toestand ontstond. Nieuwe en vooral jonge mensen werden gezocht en gevonden, een vlottere aanpak gerealiseerd en ook kennis gemaakt met de nieuwe VW-mensen in Praag en Mlada Boleslav.

Vier weken na mijn aanstelling zat ik daar al voor het eerst na een lange rit in mijn company-car, samen met Jaap van Rij. In een keer door naar Praag, dan overleggen, een paar dagen cursus, in de avonduren weer overleg, en op de terugweg via een adresje in Karlo Vivary waar men wel de onderdelen te koop had die we in de toenmalige fabriek niet konden vinden. Daarnaast maakte ik kennis met de marketingmanager van Skoda, ene Frank Farsky, die met een zwaar aangezet Amerikaans accent Engels sprak. Hij had jaren in Canada geleefd en was nu verantwoordelijk gemaakt voor de Skoda-marketingaanpak. Aardige man, maar hij had buiten de waard gerekend toen ik met hem kennis maakte. Ik wees hem fijntjes op het feit dat imago van het merk in ons land en technische afwerking van de Favorit nog verre waren van ideaal. Dat lag natuurlijk ook voor een deel aan de naar omzet gezien enorme voorraad oudere wagens die wij in Nederland hadden staan, maar zelfs de leukste nieuwe actiemodellen die de Duitsers al snel lieten bouwen door de fabrieken in Mlada Boleslav, hadden nog steeds (al dan niet getinte) ramen die niet helemaal naar beneden konden.

Volgens Farsky was er geen technische oplossing voor dat probleem. Jaap van Rij en ik reden daarop als een speer naar een accessoirehandel in Praag en kochten ons een set raamgeleiders die gewoon in een Favorit pasten en dat probleem meteen oplosten. Die gaven we als relatiegeschenk aan Farsky. Later zou die nog eens vermelden dat het feit dat de latere Favorits ramen kenden die wel helemaal naar beneden gingen aan ons, Nederlanders, te danken was. Maar dat was wellicht iets bezijden de waarheid. In Tsjechië vindt je namelijk net als in Engeland heel wat bedrijfjes die zich bezighouden met ontwikkelingen op automobielgebied die zich wat naast de gebruikelijke merken bewegen. Zo ook het kleine ombouwbedrijf van MTX (het vroegere Metalex) waar men op basis van de Favorit een alleraardigste Roadster bouwde die deels met wat kunststoffen carrosseriedelen was gemaakt, maar technisch een paar aardige innovaties in zich droeg.

Zo was de auto lager op zijn vering gezet, kreeg bredere banden, een verbindingsstang tussen de voorste veerbenen, een aangepast interieur en een stoffen neerklapbare kap. Achterop stond een stevige spoiler op de daardoor redelijk zware kofferbakklep. Een prachtig autootje dat ook nog eens goed reed. Jaap van Rij was er bij een eerder bezoek aan Praag op gestuit en had er meteen twee besteld. Die werden door hem als Skoda Favorit in ons land gehomologeerd, maar waren officieel door Skoda zelf niet goedgekeurd. Maar deze wagens hadden dus wel die slimme langere raamgeleiders en nog wat aardige dingetjes die men bij de ‘fabriek’ niet toepaste. Hoe dan ook, dat eerste bezoek aan de fabriek als verkoopleider leidde ook tot de nodige nieuwe informatie. We wisten al snel hoe de Duitsers bezig waren om het hele proces bij Skoda te keren naar Duits model. Die fabriek zelf was een stuk opgeruimder en schoner dan voorheen, draaide op flink hogere toeren en we zagen op het fabrieksterrein verschillende alleraardigste nieuwe uitvoeringen staan en rijden die wij bij ons helemaal niet kenden. Dat gaf hoop. Opvallend waren in dat kader ook de ambulances en verlengde Pick-up’s die men zeer professioneel benutte. Een warm bad voor iemand zoals ik. Maar eerst moesten we zien dat we de naar omzet relatief grote voorraden in Nederland staande Favorits, een groot deel Forman Stationcars, zouden slijten via de toenmalige dealers in ons land. En dat zou nog een fikse kluif worden. En intussen behaalde men bij Skoda zelf al heel snel het ISO9000 certificaat. Indicatie over hoe snel het allemaal ging daar. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief/Skoda)