Duitsland heeft heel wat automerken in huis, maar ook gehad. Dat gold ook voor haar truckfabricage. Een groot merk in dat geheel was het uit Braunschweig afkomstige Bussing. Dat bedrijf startte al met trucks in 1903, waarbij een simpele tweecilindermotor een 3 tons truck vooruit moest brengen wat vooral gebeurde op lage snelheden. Toch was het model kennelijk zo interessant dat een Britse fabrikant dezelfde wagens bouwde onder eigen naam (Straker Squire).
Ook in Oostenrijk werden Bussing onder licentie gebouwd. Best een compliment voor een net gestarte firma. Vanaf 1913 werden de trucks ook gebouwd in Boedapest onder de naam Ganz. Waarmee in Midden-Europa al vroeg een aardige naam en faam werd opgebouwd. En daar ging Bussing mee door. Uiteraard bouwde men ook trucks voor de Keizerlijke strijdmacht die in 1914 aan de eerste W.O. begon. Vierwiel-aangedreven trucks bleken daarbij uiterst nuttig en een voorbeeld voor andere fabrikanten. Na die grote oorlog herstartte Bussing haar vrachtwagenproductie en leverde o.a. een drie-assige truck met een zescilindermotor die 80pk leverde.
Dat was meteen de onderbouw voor een aantal bussen voor passagiersvervoer die in die jaren regelmatig op de weg kwamen en goed voldeden. Opmerkelijk was ook dat Bussing al in 1924, dus een eeuw geleden, trucks leverde met hybride-aandrijving waarbij je een benzinemotor versterkte met elektrische aandrijving. In de jaren tot WO2 nam Bussing diverse andere truckbouwers over en versterkte zo haar marktpositie. Vanaf 1950 werden nieuwe productielijnen geopend om aan de toenemende vraag naar trucks en bussen te kunnen voldoen.
Ook de faciliteiten van Borgward (zie blog 7-4 jl) werden overgenomen door Bussing. Intussen groeide het gamma te leveren trucks met bijbehorende motoren. Vaak oogden die wagens conservatief, stonden ze bekend als ‘langzaamlopers’ maar bleven ze wel heel en namen behoorlijke ladingen mee wat voor gebruikers van deze trucks van groot belang was. Men ontwikkelde ook de nodige trucks met de motoren onder de cabinevloer, frontbestuurd en zo meer. Maar op enig moment werd de financiering best een probleem en kwam het bedrijf in handen van concurrent MAN. Daarna werden de Bussings met een dubbele naam uitgeleverd. Tegenwoordig is die eigen naam verdwenen en worden alle trucks gewoon afgeleverd als MAN’s. En is dat merk op zich weer onderdeel van het VW-concern. Het kan verkeren. Maar een mooi truckmerk was dat Bussing wel. (beelden: archief en internet)
MAN, die naam ken ik wel.
Maar zou niet kunnen zeggen van welke maker. De bedrijven haken in elkaar als doolhoven.
LikeLike
Tegenwoordig helemaal omdat de meeste merken (ook een deel van de Chinese) behoren tot clusters….
LikeGeliked door 1 persoon
Kijk, dat lost dan toch een priemende vraag van mij op. Natuurlijk zag ik op héél veel vrachtwagens ”MAN” staan. Ik nam altijd aan de het een afkorting was voor een branche organisatie door de manier waarop het geschreven staat. Nooit in me opgekomen dat het een merk was. 😉
LikeLike
MAN staat voor Maschinenfabrik Augsburg Nurnberg AG en was gevestigd in Neurenberg. Bouwt al sinds 1920 trucks. Dus dat van die afkorting klopt wel….:)
LikeLike
Aha, een afkorting uit een andere hoek dan dacht maar dus toch een afkorting. Grappig.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik ben uw vraagbaak….:)
LikeLike
Waarvoor mijn dank.
LikeGeliked door 1 persoon
Zo verdwijnen die merken of worden opgeslorpt door grotere. Geld speelt een grote rol en natuurlijke de wet van de sterkste.
LikeGeliked door 1 persoon
In de concurrentieslag is dat zeker het geval. Bedenk maar eens welke merkclusters momenteel bestaan en nog zullen ontstaan. Dat typische exclusieve merkgevoel verdwijnt daardoor en dat kost heel wat moeite overeind te houden…
LikeGeliked door 1 persoon