
In mijn overzicht van bestelwagens pik ik er nu een uit die bij sommige heel nostalgische gevoelens zal doen losmaken. Een wagen die ook in Nederland mateloos populair werd, al was het maar omdat o.a. de vmlg. Rijkspolitie er een stel van in gebruik had. Het Franse merk Citroen bouwde al vanaf 1929 bedrijfswagens, waarvan sommige heel beroemd werden (in eigen land) door o.a. tochten dwars door de Sahara en zo. Men bouwde vooral wagens voor het wat lichtere werk. Na WO 2 verscheen de auto waarover ik het hier ga hebben, de Type H(Y). Verscheen in 1947 en had een wat je noemt klassiek uiterlijk. Gewoon een blikken doos op wielen met een vlak front en een half uitstekende neus.

De motor en aandrijving stamden van de befaamde Traction Avant personenwagen. De body van de bestelwagen was van geribbeld materiaal wat de constructie volgens de fabrikant sterker maakte. De wagen was meer dan ruim, had overal toegangsdeuren en kleppen, een lage laadvloer en was dus zeer handig om er spullen (of personen) in te vervoeren. Maar met een 35pk sterke motor was hij ook redelijk traag. In 1953 verbeterde dit iets toen de wagen een soort van mini-facelift kreeg. Toen kwam er ook een iets sterkere Citroen motor voorin en om in meer markten de verkopen op te kunnen krikken leverde Citroen de auto ook met een 1.6liter Perkins dieselblok.

De HY bleef heel lang in productie en hield het langer vol dan men vooraf wellicht had bedacht. Toen de auto eindelijk werd vervangen door moderner types kregen goed onderhouden tweedehands exemplaren nog wel eens een tweede of derde leven. Ze werden omgebouwd tot camper, rijdende keuken, koffie/ijsventwagens of wat al niet meer. HY’s waren er als bestellers, Pickups, personenbussen en zo meer. Een enkele kreeg een kraaninstallatie op zijn chassis en mocht als zodanig lichte personenwagens wegslepen. Als zoveel Franse wagens leed ook de HY onder de roestduivel, maar wie daar het nodige tegen deed had er een goede rijdende kameraad aan die zonder al te veel gedoe jaren mee ging. En als je er nu een ziet krijg je vanzelf een glimlach op de mond. Die HY is een leuke klassieker die qua ontwerp oud leek maar zijn tijd eigenlijk vooruit bleek. Opmerkelijk was dat net als in de eerste TA en 2CV de voorruit naar voren kon worden gedraaid voor wat frisse lucht en dat de ruitenwissers zodanig van eenvoud waren dat je tijdens een natte moesson regenbui beter thuis kon blijven. Maar dan had je altijd voldoende ruimte om je heen om er ook toen al in te kamperen. (Beelden: archief)



De schakeling leek wat op die uit de vroegere Traction Avant, die indertijd nog het grote broertje was van de 2CV en werd ook via een haakvormige pook in het dashboard bediend. De eerste versnelling was niet gesynchroniseerd en je moest het ding dus niet al rijdend in de eerste versnelling zien te krijgen. Naast een elektrische startmotor werd ook nog een slinger meegeleverd. In geval van nood kon de motor zo altijd aan de gang worden gebracht. De 2CV’s verschenen in 1948 op de weg en dat is nu zeventig jaar geleden. De wagentjes werden ruim veertig jaar lang gebouwd en zijn intussen gezochte klassiekers geworden. Er waren heel wat verschillende varianten te koop, zoals bestellers, pick-ups, speciale versies voor gebruik in de woestijn en de afgeleiden als de Dyane, Ami, Mehari en de Nederlandse Burton. De auto kreeg als bijnaam ‘Lelijke Eend’ en in feite verdient hij die naam niet.
Hele volksstammen zijn met de kleine Fransoos opgegroeid en wellicht heeft het Citroen ook wel gemaakt tot wat het nu nog is, een grote fabrikant met soms briljante modellen. In het segment van de 2CV heeft Citroen nu weinig meer te bieden. Hun goedkoopste model is de kleine C1, die zijn techniek en uiterlijk leent van Toyota’s Aygo. Daarmee kan men ‘instappers’ of ‘uitstappers’ onder de kopers bedienen. Maar met een heel ander soort auto dan die oer-Eendjes die je echt het gevoel gaven dat rijden nog werken was, maar dat dit toch net even comfortabeler was dan op de fiets of bromfiets op stap te gaan. Er zijn ook in ons land gespecialiseerde bedrijven ontstaan die Eendjes verhuren. Auto’s die men weer restaureerde en als nieuw op de weg zette. Je komt ze wel eens tegen in de polder als mensen een uitje maken met hun bedrijf of zo. Op de snelweg hebben ze niets meer te zoeken. Want een beetje tegenwind en 100km/u is teveel gevraagd. En dat past niet meer bij het moderne verkeer. Net als de uitstoot van de bescheiden motortje. Want daarin is die 2CV ongekend groot….(Foto’s: Internet/Yellowbird)